Carter Nick : другие произведения.

De Opium-Routel The Devil's Dozen

Самиздат: [Регистрация] [Найти] [Рейтинги] [Обсуждения] [Новинки] [Обзоры] [Помощь|Техвопросы]
Ссылки:
Школа кожевенного мастерства: сумки, ремни своими руками
 Ваша оценка:

  NC 79
  
  
  
  
  
  De Opium-Route
  
  
  
  Oorspronkelijke titel The Devil's Dozen
  
  No by Universal-Award House, Inc.
  
  No 1980 by Tiebosch Uitgeversmaatschappij BV - Amsterdam
  
  Vertaling: Jacob Bigge
  
  Omslagfoto: F. André de la Porte
  
  ISBN 90 6278 552 2
  
  Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
  
  
  
  Aktie-Pockets Amsterdam
  
  Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers.
  
  No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 1
  
  
  
  
  Heb je ooit wel eens een mier klem zien zitten in een zandtrechtertje? Die trechter is gebouwd door een mierenleeuw, een insect dat op de rand zit toe te kijken hoe zijn slachtoffer vruchteloos poogt eruit te kruipen. Maar het kuiltje heeft hellingen die bijna een rechte hoek vormen, waardoor de zandkorrels hun samenhang verliezen, losbreken en de mier terugtuimelt naar de bodem. De mierenleeuw wacht tot zijn prooi overmand is door uitputting, dan doodt hij hem.
  
  Ik wist hoe de mier zich moest voelen. Ik rolde me om, kwam op mijn maag te liggen en probeerde een vast punt voor mijn vingers te vinden. Maar vulkanische as is nog erger dan zand. Er is in het geheel geen samenhang. Je vingers glijden er doorheen alsof het water is.
  
  De .44 Magnum kefte weer. De kogels sloegen diep in de as. Een kogel zond een geiser van stof in mijn ogen en verblindde me. Ik kokhalsde en zoog nog meer as in mijn longen. Op 17.000 voet had ik onder normale omstandigheden al moeite genoeg om adem te halen. Maar mijn moeilijkheden schenen tot een einde te komen.
  
  Nu viel ik echt. De hele ashelling viel uit elkaar. Stenen begonnen te rollen, eerst de kleinere, dan de grote keien. Plotseling vloog ik omhoog in een radslag, waarbij ik mijn hoofd met mijn armen probeerde te beschermen. Het geluid van de tonnen as en steen was oorverdovend. Ik tastte om me heen tot ik een solide stuk steen vond en schoof mezelf eronder. Ik was van een rotspunt gevallen. Ik wist dat ik een kans tot overleven had als ik maar de overhangende punt van de rots vast kon houden. En als het stuk steen niet ging schuiven.
  
  Voor nog een zestigtal seconden bleef de as doorglijden. De stilte erna was verschrikkelijk, slechts onderbroken door de schrille roep van raven die van hun zitplaatsen waren opgeschrikt.
  
  Mijn rode ogen traanden en wasten het stof eruit. Het landschap onder me lag begraven. Twee asriviertjes roerden zich nog. Zelfs onder de bescherming van het overhangende stuk steen, zat ik tot aan mijn borst in de as.
  
  Voorzichtig nam ik het pakje in mijn hand dat ik onder mijn hemd had meegedragen. Het was mijn Luger, die ik in een zakdoek had gewikkeld. Ik haalde de zakdoek van het grote pistool af en wachtte.
  
  Na dertig minuten hoorde ik hen komen: twee mannen. Hun voeten ploften met regelmatige tussenpozen in de as, waardoor ik er zeker van kon zijn dat zij touwen gebruikten. Toen zij pauzeerden, hoorde ik hen in de as porren met geweerkolven. Ten slotte gingen ze onder me voorbij, op vijftig meter links van me.
  
  De mannen waren gekleed in met as bedekte bergkleding en elk van hen hield zich met één hand vast aan de nylonlijn, terwijl ze een semi-automatische .44 in de andere hadden. Maar daar hield de overeenkomst op. Eén van hen was jong en robuust, een goudkleurige Chicano. De tweede was oud en bleek, zo mager als een lat. Hij hield een sigaar tussen zijn lippen geklemd.
  
  Ik richtte het vizier van de Luger eerst op de ene man, dan op de andere. De Luger schiet erg zuiver, zodat er weinig correctie nodig is voor de afwijking. De meeste Lugers hebben een lange trekkerhaal, maar die van mij niet. De hamer kwam naar voren op het moment dat ik de trekker beroerde.
  
  Het hoofd van de Chicano schoot naar achteren toen mijn kogel op een paar centimeter van zijn kin voorbij ging, precies op de plaats waar ik die wilde hebben. De oude man, Hawk, kneep zijn stinkende sigaar stuk in een grijns, die zijn gezicht in tweeën deelde. Hawk was mijn baas en hij bezat een vreemd gevoel voor humor.
  
  'Vertel me nou niet dat je kwaad bent, nummer drie,' lachte hij. 'Dit was jouw idee van een trainingsoefening.'
  
  Beverig kwam ik overeind en ik kon het niet helpen dat ik naar boven blikte langs de helling, bevreesd dat er een tweede aardverschuiving zou ontstaan. Er was daar niets anders dan zwarte as en vulkanisch gesteente, allemaal erg rustig; en er ver boven, als de achtergrond van een ansichtkaart, de ijzige muts van de Mont Popocatapetl. Een paar raven en gieren cirkelden rond in gefrustreerde bewegingen.
  
  'Goed,' antwoordde ik. 'Nu is het jullie beurt voor oefening.'
  
  Jaime is een Mexicaanse Amerikaan die vorig jaar bij AXE was gekomen, wat betekende dat hij zoiets was als nummer 200. Plotseling had hij zogenaamd interesse voor de vulkanische as. Hij poerde erin met zijn laarzen en floot een Latijns deuntje. Hawk werd ornitholoog en bestudeerde de rondvliegende vogels. Na een minuutje van hun sterke lafhartigheid, doofde mijn woede en ik stak het pistool weg. Toen liep ik langzaam in de richting van mijn collega's.
  
  'Dat is een goed schot met een handwapen,' merkte Jaime op en wreef over zijn kin.
  
  'Ik wist dat je niet dood was, Nick.' Hawk priemde zijn vinger in mijn gekneusde borst. 'Jij bent de enige agent die ik ken waarvan ik weet dat die niet in zijn bed sterft, slapend bedoel ik. Je bent alleen maar geïrriteerd omdat het nogal vervelend voor je is om dood te gaan in een stunt die je zelf hebt opgezet. Verrekt spelletje.'
  
  De dunne lucht was winderig en hij kreeg zijn sigaar niet aangestoken.
  
  'Daarnaast,' bracht Jaime te berde, 'begrijp ik niet dat je zo hoog bent geklommen. Wetenschappelijk gesproken is het onmogelijk om tegen een vulkanische ashelling op te klimmen.'
  
  'Met andere woorden,' zei ik, 'als ik niet zo hoog was geklommen, zou ik niet zo ver naar beneden zijn gevallen. Nog één zo'n helder idee, Jaime, en je bent weer terug bij de CIA.'
  
  'Verhaal het niet op die jongen,' zei Hawk nijdig. De onmogelijkheid zijn sigaar aan te krijgen scheen hem meer te verontrusten dan mijn mogelijke dood. Dat was in ieder geval de uitdrukking op zijn gezicht die hij me met plezier toonde. Hij denkt echt dat ik niet te vernielen ben. Op een goede dag zal ik hem nog eens verrassen.
  
  'Wat is dit voor een lucht,' mopperde hij. 'Geen wonder dat hier niets groeit.'
  
  'Als u nu eens keurig nette Havanna's kocht, zou u dat probleem niet hebben.'
  
  Hawk keek me fronsend aan. Hij houdt van zijn goedkope sigaren en zijn afgedragen kostuums, misschien op de manier waarop een andere gozer van zijn wijf houdt.
  
  'Cubaanse goederen staan op de verboden lijst.' Hij was op de patriottische toer. 'Maar wat deze proef aangaat, Nick, ik geloof wel dat die duidelijke mogelijkheden in zich heeft.'
  
  'Ik wist wel dat een sadistisch element u zou aanspreken.'
  
  'Maar,' vervolgde Hawk snel, 'met touwen en zonder vuurwapens. We kunnen een tijdontsteker gebruiken.'
  
  'En nog iets,' voegde Jaime er aarzelend aan toe. 'Als ik tenminste iets mag zeggen.'
  
  'Alsjeblieft, ga je gang. Neem me niet kwalijk dat ik een beetje geprikkeld was. Aardverschuivingen doen me nu eenmaal iets.'
  
  'Ik bedoel,' zei Jaime, 'ik kom uit een familie van bergbeklimmers. Vroeger in de Pyreneeën en later in de Siërra Madre. Als je door een verschuiving wordt overvallen, rol je dan op. Het beschermt je tijdens het vallen, maar is zelfs nog belangrijker als je wordt bedolven. Tot een bal gerold, krijg je minder gewicht bovenop je en je bent in staat om een luchtruimte te creëren tussen je armen en je borst. Nog iets, als je voor lange tijd begraven bent, bewaart het je lichaamstemperatuur beter als je opgerold bent.'
  
  'Bedankt, Jaime,' antwoordde ik, na zijn suggestie verwerkt te hebben.
  
  Ik kon toen nog niet weten hoe belangrijk dat advies voor mij zou worden, maar ik respecteerde hem voor wat hij zei en de wijze waarop hij het zei. Hij was een prima kerel. Dat was het laatste dat ik ooit over Jaime Montenegro dacht, tenminste, tot hij stierf.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 2
  
  
  
  
  Twee maanden later. Hawk had me opgezadeld met papierwerk: een soort werk dat ik haat. Maar de commandant zadelt me ermee op omdat ik, als hij dood gaat, natuurlijk of onnatuurlijk, de volgende in commando ben. Er bestaat geen N2 bij AXE; die stierf een lange tijd geleden. Dus zo nu en heel erg dan, alleen maar om Hawk gelukkig te maken, zit Nick Carter, Killmaster, achter een bureau en speelt de administrateur. In ieder geval gaf het me een kans om te zien welk nieuwe talent er nu weer was opgedoken in de administratieve vijver.
  
  Ik was bezig met het maken van papieren vliegtuigjes van het laatste voorstel van de CIA, toen Hawk me naar zijn kantoor liet roepen. Gewoonlijk klinkt er een soort sardonische humor in zijn stem door. Deze keer niet en ik verfrommelde het vliegtuigje tot een bal.
  
  'Kom binnen, Nick.' Hawk gebaarde naar een stoel.
  
  Hij was niet boos of gedeprimeerd, want een man die gevaarlijke opdrachten uitschrijft kan het zich niet permitteren om boos of gedeprimeerd te zijn; het tast zijn efficiëntie aan. En onder druk kan hij geen borrel nemen, want dat wordt tot een gewoonte en hij kan zich geen amfetamine veroorloven, omdat dat hem onbetrouwbaar zou maken. Maar als er een AXE-agent gedood was op een klus kon ik het aan hem zien, want Hawk zag er dan wat vermoeider uit dan gewoonlijk.
  
  Hij viel terug in de plooien van zijn pak toen hij ging zitten achter een bureau dat zo overdekt was met sigarenschroeiplekken dat het eruit zag als de brug van een slagschip. We werden omringd door archiefkasten die waren geverfd in het gebruikelijke regerings-marine grijs. De kasten waren zo volgestouwd met 'Alleen-voor-de-president' rapporten dat de laden nauwelijks nog dicht konden. Hawks genie groeit in een troep waar veiligheid ver te zoeken lijkt, maar zou een vijandelijk agentschap ooit willen proberen door te dringen in de hoofdkwartieren van AXE, dan zouden ze een goed bewapende brigade nodig hebben om tot zijn archieven te kunnen komen.
  
  'Herinner jij je die trainingsoefening die we uitprobeerden in Mexico, Nick?'
  
  'Ja. Ik begrijp dat we nu een deel van de opleiding van nieuwkomers op onze nek krijgen.'
  
  'Wat denk jij dat we leren van die oefening?'
  
  'Fitheid, bijvoorbeeld. Hoewel het eigenlijk het karakter zou moeten testen. Laat een man dagenlang over de duinen rennen, achtervolgd door een buggie met een mitrailleur. De eerste dag is niet zo hard, gewoon wat pervers plezier. De tweede dag is hij uitgedroogd en zijn benen zijn zonder zuurstof en zo stijf dat hij op pure wilskracht verder moet rennen. De derde dag hallucineert hij. De mannen in de buggie die op hem schieten zijn niet langer opleidingsinstructeurs die een spelletje met hem spelen. Ze zijn niets anders dan zwarte silhouetten die hem proberen te doden of gevangen te nemen. Als onze man in opleiding dan nog niet opgeeft, dan hebben we een prima kerel. En als hij een intelligente poging onderneemt om zijn achtervolgers te doden, dan hebben we een heel goeie aan hem.'
  
  'En als hij niet ophoudt met rennen of zichzelf overgeeft?'
  
  'Dan is hij een fijne, verstandige vogel, maar niet geschikt voor AXE. We maken onze excuses en geven hem een prachtige aanbeveling mee als civiel ambtenaar, ergens anders.'
  
  Hawk plukte een stukje tabak van zijn dunne bovenlip. 'Die jongen die met ons meeging naar Mexico, Jaime Montenegro. Denk je dat hij door die test zou zijn gekomen, Nick?' Het kostte me een seconde om na te denken. Hawk lijkt dan wel een morsig iemand, hij heeft geen tijd voor vage antwoorden en hij veracht leugens. Ik herinnerde me de manier waarop Jaime tegen mij op de berg had gesproken.
  
  'Ja.'
  
  Hawk spitte in zijn bureau naar een sigaar. Ik wil niet zeggen 'verse sigaar' omdat dat nu eenmaal niet de juiste beschrijving is voor zijn soort walmstokken.
  
  'Nou.' Hij stak op. 'Ik ben blij dat je dat zei, Nick. Jaime was nogal een bewonderaar van jou. Je zal gemerkt hebben dat ik zei "was". Vanochtend kwam hij boven water, letterlijk, aangespoeld in de Baai van Tehuantepec. Hij was doodgemarteld. Je weet wel, hou een man net zo lang onder water tot hij praat. De lokale politie dacht dat het een gewone verdrinkingszaak was, maar onze autopsie was nog iets completer. Onder meer toonde die aan dat er zout water in zijn maag en longen zat.'
  
  'Hij pleegde liever zelfmoord dan te praten.' Ik beëindigde de gedachte van de commandant. Opzettelijk je slokdarm openen, terwijl je onder water bent, vereist een enorme spiercontrole, om niet te spreken van een vorm van heldendom dat mijn geest versteld deed staan. 'Wat was zijn opdracht?'
  
  'Narcotica. De drugroute van Panama naar Tucson. Hij was uitgeleend aan Federal Narcotic Task Force.'
  
  Ik probeerde mijn verrassing niet te laten blijken. Hawk leende zijn mannen aan niemand uit. Hij trok zijn wenkbrauwen op en zag mijn steenachtige gezicht.
  
  'Een direct, persoonlijk bevel van het Witte Huis deed me Jaime uitlenen,' stelde Hawk vast. 'Ik zei Jaime langzaam aan te gaan tot er meer ervaren mensen van ons vrij waren. Hij leek veel op jou in een heleboel dingen. Hij haatte het om bevelen op te volgen.'
  
  'Ik was vrij,' herinnerde ik Hawk.
  
  'Jij bent niet gewoon een ervaren iemand, N3. Jij bent te belangrijk om eropuit te sturen, elke keer dat de president naar zijn telefoon grijpt.' Hij rilde. 'En, verdomme, Jaime ook.'
  
  Het had geen zin mijn spijt toe te voegen aan wat hij voelde. Maar als dit je verrekte positie was als administrateur, wilde ik er nooit een zijn.
  
  'Wat hebben we om vanuit te gaan?' vroeg ik.
  
  'Zo ongeveer niets.' Hawks lippen vernauwden zich tot een bittere plooi. 'Geen bijzondere aanwijzingen op het lichaam. We hebben geen idee waar Jaime het laatst werd gezien, hoewel hij op weg was naar Puerto Vallarta.'
  
  'Vanmiddag vonden wij zijn radiozender in Panamastad. Het kladblok erbij bevatte geen boodschap, maar het droeg indrukken van schrift op het laatst uitgescheurde velletje. Eén woord: Sneeuwman.'
  
  Hawk spreidde zijn handen. Ik schudde mijn hoofd.
  
  'Dat zegt me niets,' bekende ik. 'Cocaïne en heroïne worden allebei "sneeuw" genoemd, dus het kan iemand betekenen die erg hoog in die handel zit. Bent u alle mogelijkheden langs gegaan?'
  
  'Elk dossier. Ook de namen van geregistreerde jachten, vissersboten en schepen onder elke vlag. Misschien heeft Jaime gewoon wat neergekrabbeld, of misschien een bijnaam verzonnen voor iemand die hij verdacht.'
  
  'Jaime sprak Engels, maar hij dacht in het Spaans,' merkte ik op. 'Het is niet zo voor de hand liggend dat hij een Engelse bijnaam koos. Volgens mij is Sneeuwman een werkelijk iemand, of een werkelijk ding. Dus, wanneer vertrek ik om dat uit te zoeken?'
  
  'Vergeet het, Nick. Vergeet dat ik ooit de naam Sneeuwman noemde.' Hawk had zijn hand omhoog voor ik uit mijn stoel was. 'Wacht een ogenblik. Stel dat je naar Panama gaat en daar, of in Puerto Vallarta, een moordenaar vindt die Sneeuwman heet en die doodt. Dat is wraak en niets anders. De federale politie is al jaren bezig onbelangrijke Maffia-huurlingen te arresteren, en heeft dat de drughandel stilgelegd? Geen kans op. Waarom zouden we hen gaan imiteren? Ik wil een zuivere AXE-operatie: een Killmaster, die recht doorstoot naar de top van de Maffia-drughandelaren. Geen rovertje spelen met Maffia-boodschappenjongens. We slaan terug, maar we doen dat op onze manier.'
  
  We verlieten zijn kantoor en liepen naar beneden, naar de hal en de projectieruimte. Het vertrek zou voor een onschuldige bezoeker niets anders zijn geweest dan een leslokaal van een avondschool, wat inhoudt dat het een onschuldige bezoeker niet onder de indruk zou hebben gebracht. Een prof zou misschien de persoonlijkheidsradar hebben opgemerkt, die het gewicht, de lengte, de fysieke karakteristieken en het aantal wapens van elke persoon noteerde die de kleine aula binnenstapte.
  
  Dr. Thompson van Special Effects was er al. Hawks secretaresse stond bij de projector. De dokter en ik schudden elkaar de hand. De lichten gingen uit.
  
  Op het scherm verscheen een kaart van Noord- en Zuid-Amerika. Rode pijlen van Canada, Mexico, Panama, Paraguay en Brazilië wezen allemaal naar de Verenigde Staten. 'De druglijn van het westelijke halfrond,' kondigde Hawk
  
  aan. 'Over de VS-Canada-lijn, omdat de douane hier losser is. Door Panama om het scheepsverkeer. Daar zat Jaime. Maar dit is slechts een klein deel van het totale beeld.'
  
  De diaprojector klikte en een kaart van de wereld schoot op het scherm. Nu waren er lijnen van beide Amerika's, van Europa, Hongkong, Guam en Saigon.
  
  'Hier hebben we mee te maken. Tientallen verschillende routes. En de Panama-lijn is één van de minst belangrijke.
  
  'Hetzelfde geldt voor Zuidoost-Azië. Hier heb je de westerse pijpleiding.'
  
  Weer een klik en we keken naar een kaart van Europa. Eroverheen lagen routes die niets te maken hadden met treinen of vliegtuigen. Deze lijnen waren de ondergrondse snelwegen van opium uit het Nabije Oosten, met haltes aan beide zijden van het ijzeren gordijn.
  
  'Palermo, Napels, Athene, Belgrado, Barcelona, Marseille en München,' ratelde Hawk af. 'Maar de werkelijke hoofdsteden zijn de twee laatsten, Marseille en München. Tachtig procent van de heroïne in de Verenigde Staten komt van de opium die in één van die twee steden wordt verwerkt.' Vervolgens verscheen er een dia van de havenstad Marseille, een industriële vlek aan de Middellandse Zee.
  
  'Dit is het oude centrum van de heroïnebereiding. Ik hoef je niet te vertellen, Nick, hoe de Corsicanen van Marseille een monopoliestad in de drughandel hebben gemaakt. Onlangs zijn de Fransen ermee begonnen hun eigen drugprobleem aan te vatten en de Corsicanen zijn er dan wel niet mee opgehouden, maar de atmosfeer in Marseille is niet meer zo comfortabel als vroeger. Waardoor een heleboel handel deze kant op is gekomen.'
  
  De dia van Marseille werd vervangen door één van München, de Duitse hoofdstad van Beieren, vol bierdrinkende Gemütlichkeit.
  
  'München heeft duizenden Turkse fabrieksarbeiders, arbeiders die Turkse opium binnensmokkelen. Tot dusver zijn de operaties succesvol geweest, omdat Duitsland constitutioneel een gedecentraliseerde politiemacht bezit. Maar de Duitsers zijn ook bezig een narcoticabrigade te organiseren, wat ons op een erg interessante situatie brengt. Voor het eerst sinds jaren is het heroïnepatroon op een verkeerde manier aan het veranderen. De Maffia kan niet langer op haar oude contacten vertrouwen zoals vroeger. Ze nemen nieuwe routes in overweging die worden opgebouwd door nieuwe contacten. En dit is onze kans.'
  
  'Ik denk dat ik kan raden welke kant u op wilt,' viel ik hem in de rede. 'In plaats van het probleem van buitenaf te benaderen, moet ik mezelf aan de Maffia voorstellen als een Europese handelaar met een veilige drugroute.'
  
  'En om uitgenodigd te worden door de Maffia als partner, een welkome gast, in plaats van een binnendringer. Dat is correct.'
  
  'Mooi,' zei ik. 'Op één ding na. De Europese routes worden geleid door families die zelf nog hechter in elkaar zitten dan die van de Amerikaanse Maffia. We moeten wel reëel blijven. Als ik verschijn als Corsicaan, kan de Maffia tien van mijn vermeende ooms en tantes te voorschijn toveren om mijn verhaaltje te controleren.'
  
  In het donker zag ik Hawk knikken en glimlachen. 'Precies, Nick. Maar je wordt geen Corsicaan.'
  
  De projector klikte voor de laatste keer en vulde het hele scherm met een heldere kleur, een voortrollend laken van rood bloeiende papavers; erachter de bergketen die ik herkende als Anatolië.
  
  'Jij wordt Turk, Nick. We gaan helemaal tot aan de bron van de opium in Turkije. Daar krijgen de Corsicanen hun opium en voor een heel goede reden is de Turkse opium van erg hoge klasse. Met zijn enorme gehalte aan morfine kan het meer versneden worden dan andere opiumsoorten.'
  
  'De voordelen ervan zijn fantastisch,' sprak Dr. Thompson voor de eerste maal. 'Een boer in Turkije kweekt tien kilo opium voor 330 Turkse lira. Dat komt overeen met 22 dollar. Als de opium eenmaal tot heroïne is verwerkt en dan versneden voor de Amerikaanse straathandel is de waarde ervan toegenomen tot 1.936.000 dollar.'
  
  'De Maffia zal luisteren naar elke Turk die naar hen toekomt met een voorstel,' concludeerde Hawk. 'En in heel Turkije kweken de boeren papavers. Je hoeft in het geheel niets te maken te hebben met de huidige bevoorraders.'
  
  'Een Turk.' Ik veegde met mijn hand langs mijn gezicht.
  
  Het was niet het knapste gezicht ter wereld, maar het was evenmin het lelijkste. Ik wendde me tot Thompson. Als hoofd van Special Effects peurt hij er een bijzondere verrukking uit mijn trekken zo te veranderen dat we de Chinezen een loer kunnen draaien. Een siliconenplek houdt maanden. Aan de andere kant ontwerpt hij schattige, kleine stukjes gereedschap, zoals vingerringen, die veranderen in een garotte-draad van zo'n negentig centimeter. Ik zag hem altijd als iets tussen een tandarts en een tovenaar in. 'Hoeveel make-up is ervoor nodig?'
  
  'Niet veel. We maken van de havenstad Izmir je woonplaats en Izmir heeft voldoende nationaliteiten om je blond te laten zonder dat je in de gaten loopt. Zoals je er nu uitziet, ben je al duister en dreigend genoeg, hoewel een beetje lang voor een Turk.' Thompson zweeg. 'Het voornaamste probleem is om je er iets minder als Nick Carter te doen uitzien.'
  
  'Je bent niet geheel onbekend aan de Maffia,' herinnerde Hawk mij.
  
  'Wc verhogen die neusrug van jou iets, benadrukken de lijnen rond je mond en geven je haar een ander aanzien,' merkte de wetenschapper droog op.
  
  'Een streepje hier, een kwastje daar? Geen littekens van een gevecht?' vroeg ik, alleen maar om Thompson te zien huiveren. 'Goed. Ik neem aan dat er banden zijn van het dialect en idioom van Izmir?'
  
  'Er is overal voor gezorgd,' merkte Hawk vriendelijk op. 'Maar er is één klein ding.'
  
  De lichten gingen aan en wasten de papavers weg van het scherm en onthulden Hawk's grijns op het moment dat hij zijn volgende, kwaadaardige sigaar aanstak.
  
  'Zie je, Nick. Het is het probleem nietje van de hoeveelheid opium te voorzien die je nodig hebt om de Maffia de indruk te geven dat je een begerenswaardige partner bent. Maar je zal meer moeten hebben dan opium alleen. Alle bevoorraders hebben dat.' Hij liet zijn woorden goed doordringen. 'Je zal de Maffia moeten bewijzen dat je een onfeilbaar systeem hebt om je opium van Turkije naar New York te brengen. En ik bedoel echt onfeilbaar. Als de douane je te pakken krijgt, ga je de gevangenis in. Als de Maffia ook maar denkt dat het een valstrik is, dat de douane niet zijn best doet je zending te onderscheppen, dan kan dat je dood betekenen. In beide gevallen stort onze hele operatie in elkaar.'
  
  'Ik ben blij dat u dat aangestipt hebt.' Ik keek fronsend. 'De Corsicanen hebben van alles geprobeerd, van koffers tot en met auto's om hun opium in te verzenden. U bedoelt dat u werkelijk aan iets hebt gedacht dat zij niet hebben gedaan?'
  
  'In werkelijkheid niet.' Hawk blies een rookwolkje naar het plafond. 'Dat hebben we voor jou overgelaten. Je hebt een week om dat uit te denken.'
  
  'Een week?'
  
  Hawk stond op. Plotseling had hij erge haast om ergens te zijn. 'Jij verzint wel iets, Nick.' Hij klopte me op mijn schouder. 'Zoals altijd.'
  
  Ik was nog bezig met het bedenken van Turkse vloeken voor onze commandant toen dr. Thompson en ik één van de m de kelder gelegen laboratoria binnenstapten. Gewoonlijk ligt het laboratorium vol wapens die in onderzoek waren. Nu lag hij vol uit elkaar gehaalde auto's, alle soorten van bagage en zelfs een deel van een vliegtuigromp.
  
  'Het is erg teleurstellend,' gaf Thompson toe. 'Om indruk te maken op je toekomstige partner, zal je een werkelijke zending voor elkaar moeten krijgen. Alles wat mijn mannen en ik ontwikkelden scheen al een keer geprobeerd te zijn, of anders wel uitgedacht door de douane. Automotoren, valse dashboards, zelfs Japanse radio's. Of de afgerichte honden snuiven de lucht van de heroïne of de doorlichting van de douane vindt het. Een paar Mexicanen hebben heroïne vastgenaaid in de tweede maag van hun vee en dan de kudde over de grens gedreven, maar de douane weet dat nu. Je kunt geen vrucht het land binnenbrengen. Als je ingeblikt voedsel importeert, moet dat onderzocht worden. Met al de kapingen die er tegenwoordig zijn, wordt de handbagage nu heel wat grondiger doorzocht.'
  
  'En wat dacht je van het verstoppen van heroïne in mijn maag?' gromde ik.
  
  Thompson begon over die mogelijkheid na te denken. Ik liet hem achter met een geluid vol afschuw en liep naar de romp van het vliegtuig. Het was het eersteklas gedeelte en ik merkte dat één van de brede fauteuils een holle onderkant bezat.
  
  Dat zou de medewerking van een schoonmaker inhouden. Iemand die het vliegtuig schoonmaakt nadat jij bent vertrokken en die de zending in zijn industriestofzuiger verstopt,' verklaarde Thompson.
  
  'Geen slecht idee,' zei ik hoopvol.
  
  'Maar heel toevallig gebeurde dat vorige week op Kennedy Airport. Zie je, de bevoorraders in Marseille en München hebben precies zulke laboratoria en ze hebben jaren gewerkt op nieuwe systemen. Ze liepen op ons voor.'
  
  Hij zat nog steeds over zijn probleem na te denken toen ik hem achterliet.
  
  De volgende vijf dagen haalde ik mijn Turkse achtergrond op en probeerde te denken aan een manier om 200 pond heroïne de Verenigde Staten binnen te smokkelen. In de eerste poging slaagde ik, de tweede keer liep ik tegen de lamp. Special Effects bleef me roepen om te zien hoe het hen verging, maar zij schenen nergens te komen. Heroïne heimelijk verbergen in de kilometers bedrading van een Rolls Royce mag er voor een onderzoeker dan slim uitzien, ik wilde er mijn leven niet onder verwedden, niet als een douaneman probeerde de motor te starten. Daarbij had ik te maken met een grote zending, niet met een kleinigheid. 'Kun je een aspirine en een fles Johnny Walker voor me uit het magazijn halen?' vroeg ik mijn nieuwe secretaresse, toen ik terugliep naar mijn kantoor.
  
  'Heeft u hoofdpijn?' vroeg ze vriendelijk.
  
  'Nee, maar dat zal ik wel hebben als ik aan de bodem van de fles ben gekomen.'
  
  Ze was een mollige blondine in een strak leren broek en met een schoonheidsvlekje naast haar mond. Haar mond was voortdurend in beweging, zuigend op de snoepjes die zij zichzelf steeds toediende. Ze rimpelde haar neusje op een grappige manier toen ze weg trippelde voor de Scotch en de pillen. Vanaf het begin had ik haar aangemerkt als uiterst gewillig en ik had haar niet anders benaderd dan met een paar velletjes papier om over te typen. In mijn wanhoop begon ik nu haar charmes te zien.
  
  Op mijn bureau lag het regeringsverslag dat ik dagenlang had bestudeerd, het overzicht van alle invoer vanuit Afghanistan tot en met Zaïre en ansjovis tot en met zijde. 'Hemeltje, dat is een dik boek,' flapte mijn secretaresse eruit toen ze terugkwam.
  
  'Ja en de bladzijden zijn ook heel zwaar. Misschien kunt u me een keer helpen die om te slaan.'
  
  'Altijd.'
  
  Ik zag dat er twee papieren bekertjes bij de fles waren. Op de een of andere manier slaagde ik erin mezelf in de hand te houden.
  
  'Later, Miss van Hazinga. Later.'
  
  Voor de tiende keer ging ik het boek door. Maar ik liet mezelf afleiden door het geratel van het typen van mijn secretaresse. Mijn ogen zwierven uit eigen wil langs haar lange, in leer gehulde dijen. Haar middel was smaller en ik kon er niets aan doen dat ik zag dat haar weelderige borsten, elke keer dat zij een letter aansloeg, op een hypnotische manier bewogen. Onbedoeld vroeg ik me af of het zin had haar aan te moedigen. Ze zou zeker een bereidwillige metgezel zijn. Verdomme, in de juiste situatie was ze misschien ook nog wel een pientere conversatiegenoot.
  
  Toen knipten haar vingers een volgende kauwgombal tussen haar rode lippen en ik hield op met het denken aan idyllische verhoudingen met Miss van Hazinga.
  
  Aan het eind van de dag vroeg Hawk me op zijn kantoor. Nou, Nick. Je vertrekt over veertig uur. Zijn jij en Special Effects al met het systeem op de proppen gekomen?'
  
  'Ja.' Ik legde een lijst op zijn bureau. 'Dat heb ik nodig.'
  
  Zijn ogen tastten het papier in een seconde af, daarna nog twee keer.
  
  Dat geloof ik niet. Een bestelling bij een Portugese exporteur, het huurcontract voor een treinwagon, het eigenaarschap van deze Duitse firma. Dat is zo makkelijk.'
  
  'Special Effects wilde de sneeuw verbergen,' legde ik uit. 'Dat is de verkeerde benadering.'
  
  'Dat begrijp ik. Maar toch is dit zo onfeilbaar, zo onfeilbaar dat het bijna een grap is. Je hebt het weer eens gedaan, Nick. Gefeliciteerd.'
  
  'Oh, ik verdien dat niet, meneer. Miss van Hazinga was mijn inspiratiebron.'
  
  Hawk vernauwde zijn ogen.
  
  Het heeft me altijd verbaasd dat een man als Hawk zo'n vieze geest kon hebben.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 3
  
  
  
  
  De zon lag glinsterend op het strand. Het was vijf dagen geleden dat ik de hoofdkwartieren van AXE had verlaten, vier dagen geleden dat ik in Turkije was aangekomen en één dag geleden dat ik doorreisde naar Libanon en de vakantiehotels van Beiroet. De veranderingen in mijn voorkomen door Special Effects waren summier, maar effectief. Ik was niet langer Nick Carter maar Raki Senevres, Turks inwoner, leeftijd zevenendertig, ondernemer. Mijn donkere haar was tot dicht op de schedel geknipt en gekruld, waardoor het effect ontstond dat mijn jukbeenderen iets wijder uit elkaar stonden. De siliconenbrug van mijn neus verscherpte mijn gezicht en de manier waarop mijn mond krulde deed denken dat ik een beetje bloed niet al te erg zou vinden. Mijn enige pleziertje was het excuus de goede Sobranie Turkse sigaretten te roken terwijl ik over het zand voortstapte in een witte badjas en op sandalen.
  
  Goed betaalde Libanese prostituees speelden met strandballen en oogden me uitdagend na toen ik voorbij kwam. Ik had me ervan vergewist een platina Rolex te dragen en een protserige, diamanten ring, het handelsmerk van de crimineel en de potentiële klant, maar de meisjes aarzelden me aan te spreken. Dr. Thompson had me werkelijk een woest uiterlijk gegeven. Of dat, of de hermodellering van mijn gezicht, had een latente wreedheid naar buiten gebracht.
  
  Meisjes, strandhanddoeken en transistorradio's dunden uit toen ik op dat gedeelte van het strand kwam dat het monopolie was van de héél, héél rijken. Roodwit gestreepte strandhuisjes stonden aan het water. Hier sufte de internationale jetset op zichzelf om van tijd tot tijd met een run in de Middellandse Zee te duiken. Twee meisjes, mooi opgemaakt, topless hoewel met kleine borsten, hielden stil om me arrogant aan te staren voor zij terug zouden rennen naar de armen van hun vriendjes die in de strandhuisjes lagen te wachten. Ik was een indringer, zeiden hun ogen, een schurk. 'Als u zoekt naar meneer DeSantis, dan is hij daar,' zei een mager meisje zonder inleiding terwijl ze naar een verder gelegen huisje wees.
  
  'Bedankt.'
  
  Maar ik bewoog me pas toen ik het kippenvel over hun schouders zag trekken en de meisjes hun harde, kleine tepeltjes bedekten met hun armen. Toen trapte ik de sigaret uit in het zand en liep in de richting die de magere me had gewezen.
  
  Charles 'Happy' DeSantis was precies de man die ik zocht: inwoner van Yonkers, New York, president van twee vuilverwerkende industrieën, aandeelhouder van de renbaan, voorzitter van een liefdadigheidsvereniging. 'Happy' DeSantis, zoals hij bekend stond, was tevens consigliere, raadsman, van één van de twee grootste Maffia-families van New York. Hij was in Beiroet voor een korte vakantie, maar ik had het plan daar een zakenreis van te maken.
  
  Ik voelde twee mannen achter me op me afkomen. Ik voelde dat zij pistolen op mijn rug gericht hielden, zodat het geen zin had weg te rennen. Ik hield mijn pas in, stak een volgende sigaret op en wachtte.
  
  Het waren potige spierjonkers in strakke bikini-broekjes en windjacks, de handen achteloos rustend op het lood in hun zakken. Donkere zonnebrillen en witte tanden.
  
  'Zoek je iemand?' vroeg de grootste grijnzer van de twee.
  
  Ik heb wat zaken te bespreken.'
  
  'Met wie?'
  
  De man in dat strandhuisje. Hier is mijn visitekaartje. Ik zal mijn hand langzaam bewegen.'
  
  Uit mijn badjas haalde ik een klein, plastik zakje met wit poeder. Het was niet meer dan vier ons, maar toch ongeveer 20.000 dollar waard als visitekaartje.
  
  De prater van de twee lijfwachten grijnsde breed. 'Als je denkt dat te gaan planten op de man in het huisje, dan ben je maf. Hij koopt gewoon elke smeris in Beiroet om.'
  
  ' Als ik dat niet wist, had ik mijn visitekaartje niet mee naar het strand gebracht. Geef hem dat kaartje. Hij kan het laten verdwijnen als hij dat wil. Vertel hem alleen maar even naar mij te kijken. Ik wil dat hij me herkent als hij me later tegenkomt.'
  
  De bodyguards dachten na. Mijn aanpak was professioneel en ik maakte de dingen eenvoudiger voor ze. Ik was behoorlijk zeker van hun antwoord. Je komt in elke handel een stap verder als je volgens de regels wandelt.
  
  Hoe heet je?'
  
  'Senevres. Dat is Turks.'
  
  'Nou, meneer DeSantis houdt er niet van om gestoord te worden als hij op vakantie is, maar ik zal eens gaan kijken wal ik kan doen.'
  
  De zwijgende bodyguard bleef bij mij terwijl de eerste zijn baas ging zoeken.
  
  Na vijf minuten kwam er een meisje uit de tent. Ze was een welgevulde Euraziatische in een sjiek, doorzichtig badpak, deel van de vakantie van DeSantis. Lachend rende ze naar het water.
  
  Een minuutje later kwam DeSantis naar buiten: lang, grijs haar, de bouw van een tennisspeler. Achteloos keek hij om zich heen, alsof hij zich afvroeg of de zon was gedoofd en wandelde toen naar het water om zich bij het meisje te voegen voor een onschuldig pretje in de vriendelijke branding.
  
  Maar hij had me gezien. Ik wist het. En hij sloeg mijn gezicht op in zijn consigliere's geheugencellen. Ik wandelde weg. Het contact was gelegd.
  
  De rest van de dag hield ik me gedekt. Ik had een goedkope kamer in één van de grotere vakantiehotels, hetzelfde als waarin DeSantis zich bevond. Ik wist dat DeSantis tijd nodig had om de kwaliteit van de heroïne die ik hem had gegeven te onderzoeken. De televisie op mijn kamer ontving stations van Beiroet en Cairo en mijn Arabisch was goed genoeg om te begrijpen dat Israël volgens het programma weer eens zo'n vreselijke, verzonnen nederlaag had geleden. Tegen elf uur sliep ik in. Om één uur werd er op mijn deur geklopt. Ik maakte hem open en een pistool in mijn maag schoof me half over een bureau. Praatzieke bodyguard hield dat pistool vast en met zijn andere hand knipte hij het licht aan. Zijn uitdrukking was even leeg en zakelijk als die van mij. De andere bodyguard trok de laden van het bureau open, doorzocht mijn bagage en matras en ging door elke, verborgen plek die de kamer kon hebben. Natuurlijk vond hij de Astra .32 die ik met plakband onder het nachtkastje had vastgeplakt. Hij zou het behoorlijk vreemd hebben gevonden als er geen pistool was geweest. Tenslotte, toen de zoekpartij voorbij was, werd het pistool uit mijn maag weggenomen en Mr. DeSantis kwam uit de gang de kamer binnenkuieren, waarna hij de deur achter zich sloot. Hij wierp het weer verzegelde pakje met heroïne op het bed.
  
  'Je zei dat je me wou spreken?'
  
  Zijn optreden was kortaf maar toonde geen ergernis. Ik dacht te weten waarom. Drukke mensen vinden het vaak moeilijk om niets anders te doen te hebben dan alleen maar uitrusten. Mijn kamer binnenkomen bracht een extra prikkel in zijn vakantie aan. Hij had pret en hij was scherpzinnig. Zijn donkere ogen namen me op, voor een deal of voor een lijkkist. Het maakte voor hem geen verschil. En hij wilde zien hoeveel ik zweette zo laat op de avond.
  
  'Ik denk dat u ook wel met mij wilde spreken.' Mijn Engels met een accent was langzaam en diep, maar niet te dik. Ik wilde niet dat zij moeilijkheden zouden hebben mij te verstaan. 'Ik breng een zending van de hoogste klasse Turkse heroïne naar de Verenigde Staten.'
  
  'Oh?' vroeg DeSantis met een zweem van belangstelling. 'Voor wie?'
  
  Hij had gedacht dat ik een boodschapper was, misschien zelfs dubbelspel spelend met mijn bevoorrader. Het nachtkastje bevatte een fles Scotch en twee glazen. Ik schonk een dubbele in elk glas en bood hem er één aan. Hij wachtte tot ik dronk en nipte er toen van.
  
  'Voor mezelf, meneer DeSantis. Alleen maar voor mezelf.'
  
  'Werkelijk?' Hij keek rond in de goedkope kamer. Het paste niet bij mijn visitekaartje van 20.000 dollar.
  
  'En hoe groot is die lading die je meeneemt?'
  
  'Honderd kilo, meneer DeSantis.'
  
  Dat moest ik hem nageven: hij morste geen druppel van zijn whiskey. Maar de pupillen van zijn ogen verwijdden zich met een paar centimeter.
  
  'Honderd?'
  
  'Dat is juist. Bij de eerste vracht. Ongeveer 20 miljoen dollar kleinhandel.'
  
  'De eerste vracht?' DeSantis nam een diepere teug en lachte zacht. 'Dat klinkt als grootspraak, meneer Senevres. Je moet me niet kwalijk nemen dat ik dat zeg, maar ik weet niet of ik je kan geloven. Ik heb vandaag een paar telefoontjes gepleegd. Niemand heeft ooit van je gehoord.'
  
  'Niemand van jouw gewone leveranciers.'
  
  'Precies.'
  
  'Goed,' antwoordde ik. 'Laten we het dan zo houden.'
  
  'Niet goed,' snauwde DeSantis. 'Voor we een overeenkomst met iemand aangaan, eisen we referenties.'
  
  'Mijn visitekaartje is mijn referentie.'
  
  'Ook,' vervolgde DeSantis, 'is het onmogelijk om honderd kilo dope in één enkele vracht af te leveren. Dat kan gewoon niet.'
  
  'Ik kan het. De tweede zending is misschien twee keer die van de eerste. Laat me het even duidelijk stellen, zodat we elkaar niet verkeerd verstaan. Het maakt geen moer uit of jij wel of niet gelooft dat het gedaan kan worden. Ik breng die zending naar New York. Ik schenk jou het eerste bod. Als je niet geïnteresseerd bent stap ik gewoon naar een andere familie op het moment dat ik New York bereik.'
  
  'Ik ben geïnteresseerd. Wat is je voornaam?'
  
  Raki. R-A-K-I.'
  
  'Nou, Raki, ik ben zeker geïnteresseerd.'
  
  'Maar jij denkt dat het allemaal te goed is. Jij kijkt naar mij en zegt tegen jezelf: hier is een Turk met een deal dat te goed is om waar te zijn. Laat me het werkelijke probleem even duidelijk maken. Ik kan die opium kopen; iedereen die de heuvels van Turkije een beetje kent, kan dat. De bevoorraders die je belde, kennen me niet? Mooi. Het zou stom zijn mijn plannen bekend te maken aan de concurrentie. Of,' ik gebaarde naar de kamer, 'in zo'n stijl te leven dat het de aandacht trok. Nee, het echte probleem is, of ik werkelijk een systeem heb om dat af te leveren. Ik geef toe, het zou stom zijn om mij op mijn woord te geloven. Aan de andere kant zou ik wel krankzinnig zijn om jou van te voren over mijn systeem te vertellen. Maar ik heb er een!'
  
  DeSantis leegde zijn glas en plaatste dat op de tafel. 'Iedereen heeft een systeem, Raki.' Hij kwam overeind en gebaarde naar de bodyguards bij de deur. 'Nou, zoals ik al zei, jij interesseert me. Als je ooit New York bereikt, zoek me dan op.'
  
  'Ik denk het niet.' Ik liep met hem mee naar de deur. 'Tegen die tijd zou het nauwelijks nog de moeite waard zijn. Goedenacht.'
  
  Ik was alleen.
  
  Mijn waarschuwing kwam niet alleen uit gemelijkheid voort en DeSantis wist dat, want als consigliere was het zijn taak om concurrentie te doorzien. De eerste toestroming van grote, Narcoticagelden betekende een aardbeving in de Amerikaanse Maffia. Vele, machtige, oude families die luidden geweigerd in dope te gaan handelen waren ineengestort. Vele, kleinere families, die 'legers' soldaten kochten van hun opiumgelden, werden machtig. Elke familie die gegarandeerd per keer honderd kilo kon binnenbrengen, overheerste de hele natie. DeSantis kon het risico niet lopen een fortuin te verliezen, zelfs niet op het woord van een vreemde.
  
  Ik maakte de vorm van een man onder mijn lakens met een bundeltje kleren. De bodyguard die mijn pistool had gevonden had dat leeggemaakt. Ik had reservepatronen bij me en toen ik hem had herladen, wikkelde ik de Astra in een handdoek. Toen draaide ik de lichten uit en ging in een stoel zitten wachten.
  
  Twee uur later begon de deurknop te bewegen. DeSantis luid een tweede sleutel aan de balie 'gekocht', zoals ik al verwachtte. Een omvangrijke gestalte gleed de kamer binnen. In zijn hand een pistool met de extra twaalf centimeter van de geluiddemper. Hij liep naar het bed, wees de loop naar waar mijn borst had moeten zijn en vuurde vijf maal. Vijf gedempte kuchen voor vijf patronen van een zwaar kaliber. Tevreden draaide hij zich om naar de deur en liep tegen mijn vuist op. Die was dan wel niet zo snel als een kogel, maar hij was wel voorzien van mijn omwikkelde pistool.
  
  Ik ving mijn 'moordenaar' op voor hij de grond bereikte en legde hem keurig neer. Ik stak de Astra in de broeksband van mijn pyjama, wond de handdoek tot een koord en hield hem tussen beide handen. Ik wachtte weer bij de deur.
  
  De deur ging open. 'Schiet op, Al ... ' begon de tweede Bodyguard. Toen zei hij niets meer, want mijn handdoek zat in een lus rond zijn nek.
  
  Ik trok hard, rukte hem van zijn sokken, de kamer binnen, en wierp hem met volle kracht tegen de muur aan. Alleen maar voor het geval dat, wierp ik hem tegen een tweede muur. Hij schokte een beetje op de vloer. Maar dat was niets anders dan wat kortsluiting in zijn zenuwen. Hij was van de wereld.
  
  Ik maakte beide pistolen leeg. De wasmand waarin zij mijn lichaam hadden willen verstoppen, stond op de gang. Ik bracht hem de kamer binnen en kleedde me aan, terwijl ik mijn jasje vulde met hun pistolen en sleutels. De jongens bezorgden me geen moeilijkheden toen ik ze in de mand propte als een uit de krachten gegroeide tweeling. De smerige lakens maakten een keurige afdekking.
  
  DeSantis had een suite op de bovenste verdieping. Ik ging naar boven via de dienstlift, met een grootogige hulpkelner die scheen te raden wat mijn jasje zo deed opbollen. Net voor hij uitstapte op de verdieping onder die van DeSantis greep hij mijn arm.
  
  'Ik ben ook guerrilla en vecht voor de bevrijding van Palestina,' verkondigde hij, en toen de liftdeuren zich tussen ons sloten, groette hij me met de gebalde vuist. Dit is één voorbeeld van verschil tussen een hotel in Beiroet en het Biltmore. Hulpkelners in New York raken nooit ergens bij betrokken.
  
  Ik controleerde de Astra toen ik verder ging naar de bovenste verdieping. Het Spaanse pistool paste beter bij mijn nieuwe identiteit dan mijn Luger en het was geen slecht vuurwapen. De Astra-fabrieken imiteren Colts en Walthers en op zo'n manier kun je niet erg in de fout gaan. De .32 zou alles wat ik wilde, raken binnen een honderd meter en geen enkele hotelkamer is zo lang.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 4
  
  
  
  
  'Het is Al,' fluisterde ik door DeSantis' deur.
  
  Op het moment dat hij de deur opende, gaf ik een schop tegen de wasmand, waardoor de deur tegen DeSantis' gezicht sloeg. De mand schoot door de kamer, caramboleerde tegen een koffietafel en morste wasgoed en moordenaars op de vloer. Mijn hand was op de borst van de consigliere, mijn pistool verwijlde onder zijn kin en ik duwde hem vriendelijk in een gemakkelijke stoel.
  
  'Oké. Dit gedeelte hebben we gehad. Jij was niet geïnteresseerd en je probeerde me te vermoorden. Laten we nu ernstig worden, meneer DeSantis.'
  
  Hij slikte en zijn adamsappel trilde vlak onder de Astra. 'Zeker, Raki.'
  
  'Ernst betekent dat jij me een borgsom betaalt van 100.000 dollar als een optie op mijn diensten. Dat maakt ons quitte.'
  
  'Wat heb je mij dan gegeven?' waagde hij te vragen.
  
  'Jij neemt mijn visitekaartje.' Ik duwde het zakje met dope in zijn zak. 'Ik geef je drie levens. Doe niet zo stom. Kijk alleen maar rond in je kamer en tel.'
  
  'Hier kom je niet zomaar vanaf.'
  
  'Als ik er zomaar vanaf had willen komen, was ik niet hierheen gegaan. Als ik hier wegga, wil ik dat je me weet te vinden. Feitelijk vertel ik je precies waar ik zal zijn, zodat je een afgezant kunt sturen. Iemand die jij vertrouwt en die een oogje kan houden op de wijze hoe ik de zending regel. Als je iemand stuurt om me te grazen te nemen, dood ik hem en wordt je borgsom verbeurd verklaard.'
  
  Ik haalde het pistool zo'n dertig centimeter terug; zijn hals was rood waar het ijzer in begraven was geweest.
  
  'Je had moeten vluchten, Raki.'
  
  'Turken zijn eerzame mensen. Anders dan Corsicanen die ik veel te lang de winsten van de Turkse opium hebben opgestreken. Ik zei dat ik bereid was een deal met je te maken en dat ben ik nog steeds.'
  
  DeSantis frommelde naar zijn sigarettenkoker. Hij nam de lijd voor het opsteken, alsof hij het was die mij gekooid hield.
  
  'En hoe stel je je voor die honderd ruggen te krijgen, Raki? Mij vasthouden, terwijl mijn jongens naar de bank gaan?'
  
  Ik zal het je laten zien.'
  
  Het was vier uur in de ochtend, maar in Beiroet zijn banken die nooit sluiten. Je hebt natuurlijk de casino's, maar ook heb je de particuliere geldwisselaars, mannen die altijd beschikbaar zijn voor de onderhandse verkoop van goud, opgesneden stenen en effecten. Ik nam de telefoon op, draaide een nummer en zei iets in het Arabisch. Toen de wisselaar zelf aan de lijn kwam schakelde ik over op Portugees. De Portugezen zijn voor al meer dan vijfhonderd jaar de geldwisselaars van de wereld en het kostte me niet meer dan een minuut om alles uit te leggen wat ik wilde hebben.
  
  'Wat nu?' vroeg DeSantis toen ik weer ophing.
  
  'We genieten van elkaars aanwezigheid. Rook of drink als je er zin in hebt.'
  
  Bedankt. Je bedoelt dat we hier gewoon blijven wachten?'
  
  'Er bestaat een gezegde in de Islam,' legde ik de consigliere uit, 'en dat luidt als volgt: als Mohammed niet naar de geldwisselaar kan komen, komt de geldwisselaar naar Mohammed.'
  
  De geldwisselaar was er in vijftien minuten. Tegen die tijd waren de bodyguards van DeSantis overeind gekomen van de vloer en staarden nu nors in mijn richting vanaf de sofa. Geen van beiden was eigenlijk meer erg praatziek.
  
  'Ik ben Silvestro Boaz,' introduceerde de Portugees zichzelf. Hij was klein, keurig gekleed en even vormelijk als een gerant. Zijn metgezel stelde hij niet voor, een Afrikaan met een geschoren hoofd en schouders die van muur tot muur schenen te reiken. 'U hebt alle noodzakelijke papieren?'
  
  'Ja.'
  
  'Wat is er verdomme gaande hier?' vroeg DeSantis.
  
  De Afrikaan plaatste een diplomatenkoffertje op tafel, opende dat en telde elf pakken bankbiljetten af, tien in elk pak: 110.000 dollar.
  
  'Jij zei 100.000 dollar,' vloekte de consigliere.
  
  '100.000 dollar voor mij. De rest is kommissie voor meneer Boaz,' legde ik uit. Ik krabde met de Astra op een plek waar ik jeuk had. 'Denk je niet dat je eens moet beginnen je cheques uit te schrijven?'
  
  'Op het moment dat je dit geld hebt, ben je dood,' siste hij met ingehouden adem. Ik overhandigde hem zijn reischeques die toevallig boven op tafel lagen.
  
  'Ik wil niet dat je schrijfkramp krijgt,' zei ik, 'schrijf dus alleen maar je naam en de datum.'
  
  Het uitschrijven van de reischeques was een tijdrovende bezigheid. Boaz had een rubberstempel voor zichzelf, een feit dat DeSantis hels scheen te maken.
  
  'Dat is het dan.' Hij explodeerde toen hij de laatste cheque overhandigde.
  
  'Niet helemaal,' antwoordde ik toen de geldwisselaar zijn 10.000 dollar wegstak en ik het diplomatenkoffertje met inhoud nam. 'We kunnen net zo goed nu meteen de hele papierhandel afwerken. Want, hoe je het ook bekijkt, als ik gewoon wegwandel met jouw geld, zou ik wel eens voor dief kunnen worden uitgemaakt.'
  
  'Ik heb de overdrachtspapieren in drievoud uitgetypt, met getuigen en gestempeld met het officiële zegel,' verzekerde boaz DeSantis.
  
  'Wat nu?' DeSantis staarde langs de Portugees heen naar mij.
  
  Alstublieft, hier tekenen, hier en hier.' Boaz vouwde de erg officieel ogende, vliesdunne overeenkomst open. 'Teken,' herhaalde ik en ik bewoog de Astra in mijn hand. DeSantis tekende drie keer. Toen las hij de overeenkomst.
  
  'Hier staat dat ik net 500 aandelen heb gekocht, waarvan?'
  
  'Van Hauffmann Ubersee Gesellschaft. Een kleine, Duitse exportmaatschappij, waarvan ik toevallig het hoofd ben,' zei ik. 'En je hebt die aandelen niet gekocht. Je hebt alleen het recht gekocht zoveel aandelen te verkopen binnen een jaar vanaf nu. Ik feliciteer je. Je hebt een gezonde investering gedaan.'
  
  Wie heeft ooit van die maatschappij gehoord? Die aandelen zijn waardeloos.'
  
  'Het is zo'n moeilijk onderhandelaar,' legde ik Boaz uit. Dan tot DeSantis vervolgde ik: 'Stel je niet zo idioot aan. Je hebt een veel betere deal afgesloten dan je ooit zal begrijpen. Ik ga nu met Boaz mee, zodat je me een week niet zal zien. Tegen die tijd zal ik je laten weten waar ik ben. Ik laat het aan jou over of je een verstandige partner wilt zijn of idioot en kwaad wilt blijven, waardoor je het contract verliest dat je zojuist hebt afgesloten.'
  
  'Mij interesseert maar één contract,' bracht de praatzieke bodyguard op de sofa eruit.
  
  DeSantis hief zijn hand op om zijn lijfwacht tot stilte te manen. De consigliere had een minuut nodig om af te koelen en na te denken.
  
  'Jij zegt dat ik iemand kan sturen om je operatie gade te slaan. Wat gebeurt er als die het bericht doorgeeft dat je hele plan een misser is, dat het niet werkt? Wat dan?'
  
  'Dan krijg je je geld terug. Maar dat zal niet gebeuren.'
  
  Ik leunde over DeSantis heen en liet de twee leeggehaalde pistolen van zijn bodyguards in zijn schoot vallen.
  
  'Als er één ding is dat je wel geleerd moet hebben,' ik wees op de wasmand, 'is het dat ik altijd aflever.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 5
  
  
  
  
  Izmir strekte zich uit van de Mount Pagus naar de zee, in de drukkende, witte hitte. In Izmir krijg je een fles raki, wodka of wijn bij je eten, een selectie uit oost en west, en ergens beschrijft dat wel de rest van de stad.
  
  Naast een stoffige palmboom zie je een reclamebord voor International Harvester Tractors. Naast een zestiende eeuwse moskee vind je een wolkenkrabber en aan de andere kant van die wolkenkrabber zie je een Romeinse ruïne. Donkere mannen met tulbanden, onsmakelijke vrouwen met zakbroeken en slobberbloesjes, het haar versierd met gevlochten banden, lopen over het Plein van Ataturk, terwijl Amerikaanse piloten onderhandelen met taxichauffeurs en verkopers die zoete broodjes en frisdranken aan de man brengen, of, zoals de Turken ze noemen, pasta en serbetler. De zoete broodjes dragen de belofte met zich mee van zoete honing binnenin, op dezelfde manier zoals Izmir de belofte met zich meedraagt van exotische ontmoetingen, onstuimig en intens. Vergelijkenderwijs is Izmir westers, maar onder zijn semi gemoderniseerde bovenlaag is Izmir Aziatisch.
  
  Hij de top van de berg is een oude vesting, gebouwd door Alexander de Grote tijdens zijn veldtocht tegen het Perzische rijk. De vesting is niets meer dan een ruïne, maar het kan als een gerieflijke uitkijkpost dienen. Ik zat op de stenen en richtte mijn verrekijker op een klein restaurant dat op een kilometer afstand beneden aan de berg lag. Mensen aten op een openluchtpatio, omgeven door schaduwrijke wijnstokken. Door het keukenraam zag ik de kok lepelen uit schalen vijgen en pudding. Een ober in hemdsmouwen serveerde bier aan een Amerikaans stel van middelbare leeftijd. Twee gespierde mannen met dik, kroezig haar lunchten met elkaar aan een andere tafel, maar ze schenen meer in een woordentwist verwikkeld te zijn dan dat ze aten. Dat betekende in ieder geval dat zij gewone Turken waren en geen moordenaars. Aan de beste tafel zat een meisje alleen, een model om zo te zien. Lang roodachtig haar, mooi, ovaal gezicht, ongelooflijk lange benen. Frans, gokte ik, te oordelen naar haar chique kleren. Ik dwong mijn kijker een andere richting op. Ik zocht naar moordenaars, niet naar seks. Twee dagen terug had ik DeSantis getelegrafeerd dat hij zijn afgezant naar dit restaurant kon sturen. Of we zouden daar onze deal maken, of we zouden bloed achterlaten op de plavuizen van de patio. Door de Maffia uit te nodigen in Izmir riskeerde ik mijn identiteit, maar ik kon het me niet permitteren de Maffia nogmaals op eigen terrein te ontmoeten.
  
  Nog steeds geen teken van DeSantis' man. Ik keek op mijn horloge. Nog vijf minuten voor de af gesproken tijd. En het zou me precies vijf minuten kosten om het vredig ogende restaurant te bereiken.
  
  Ik liet de kijker achter voor het een of andere gelukkige jochie en begon langs de berg naar beneden te lopen. In de bochtige straatjes bekeken jonge kinderen en jonge meisjes me vanachter ijzeren trapspijlen, maar ze keken met weinig nieuwsgierigheid. Ik was een Turk, tot het tegendeel was bewezen op de tafel van de lijkschouwer. Ik voelde de Astra behaaglijk in mijn zak genesteld en het andere gewicht van de stiletto in zijn schede aan mijn linker onderarm en de bom van vier ons die aan mijn enkel zat vastgeplakt. Het extra gewicht hinderde me niet, zelfs niet in de hitte van Izmir.
  
  Ik verliet de straat en klom naar boven naar de patio van het restaurant. De Amerikanen van middelbare leeftijd waren vervangen door een paar plaatselijke teenagers met hun transistorradio's. De twee grote Turken waren opgehouden met hun woordentwist voor een spelletje domino. Maar snel zouden ze weer in een woordentwist vervallen. De restauranthouder, met een buik die probeerde zijn hemd uit zijn broek te werken en met een accent als dat van Akim Tamiroff, verwelkomde mij overvloedig en zwaar transpirerend. Toen zag ik zijn ogen langs me heen glijden.
  
  Achter me stonden vier mannen in zwarte kostuums en met hoeden, de boorden dichtgeknoopt zonder stropdassen. Elk droeg een koffer voor muziekinstrumenten. Ze waren uit het huis gekomen tegenover het restaurant. Ik liet mijn hand in mijn jasje glijden en raakte de greep van de Astra. De leider van de muzikanten opende zijn koffer en haalde er een balalaika uit.
  
  'Zenuwachtig over iets, meneer Senevres?' Het was een hese stem, onmiskenbaar vrouwelijk.
  
  Ik draaide me om. Het fotomodel glimlachte spottend naar me en voor het eerst zag ik dat haar tafel voor twee was gedekt.
  
  Kennelijk was ze geen model, maar ze was een onvergetelijk mooie vrouw. Begin twintig, wijd geplaatste ogen, donker in kontrast met haar goudkleurige haar, een hoge neusbrug en volle lippen. Haar Valentino outfit bolde om haar volle borsten en ronde heupen. Een sandaal bengelde aan haar gebruinde tenen. Haar glimlach werd breder en drukte geamuseerdheid, intelligentie en erotiek uit.
  
  Ik ging zitten en keek haar aan met een openhartige verwondering.
  
  'Je verwachtte me toch, of niet?' Haar accent was Amerikaans, maar met een ongewoon gemak, elegantie en een vleugje Italiaanse rijpheid.
  
  'Ik verwachtte iemand, maar nauwelijks jou.'
  
  'Je schijnt er niet ondersteboven van,' merkte ze terecht op. 'Ik weet hoe Turkse mannen reageren als ze een vrouw zien.'
  
  'Werkelijk?' Ik liet de vraag voor een seconde in de lucht hangen en voegde er toen aan toe: 'Ik weet ook hoe jullie mensen over vrouwen denken. In zaken, bedoel ik. Ik vraag me af of ze wel serieus zijn door jou te sturen.'
  
  Ze raakte mijn hand licht aan. 'Beste meneer Senevres, denk je echt dat ik zou zijn gekomen als zij dat niet waren?' Achter ons waren de muzikanten bezig hun instrumenten te stemmen. 'Feitelijk heb je het aan mij te danken dat die mannen balalaika's bij zich hebben in plaats van geweren. Sommige mensen bij de bijeenkomst dachten dat je gewoonweg geëlimineerd moest worden. Wat kun je hier goed bestellen?' Haar manier van doen was geolied en vol zelfvertrouwen.
  
  Ik riep de ober en bestelde gevulde druivenbladeren, witte kaas en een fles raki.
  
  'Raki. Dat is toch jouw naam, nietwaar? Of is het een bijnaam?'
  
  'Je kunt me zo noemen. Hoe moet ik jou aanspreken?'
  
  'Vera Cesare.'
  
  'Dan noem ik je Vera, zoals de Amerikanen doen.'
  
  'Oh, jij wordt nooit Amerikaans,' lachte ze. 'Maar ik zal uitvinden wat je werkelijk bent.'
  
  De druivenbladeren waren smakelijk en pittig, de kaas scherp en de raki een smakelijke, dropachtige nectar. Terwijl we met elkaar spraken, stak de bries op, het mooie goudkleurige haar op Vera's schouders opwerpend.
  
  'Er zijn een aantal probleempjes waar je je misschien niet bewust van bent. We zullen naar verschillende plaatsen moeten trekken, een paar grote steden, een paar kleinere. Er moet wat werk verricht worden en er is een weinig gevaar. Ik had een man verwacht die met me mee zou reizen en het is nu te laat om mijn plannen te veranderen.'
  
  'Dat heb ik allemaal tevoren overdacht, Raki. De mensen die me stuurden hebben dat ook overdacht. Vertel me nou niet dat je bang bent om met een vrouw samen te reizen.'
  
  'Ik ben bang voor zwakheid, aardigheid en stompzinnigheid. Dat zijn niet noodzakelijkerwijze vrouwelijke trekken, maar het zijn trekken van de meeste Amerikaanse vrouwen.' Ik keek haar scherp aan of ik een blos van woede zou zien.
  
  'Je zult geen enkele reden tot klagen hebben,' antwoordde Vera Cesare zonder een trilling in haar stem.
  
  De kleine band van muzikanten zat nu volledig in zijn muziek en bracht aan elk tafeltje een serenade. Miss Cesare en ik hadden gewoon geliefden kunnen zijn. Kunnen zijn. Waar we over spraken was een zending van 20 miljoen dollar aan ellende en dood.
  
  'En jij kunt een volledige aflevering beloven binnen twee maanden, Raki? Boot of vliegtuig?' Ze drong aan.
  
  'Dat zal je wel zien.'
  
  'Ik begrijp dat je me niet vertrouwt. Maar ik moet iets doorgeven aan de mensen die me hebben gestuurd. Want, hoe je het ook bekijkt, jij hebt een waarborg van 100.000 dollar van ons in je bezit.'
  
  'Geen waarborg. Een betaling voor het recht op verkoop van aandelen. Allemaal erg legaal.'
  
  'Aandelen in een kleine, Duitse maatschappij die jij als dekmantel gebruikt,' corrigeerde Vera mij. 'Natuurlijk hebben we Hauffmann Ubersee Gesellschaft nagetrokken. Ze verkopen marsepein aan de Verenigde Staten en aan Zuid-Afrika. Wij zijn niet geïnteresseerd in marsepein.' Aan haar linkerhand had zij een antieke, camee ring. Onbewust ging ze er met haar vinger langs terwijl ze sprak. 'Maar we begrijpen hoe gemakkelijk een zakelijke dekmantel kan zijn en zijn bereid die 100.000 dollar te beschouwen als een eerste aanbetaling op één miljoen dollar die we je gaan betalen bij aflevering in New York. Dat is een hele verbetering op die 500 dollar die je hier, in Turkije, voor 200 kg krijgt, niet?'
  
  Achter het mooie gezicht en het mooie lichaam zat de geest van een ijzeren maffioso. Later zou ik het nog vele malen zien, maar dit was mijn eerste kennismaking.
  
  'Vera, het zou een vergissing zijn spelletjes met me te spelen. Ik ben van plan de Corsicanen buiten de handel te drukken, gewoon omdat ik een beter zakenman ben. De prijs die je me voorstelt is de groothandelprijs van heroïne in Marseille. Bij aflevering in New York wordt die prijs verdubbeld. Jouw mensen gaan me twee miljoen dollar betalen, plus een bonus van nog eens 100.000 dollar.'
  
  'Waarom ter wereld zouden wij dat doen?'
  
  'Omdat ik dat waard ben. Omdat jullie nog nooit eerder met één zending zoveel heroïne binnen hebben gekregen. Omdat het de beste heroïne is. En omdat ik moe wordt van deze verschrikkelijke muziek.'
  
  We waren omringd door de vier muzikanten die aan hun instrumenten stonden te plukken en in koor aan het jammeren waren.
  
  'Hou je niet van Turkse muziek?' Vera deed alsof ze verbaasd was.
  
  'Alleen maar omdat de balalaika niet zijn beste instrument is.'
  
  Ik wenkte naar de leider van het combo en lichtte zijn jasje ver genoeg op om de .45 in zijn riem te onthullen. Vervolgens stak ik een tien lira biljet naast het pistool, liet nog wat geld op het tafeltje achter en kwam overeind.
  
  'Waar woon je?' vroeg ik het meisje.
  
  Ze was van haar stuk gebracht, maar niet overdonderd. 'In het Boejoek Efes Hotel.'
  
  'Kom over vier uur met een reistas en alleen naar buiten.'
  
  'Raki,' zei ze toen ik weg wilde gaan.
  
  'Ja?'
  
  'Ik denk dat we erg goed zullen kunnen samenwerken.'
  
  De bandleider die druk bezig was het geld uit zijn broeksriem te trekken liet zijn instrument vallen. Het liet een klagend geluid horen.
  
  Vier uur later stuurde ik op het dure Boejoek Efes Hotel aan, achter het Plein van Ataturk. Het was niet moeilijk Vera Cesare op te merken. Te midden van de twistende taxichauffeurs en de bleke toeristen viel ze op als de Venus van Botticelli. Een Venus met een pistool, mijmerde ik en ik vroeg me af wat voor soort damesachtig wapen ze bij zich had, een Beretta of een Kit. Met al het verkeer had het geen zin om naar ongewenst gezelschap uit te kijken.
  
  Ik bracht mijn Citroen voor haar tot stilstand. 'Stap in.'
  
  Ze wierp haar tas op de achterbank en kwam naast me zitten. We reden weg van het moderne hotel in de richting van de zee, naar een boulevard die rond de Golf van Izmir kromde.
  
  'Waar gaan we heen?' vroeg ze. 'Of is dat een stomme vraag?'
  
  Ik schonk haar een blik die zei 'ja'.
  
  Zo nu en dan keek ik in het zijspiegeltje van de auto. De wegen van Izmir zien eruit als een automobielmuseum, behalve dan dat de oude Buicks, Studebakers, Packards,
  
  Fords en Plymouthes allemaal reden. In Izmir gaat een Oldsmobile '53 weg voor 3.000 dollar. De taxi eigenaars die ze rijden stoppen er zoveel passagiers in dat de Turken ze dolmus noemen, het woord voor gevulde druivenbladeren. Een stuk of tien overjarige dolmus volgden me en het was onmogelijk alle gezichten te bestuderen. Ik reed zo'n kilometer over de boulevard, voor ik de zigeunerwijk bereikte en afsloeg voor de bergweg. Één taxi pelde zich los van de anderen in mijn kielzog. We klommen langs gaarden vijgenbomen en bossen wilde azalea's, met de taxi nog steeds achter me aan.
  
  'Ik dacht dat je alleen kwam, Vera.'
  
  Ze keek achterom. 'Verdomme. Ik zei hen weg te blijven,' zei ze gepikeerd.
  
  'Nemen ze geen orders van je aan?'
  
  'Dat zou een beetje moeilijk uit te leggen zijn.' Ze ontweek mijn vraag.
  
  'Ik kan ze kwijtraken of ze pijn doen, Vera. Maak je beslissing.'
  
  De taxi nam die beslissing voor haar. Het was een antieke Buick, maar iemand had een heleboel nieuwe paardenkrachten voorin gestouwd. Tegen de helling op schoot de taxi ons voorbij. Twee pistolen hingen uit de raampjes, wijzend naar mijn hoofd, en achter die pistolen herkende ik de voormalige balalaikaspelers. Toen hij ons voor was, lichtten de remlichten van de Buick op.
  
  De Buick had de paardenkrachten, maar een Citroën heeft een wielophanging die uniek is in de wereld. Zonder af te remmen zwenkte ik naar links en ging er voorbij. Een pistool kwam uit het raampje van de Buick naar buiten, maar spuwde geen vuur, uit angst mijn passagier te raken in plaats van mij. Een paar seconden later hoorde ik de Buick weer op toeren komen met de bedoeling mij te passeren.
  
  'Je kunt beter stoppen,' schreeuwde Vera over het geluid van de motoren heen. 'Je kunt ze niet achter je laten.'
  
  Als een slang draaide de weg over de stoffige heuvels. De ene haarspeldbocht volgde de andere, en zolang dat het geval was had de Buick geen enkele kans voorbij de Citroen te komen. De Franse wagen gleed gemakkelijk door de bochten die de Buick slechts schokkend en slippend kon nemen. Ik schakelde over naar een hogere versnelling op het moment dat de chauffeur van de Buick moest terugschakelen en toen Vera en ik een recht stuk bereikten, reed de Citroen al meer dan negentig, op weg naar de honderd.
  
  De Buick kwam daar een halve minuut later. We waren verdwenen. Voor de Buick strekte een recht stuk van zes kilometer zich uit en er was geen wagen te bekennen. Krijsend kwam de taxi tot stilstand. De Turken stapten uit, tilden hun petten op om op hun hoofden te krabben. Een paar wezen naar een boerderij die rechts van de weg lag. Ze trokken allemaal hun pistolen en begonnen die kant op te lopen. Een vette haan kwam naar buiten rennen uit een stenen kippenhok, gaf één kraai en rende weer weg. In de boerderij was geen teken van leven te bekennen.
  
  'We hebben een kleine voorsprong,' fluisterde Vera, hoewel ze dat niet had hoeven doen. We bevonden ons aan de andere kant van de weg dan de boerderij en de Citroën was aan het oog onttrokken door een hoge stapel luzerne.
  
  'Maak je veiligheidsgordel vast.' Ze deed dat zonder meer dan een opgetrokken wenkbrauw. 'Geef nu je antwoord. Dood ik ze, of moet ik ze kwijtraken?'
  
  'Jij bent doodserieus.' Ze glimlachte toen ik de Astra tevoorschijn haalde.
  
  'Het zijn jouw mensen, maar ze lopen mij in de weg. Geef antwoord.'
  
  Kalm dacht ze over beide mogelijkheden na. 'Doden zou de zaak wat ingewikkelder maken op dit punt,' zei ze. 'Toch zou ik wel nieuwsgierig zijn om te zien hoe jij ze afschrikt.'
  
  'Hou je dan vast.'
  
  Ik hield de Citroën in zijn vrij en gaf gas tot de snelheidsmeter de rode streep gepasseerd was. De laatste Turk van de rij, op weg naar de boerderij, aarzelde al en keek om zich heen naar de oorsprong van dat motorgeluid. Hij begon de anderen te roepen. Tegen die tijd was het al te laat.
  
  De grond was hard en droog. Armzalig bouwland, maar goede grond om je op af te zetten. In de eerste versnelling trok ik op tot veertig, in zijn twee tot vijfenzeventig. Op het moment dat we het bevloeiingskanaaltje aan de rand van de weg bereikten, reed de Citroën al honderd in zijn vier. Het stuur gaf een laatste verschrikkelijke ruk aan mijn handen en toen waren we in de lucht, het achtereinde naar beneden hangend, de Buick recht voor ons.
  
  Citroën en Buick raakten elkaar met de zijkanten. De zijspiegeltjes en portierkrukken braken af. Het veiligheidglas naast Vera veranderde in een spinnenweb. Maar ik keek niet. De Citroën reed nog steeds negentig, vechtend om van de weg af te dwalen, het hydraulische ophangingsysteem uit het evenwicht, de Michelin X-banden stuiterend van de ene kant van de weg naar de andere. Terug naar de derde versnelling, corrigeer de snelheid, niet pompen, geef gas, corrigeer weer, nog meer gas, trek hem recht. Hersens, ogen, handen en voeten samenwerkend. En het was helemaal geen gladde samenwerking, ondanks de uren van rijopleiding die ik bij AXE had gehad. Het waren fracties van een seconde in reacties, anticiperen en discipline boven instinkt. Maar de Citroën kwam recht.
  
  Vera veegde de glaskristallen uit haar haar, staarde me aan en probeerde haar raampje naar beneden te draaien. Het mechanisme was stuk gegaan in de gemangelde deur, zodat ze haar schoen gebruikte om het honingraatachtige glas in te slaan, naar buiten toe.
  
  'Hun wagen ligt op zijn kop in de greppel,' meldde ze toen ze haar hoofd weer terugtrok.
  
  'Weet ik.'
  
  Voor een minuut bleef Vera diep in gedachten. Een klein sneetje op haar wang begon rood te worden. Automatisch bette zij het bloed weg. Toen ze haar sigaret aanstak waren haar handen even vast als die van mij.
  
  Het was schandelijk, maar ik begon te beslissen dat Vera Cesare en ik waarschijnlijk heel goed samen zouden kunnen werken. Heel erg goed.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 6
  
  
  
  
  'We hebben geen dossier over ene Vera Cesare. In de eerste plaats is er maar heel weinig informatie over Maffia-wijven. Ten tweede is Cesare geen Siciliaanse naam. Er zijn slechts twee vrouwen in de hele, internationale Maffia en geen van werkelijk belang.'
  
  Ik luisterde naar iets dat wellicht het meest summiere bericht was dat AXE ooit had verzonden. Om me heen bewogen neuzen zich zenuwachtig. Duizenden konijntjes zaten bij elkaar in kooien en gluurden rond met kleine kraaloogjes. De stank was ondraaglijk en mijn eigen neus bewoog zich van tijd tot tijd even zenuwachtig. Men had me uitgelegd dat ons veilige huis in Istanboel een bovenmaatse antenne moest bezitten, daar Turkije aan Rusland grenst en de meest oostelijke post van de NATO was en AXE het niet dorst een sterk radiosignaal naar het radionet van Istanboel uit te sturen. Het hele konijnenpark was de ontvanger; een verdomd slim idee, tenzij je degene was die erin zat en een boodschap moest noteren.
  
  'Computers en analyse zijn het niet eens met jouw idee dat zij de dochter is van een belangrijke maffioso. Maffia-vrouwen komen nooit in zaken.'
  
  Ik wachtte ongeduldig de vijf seconden uit die er nodig waren voor overdracht en decodering van de radiogolf.
  
  'De pleuris.' Ik ontplofte ten slotte. 'Vrouwen zijn voor een heleboel Maffia-families belangrijke raadgevers geweest.' Vijf seconden gingen voorbij.
  
  'Maar niet als "soldaat",' klonk het antwoord. 'Ons idee is dat zij gewoon een professionele huurling is die is aangetrokken voor deze klus.'
  
  Vijf seconden.
  
  'Hebben jullie überhaupt verslagen, geruchten of gossip over Maffia-wijven? Alles wat buiten dat gewone gedoe van overspel komt?'
  
  Wachten in de reuk van de konijnen.
  
  'Een paar maanden geleden kwam een vreemd verhaal binnen,' kraakte de stem. Nadat een stem is overgeseind, omgevormd en daarna weer teruggevormd, klinkt die metaalachtiger, meer kunstmatig dan menselijk. 'Herinner je je Frank Musio nog, ook bekend als "De Neuker"? Een kapitein aan de westkust. Zijn lichaam spoelde aan op Big Sur. Niet verdronken, vergiftigd. Hij is gezien met een jonge vrouw. Toch moeilijk dat een vrouw dat soort dingen zou doen. Nog iets anders?'
  
  Ik verbrak het contact.
  
  Buiten was de lucht, relatief gesproken, fris en heerlijk, een groot kontrast met het konijnenhuis. Het was een ervaring waarvan ik wist dat ik me die zou herinneren, de volgende keer dat ik haas bestelde in een Frans restaurant.
  
  Vera zat in de Lancia, waarop we waren overgestapt, na ons ontdaan te hebben van de Citroen. Ik was ervan overtuigd dat die jongens van de band het nummer van de Citroen zouden hebben overgenomen. En zelfs als ik de nummerplaten had omgewisseld zou het heel eenvoudig zijn om een sedan te 'spotten' waarvan één kant in elkaar lag. Dus, in een buitenwijk van Istanboel, hadden Vera en ik de Lancia gestolen en zij was precies zo'n koele dievegge als waarvoor ik haar had gehouden.
  
  Nu greep zij een paar minuutjes slaap, terwijl ik me meldde. Ze had geen enkele manier om me te volgen door het labyrint van een Turks getto en in de hele buurt was geen telefoon te bekennen, waar ze zou kunnen opbellen. Ze zou de bank van de wagen gezellig warm houden.
  
  Ik dacht aan Cantharide toen ik zigzaggend langs de krotten terugliep naar de Lancia. Cantharide is ook bekend als Spaanse vlieg. Zelfs kinderen van een middelbare school spreken erover alsof ze alles weten over de werking als afrodisiacum van Spaanse vlieg, gehoord van een vriend van een vriend van een vriend die zijn vriendin Spaanse vlieg gaf, zodat de politie haar later van de versnellingspook moest trekken. Alsof dat zo'n leuk verhaal is.
  
  Goed, Cantharide stimuleert de geslachtsdrift. Het lustgevoel komt eerst, dan volgt een brandend gevoel in de mond, misselijkheid, opgeven van bloed, moeilijkheden met slikken, pijn in de lendenen, bloed in de urine, diarree, uitputting en tenslotte coma. Vierentwintig korrels kunnen de dood veroorzaken.
  
  Zou Vera iemand zoveel Cantharide kunnen geven?
  
  'Heb je lekker gedroomd?' vroeg ik toen ik naast haar in de auto gleed.
  
  'Gaat wel. Heb je alles geregeld?'
  
  'Ja. Er gaat een boot naar Athene. Ik ga derde klas. Jij eerste. De autoriteiten zouden wantrouwig kunnen worden als we samen reizen.'
  
  'Waarom?'
  
  'Het zou een verklaring kunnen zijn dat jij een hoer bent in de ogen van de moslims. Er is geen enkele reden je die verlegenheid te bezorgen.'
  
  'Jij bent een erg ongewoon iemand, Raki.'
  
  Plotseling maakte zij me er sterk van bewust dat wij alleen in de nacht in de auto waren. Haar ogen waren bijna lichtgevend in het zwakke licht. Ik voelde de warmte van haar lichaam. Heel gemakkelijk kon ik me mijn lippen op die van haar voorstellen, mijn handen in haar bloes en dicht bij de bron van al die warmte.
  
  'Jij bent zelf ook niet zo'n gewoon meisje, miss Cesare.'
  
  'Vera, alsjeblieft.'
  
  'Vera.'
  
  En daar, ondanks alle waarschuwingen aan mezelf, kuste ik haar. Mijn hand gleed door haar honingkleurige haar en trok haar gezicht naar me toe. Haar lippen waren al open en haar tong was snel en zoet. Ze legde mijn hand op haar borst. Door de zijde heen voelde ik haar tepel zich verharden. Alsof ze mijn gedachten kon lezen begonnen haar vingers de knopen los te maken. Terwijl ze een mouw naar beneden trok, liet ze haar beha van haar schouder glijden en leidde mijn hand naar binnen. Toen drukte zij mijn hoofd naar beneden. Haar borsten waren zelfs nog groter dan ik had gedacht, maar jong, erg stevig en een beetje zout van een dag rijden.
  
  'Kunnen de banken naar beneden, Raki?'
  
  Haar glimlach was niet flirtend, maar ernstig. Ze was even opgewonden en hongerig als ik.
  
  'Niet bij dit model, Vera. Maar er komen nog genoeg hotelbedden als je kunt wachten.'
  
  We zouden niet wachten. Haar hand was op mijn broeksriem, trok die los en toen mijn broek tenslotte open was, glimlachte zij goedkeurend. Haar vingers liefkoosden me ongeremd en dringend. Haar hoofd ging naar beneden voor een lange kus, die zo lang duurde en zo erotisch was dat elke zenuw beneden mijn riem het uitschreeuwde. Ze trok de rest van haar jurk uit, toen haar slipje en met haar gezicht naar de achterkant van de wagen gewend liet ze zich schrijlings op me zakken. De gouden huid van haar buik eindigde in een goudkleurige vlek.
  
  Zij liet zich zakken terwijl ik me omhoog duwde en haar daar klaar voor me vond, elastisch en zacht. Ik plaatste mijn handen op haar billen, koel in de nachtlucht, en liet haar heel langzaam verder zakken. Haar vingers grepen zich vast in mijn haar en zo nu en dan hoorde ik haar ademhaling even ophouden.
  
  In het donker waar we elkaar nauwelijks konden zien, vreeën we met elkaar. Het was niet zomaar neuken, het was een loskomen van een lange dag van spanning. We herkenden dingen in elkaar, dingen die gelijk waren, dingen die we deelden. En op dat ene moment duwde ze zich kreunend zo diep in me als ze kon, kneep haar dijen zo ver mogelijk tegen elkaar en samen kwamen we. In dat orgasme in die duisternis waren we in elk opzicht één persoon.
  
  'Raki!'
  
  Ze hield mijn hoofd tussen haar borsten geklemd en wiegde het zachtjes heen en weer, uitgeput, maar nog steeds warm door de wederzijdse opwinding.
  
  In het licht van de lucifer had Vera een engelengezichtje. Ze stak de sigaret op in haar mond en gaf hem toen door aan mij. Er was een uur voorbijgegaan sinds we gevreeën hadden met elkaar, maar onze begeerte brandde nog steeds helderder dan dat vlammetje. Ze blies hem uit.
  
  'Raki, jij hebt een heleboel vrouwen gekend. Werden ze allemaal verliefd op jou?'
  
  'Niet dat ik weet.'
  
  'En jij, word jij wel eens verliefd?'
  
  'Heel zelden.'
  
  'Een moordenaar, een coureur, een smokkelaar en een perfecte heer. Ik zou van je kunnen houden.'
  
  Haar woorden waren ernstig gemeend. Ze nam de Sobranie uit mijn mond, nam een trek, inhaleerde diep en gaf hem weer terug.
  
  'Maar ik doe het niet.' Ze liet de rook ontsnappen. 'Ik kan het niet. Begrijp je?'
  
  'Ik begrijp het,' zei de hypocriet in mij. De barrière tussen ons was veel groter dan Maffia en Turk alleen. Maar ik liet haar de schuld dragen van het trekken van een streep in onze relatie.
  
  Misschien dacht ze zelfs wel dat het een soort van vertrouwen was geweest dat ik haar uit mijn gezicht zou laten voor het vertrek van het schip. De waarheid was dat het me niet kon schelen als ze buiten Turkije contact maakte. Dat kon ik wel afhandelen. De essentie van mijn plan, mijn valse, Turkse identiteit was uiterst kwetsbaar in Turkije en ik moest haar uit de buurt houden van elk contact tot we uit het land weg waren.
  
  'Heb je werkelijk het perfecte plan?' vroeg ze zacht. 'Perfect.'
  
  'Ik hoop het. Voor ons beiden.'
  
  Ik kuste de kloof tussen haar borsten. 'Wat bedoel je daarmee?' vroeg ik vriendelijk.
  
  Ze greep achter me en pakte iets van de achterbank. In het licht van een lucifer keek ik ernaar. Vera's schat was een glazen cilindertje met een scherp, breekbaar uiteinde. Erin bevond zich een heldere vloeistof.
  
  Vera's ogen, een zacht chocoladebruin, weerkaatsten die van mij toen haar vingers de cilinder in tweeën braken. De geur van strychnine dreef naar boven toen ze de vloeistof op de grond goot.
  
  'Ik legde het tussen de banken toen jij met je telefoontje bezig was. Ik had de opdracht het te gebruiken, tenzij ik positief zeker wist dat jij die verzending kon doen.'
  
  Ik bleef haar in de ogen kijken. Ze waren niet zo zacht, realiseerde ik me. Ze leken op de ogen van een dure, Birmaanse poes.
  
  'Nee,' antwoordde ze op een ongestelde vraag. 'Er werd niet van me verwacht dat ik met je zou vrijen. Dat was wel het laatste dat er van mij werd verwacht.'
  
  Misschien sprak Vera de waarheid, maar ik kon er niets aan doen dat ik moest denken aan Frank Musio die daar dreef op de Californische stromen met een lijf vol vergif.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 7
  
  
  
  
  Tientallen zongebruinde lichamen dobberden in de branding. Het waren niet de overlevenden van een schipbreuk, maar Engelse toeristen, bezig met wat Engelse toeristen nu eenmaal doen als zij de Middellandse Zee bereiken.
  
  De branding en het strandje voor het vakantieplaatsje Albufeira, waren Portugees. Twintig jaar geleden was Albufeira een vissersdorp. Nu zitten de vissers op hun schitterend geverfde boten met hoge boegen hun hoofden te schudden over de hysterisch vakantievierende toeristen en over de reusachtig witgekalkte vakantiehotels die over de onregelmatige kust verspreid liggen als dikke klodders slagroom. Maar één ding moet je die vakantiehotels na geven. Ze voelen zich niet aangetast door ongetrouwde paartjes, zoals Raki Senevres en Vera Cesare. Het meisje dat de drankjes naar ons balkon bracht zag nauwelijks dat we één pyjama met twee mensen gebruikten.
  
  'Wodka en citroensap voor ontbijt. Dat heb ik nog nooit gehad.' Vera nipte van haar glas. Zij droeg de bovenste helft van de pyjama en dat was louter en alleen uit fatsoensoverwegingen.
  
  We waren pas drie dagen weg uit Istanboel en heel wat verder gekomen dan een paar kilometer. Ik begon er aan gewend te raken Vera om me heen te hebben en ik kreeg het gevoel dat hetzelfde met haar gebeurde. Minnaars zijn is één ding, maar het is iets anders om te bemerken dat iemand zowel minnares als partner kon zijn. En evenals de wodka in het citroensap, had Vera nog een extra kick: ze kon tevens mijn beul worden.
  
  'Dat is alleen maar dat je alle vitamines binnenkrijgt die je nodig hebt. Ik weet hoe graag Amerikanen hun dagelijkse vitaminen willen hebben.'
  
  Ze glimlachte, maar haar ogen zwierven terug naar mijn naakte borst. Special Effects heeft gedaan wat het kon op mijn gevechtslittekens, maar ze kunnen alleen maar iets doen met huidtransplantatie. De spieren van mijn schouders droegen voldoende strepen voor een sergeant-majoor.
  
  'Jij weet alles over Amerikanen,' zei Vera. 'Ik weet niets over jou. Kun je me niet iets vertellen?'
  
  'Er is maar heel weinig te vertellen.'
  
  Ik weerde haar vraag af omdat ik geen zin had te liegen als het niet absoluut noodzakelijk was.
  
  'Jij probeert de geheimzinnige romanticus te spelen,' drong zij aan.
  
  'Helemaal niet. Ik ben een heel erg praktisch iemand, helemaal niet zo romantisch.'
  
  'Jouw Engels is erg goed. Waar heb je het geleerd? Van een rijke, Amerikaanse dame?'
  
  'Vera, iedereen die Amerikaans geld wil hebben, moet Engels spreken.'
  
  'En jij wilt geld. Of is het de kick van het geld krijgen?'
  
  Ik sloeg het laatste van mijn wodka-citroensap achterover. 'Ik zal je eens wat zeggen, Vera. Laten we gewoon dat geld gaan halen en dan zien hoeveel kicks we krijgen.'
  
  We hadden nu een Mercedes 220 S en een uur later reden we door de bochtige straatjes van Albufeira, langs stalletjes met ansichtkaarten en winkelvitrines met kant uit Madeira. De kustweg werd omzoomd door witte en blauwe irissen, een typisch Portugees iets. We snorden voorbij paard-en-wagen, met symbolen beschilderd om het boze oog af te weren.
  
  Op een landweg passeerden we een ossenmarkt en rijstvelden waar vrouwen in rij nauwgezet de oogst met de hand uittrokken. We waren, terug in de achttiende eeuw. Pastelkleurige pelikanen, balancerend op één poot, zochten naar kikkers in ondiep water.
  
  We klommen gestaag tot de dorre heuvels zich voor onze ogen ontrolden: een typisch Iberisch landschap. Verwrongen kurkbomen wierpen scherpe, opzichtige schaduwen over de grijsgroene aarde. Vera slaakte een kreet en keek naar de verte.
  
  'Is dat sneeuw?'
  
  Op de verre berg lag een wit laken glinsterend in de zomerzon.
  
  'Er gaat een oud moslim verhaal,' zei ik. 'Toen Spanje nog geregeerd werd door de Arabieren, trouwde een Arabische prins met een Viking prinses en bracht haar met zich mee naar Spanje om daar hun levensdagen te slijten. Ze werd steeds droeviger en toen hij haar vroeg waarom, zei ze hem dat ze het uitzicht op het noordelijke land miste, vooral de sneeuw. Hij kon het niet verdragen haar terug te sturen, dus hij plante Spanje vol met amandelbomen die het land overdekten met witte bloesem als sneeuw.'
  
  'Amandelbomen?' echode Vera zacht.
  
  De Mercedes zoemde vriendelijk en we klommen naar boven naar iets dat veel weg had van een luchtspiegeling of een toverachtige gletsjer. Toen we de boomgaard bereikten werden we omgeven door een zee van huiverende, witte bloemblaadjes.
  
  Amandelen. De vergruizelde pitten zijn de basis voor Amygdaline, ook bekend onder de naam cyanide. Maar Vera zag er erg mooi uit tegen de achtergrond van door bomen gedragen sneeuw.
  
  Na kilometers van amandelboomgaarden bereikten we een complex gebouwen, een garage, een molen, silo's en een kantoor. We parkeerden de auto en stapten het kantoor binnen. Een oude man in afgedragen kleren begroette ons met een militair geklak van zijn hakken.
  
  'Herr Hauffmann?'
  
  'Nee. Ik ben Senevres. Ik kom van het Hauffmann Gesellschaft. Heeft u onze bestelling in orde gemaakt?' De ouwe jongen was teleurgesteld en ik dacht te weten waarom. Hij was Duitser, hoogst waarschijnlijk oorlogsmisdadiger, ondergedoken zoals zovelen in Spanje en Portugal in '45. Nu smachtte de arme man naar een vleugje van zijn thuisland. 'Ja, ja, alles is klaar.'
  
  'Hier is een kascheque van de Banco de Lisboa voor een wagonlading amandelpoeder. Ik zou het poeder nu graag willen zien.'
  
  'Heel goed.'
  
  Wij wandelden gedrieën naar een van de silo's. Een vrachtwagen stond er met zijn achterkant tegenaan en onze gids wees naar een paar half gevulde kartonnen vaten. Het amandelpoeder erin was een aromatische, ivoorkleurige stof. Ik kon het niet zien, maar ik voelde Vera's goedkeurende blik. Buiten de aroma was er geen uiterlijk verschil tussen amandelpoeder en opium.
  
  'U kunt me net zo goed die cheque teruggeven. Dit poeder moet ik niet,' zei ik tegen de oude man.
  
  'Wat bedoelt u?' Hij keek me ontzet aan.
  
  'We hebben u opzettelijk grote, doorzichtige, plastic zakken gestuurd om de poeder in te verzenden. Als u de poeder in vaten verpakt, zal de douane aan iedere grens die vaten opentrekken tot we tien procent kwijt zijn door verontreiniging alleen al.'
  
  'De douane maakt de zakken sowieso open,' protesteerde hij.
  
  'Dat is de reden dat de zakken voorzien waren van elastische boorden. Op die manier werkt Hauffmanns Ubersee Gesellschaft. U moet het begrijpen.'
  
  Abrupt gaf hij de arbeiders de opdracht naar de plastic zakken te zoeken. In een paar minuten waren de zakken terecht en de poeder uit de vaten werd erin overgebracht.
  
  'De goederenwagon staat te wachten op het emplacement van Albufeira. Ik verwacht dat hij vertrekt met de trein van vannacht, zodat u vandaag nog moet laden. Hauffmann Gesellschaft heeft veel meer zaken voor u als deze verzending correct wordt afgehandeld.'
  
  'Zoals u wilt.' De oude knaap knikte energiek.
  
  'Schitterend.' Vera kuste me op mijn wang toen we langs de berg naar beneden reden. 'Amandelpoeder is een prachtige zaak. Maar ik begrijp nog steeds niet hoe je de verwisseling gaat plegen. Je had gelijk toen je zei dat de grensinspecteurs alle zakken zouden controleren. Ze staan te loeren naar opium en van elke zak zullen zij een monster nemen.'
  
  'Juist. Dat wil ik ook.'
  
  'Nou, waar ga je die opium dan verstoppen?'
  
  'Dat doe ik niet.'
  
  Voor een minuut reden we in stilte door de amandelboomgaard voor zij een nieuwe gedachte kreeg.
  
  'Je bedoelt dat we de opium niet via Portugal brengen?'
  
  'Ik heb nooit gezegd dat we dat zouden doen.'
  
  'Maar, ik dacht. ..' Vera keek fronsend voor zich uit. De wind speelde door haar lange, goudkleurige haar. 'Wat doen we dan hier?'
  
  'Wat heb je tegen amandelen?'
  
  Zenuwachtig wreef ze haar camee-ring langs haar kin en greep een sigaret. Toen we stilhielden voor een lunch met gegrilde sardines en wijn, was zij nog steeds relatief stil.
  
  'Wat zit je dwars? Je ziet er niet zo gelukkig uit.'
  
  'Dat is het niet.' Ze greep mijn hand. 'Het is alleen maar dat je me soms doodsbang maakt. Als DeSantis wist dat hij 100.000 dollar aan amandelpoeder had en niets anders zou hij erg overstuur over je zijn. Ik zou me wat geruster voelen als je me tenminste vertelde hoe je die opium binnenbrengt. Bovendien heb ik nu een aandeel hierin.'
  
  'Vera, als je je geruster wilt voelen moet je wat meer wijn drinken. En wat dat systeem aangaat, maak je maar geen zorgen. Alles loopt zo goed als maar enigszins kan.'
  
  'Je klinkt zo vol zelfvertrouwen.'
  
  'Salud!'. Ik raakte haar glas aan met dat van mij.
  
  Het was vroeg in de middag toen we terugreisden naar het hotel. De zon was een gouden bal aan de hemel en we besloten onze badpakken te halen en een leuk plekje voor onszelf te vinden aan de kust.
  
  'Geef me even de kans om een bad te nemen,' zei Vera toen we onze kamer binnenstapten.
  
  Ik geeuwde op de manier van iemand die een fles wijn naar binnen had gewerkt en ging op het bed liggen. Als mijn baas nu eens Nick Carter kon zien, dacht ik, zou hij direct alle onkostennota's van de laatste tien jaar doornemen. Het was een pervers bevredigende dagdroom.
  
  Een plop met dezelfde resonantie als die van een champagnekurk, maar tien keer zo luid, klonk vanuit de badkamer. Ik was al van het bed af en trok de Astra. De deur naar de badkamer ging open en een man sloeg voorover op het kamerbrede tapijt. In zijn hand had hij een groot kaliber revolver. Midden op zijn rug was een kruitvlek te zien en een klein, zwart gat. Vera kwam uit de badkamer. Haar haar hing los en haar lippenstift was vlekkerig. Nog steeds hield ze de Beretta .22 in haar hand, kennelijk een deel van haar toiletgerei.
  
  "Wie is hij, Vera.'
  
  'Ik weet het niet. Hij stond achter het douchegordijn te wachten.' Ze knielde neer naast de dode man en trok het hoofd aan het haar omhoog. Het gezicht was vierkant en donker, de ogen uitpuilend van schrik.
  
  'Corsicaan. Ik ben bang dat de concurrentie over je heeft gehoord.'
  
  'Daar ziet het naar uit. Je hebt, denk ik, mijn leven gered. Knap schot.'
  
  En die Corsicaan moet wel behoorlijk stom zijn geweest om iemand anders dan een vriend met een pistool naar zijn ruggengraat te laten wijzen.
  
  'We kunnen beter meteen hier vandaan, Raki.'
  
  'Eerst moeten we voor het lichaam zorgen. Ik heb liever niet ook nog de politie op mijn nek.'
  
  De dode man bloedde nauwelijks en de kogel was niet van voren bij zijn borst, naar buiten gekomen. Ik maakte me geen zorgen over het geluid van het schot. Eén op de duizend herkent het geluid van een klein kaliber wapen.
  
  'Haal die badstof badjas uit de kast. Ik zal de etage kelner bellen.'
  
  Ik bestelde drie drankjes en een rolstoel.
  
  'Wat ben je aan het doen?' Vera bracht me de jas.
  
  'Misschien staan er vriendjes op hem te wachten.'
  
  'Waar moet ik bang voor zijn, zolang jij mijn vriendje bent?' We hadden de Corsicaan de jas al omgedaan op het moment dat de kelner kwam. Een paar minuten later hadden we de dode man met een riem in zittende positie vastgesjord in de rolstoel. Ik begon de niet afgevuurde revolver uit zijn hand te wrikken.
  
  Misdadigers proberen soms een moord er uit te doen zien als zelfmoord door hun wapen in de hand van het slachtoffer te stoppen. De reden dat de politie zich hierdoor niet voor de gek laat houden is, dat het wapen op de grond valt op het moment dat het lichaam wordt opgetild. Het wapen valt niet als het werd vastgehouden op het moment van de dood zelf; dan trekken de spieren van een hand zich samen als staal.
  
  Ik slaagde erin de dodelijke greep net voldoende open te wrikken om het wapen los te krijgen en dat te vervangen door een glas.
  
  'Wat nu?' vroeg Vera zenuwachtig.
  
  'We wachten.'
  
  Acht uur is een normale tijd voor de rigor mortis inzet. Maar de hete, Portugese dag versnelde het proces een beetje. Binnen zes uur was onze bezoeker merkbaar verstijfd. Vera ijsbeerde van het ene eind van de kamer naar de andere, zo nu en dan neerploffend in een stoel om wat te roken en een tijdschrift door te bladeren, maar altijd om weer overeind te komen en heen en weer te benen. Ik lag op bed, het pistool in mijn schoot, en lette op de deur en het balkon. Het was mogelijk, zoals zij zei, dat een andere bezoeker het misschien zou proberen ongevraagd binnen te stappen. Maar hoe meer ik erover nadacht hoe onwaarschijnlijker het leek.
  
  'Het is donker,' zei ze ten slotte. 'Kunnen we nu niet gaan?' Ik maakte de riem los die het lichaam van de Corsicaan overeind had gehouden. Hij bleef keurig rechtop zitten. Ik verving zijn schoenen en sokken door slippers en rolde zijn broekspijpen op. Hetzelfde gebeurde met zijn jasmouwen. Als finishing touch voorzag ik het drankje in zijn hand van nieuwe ijsblokjes en trok de kap van de badjas zo ver mogelijk over zijn hoofd heen.
  
  Welke zenuwaanval Vera ook gehad mocht hebben, die was nu voorbij. Plotseling was ze even koel als de ijsblokjes. We begonnen aan onze wandeling. We gingen met de lift naar beneden en rolden onze stijve vriend door de lobby. Toeristen aan weerskanten wisselden tips uit over zonnebrandlotions. Een maître d'hôtel hield ons staande om te vragen of we thuis zouden dineren. Al die tijd bleven Vera en ik lachend grapjes maken, terwijl we zo nu en dan de man in de rolstoel bij onze vrolijkheid betrokken.
  
  Buiten was het donker. Vera opende een achterportier van de Mercedes en voorzichtig tilde ik onze vriend in de wagen. Ik stopte de rolstoel in de kofferruimte en stapte toen samen met haar voorin. Niemand probeerde ons tegen te houden. Evenmin werden we gevolgd toen we uit Albufeira wegreden.
  
  Dertig kilometer naar het westen doofde ik de lichten en reed de Mercedes naar een klip. Ik verwijderde de badjas en de slippers van de zogenaamde patiënt, trok hem zijn sokken en schoenen weer aan en rolde de broekspijpen en jasmouwen naar beneden. Het was niet mogelijk het glas uit zijn hand te krijgen, dus ik versplinterde het met een steen. 'Als je zijn maag opensnijdt, kan gas ontsnappen en blijft hij niet drijven,' stelde Vera voor.
  
  In het maanlicht was haar gezicht zacht en teder, volledig in tegenspraak met wat ze zojuist zei.
  
  'Laat hem maar drijven.'
  
  Ik sleepte het lichaam naar de rand en keek naar beneden. De branding beukte tegen de gerafelde zoom van keien. De vloed zette op en het water viel sissend over de messcherpe eendenmossels. Binnen een paar minuten zou de dode onherkenbaar verminkt zijn. Ik duwde hem met mijn voet naar voren.
  
  Een zwarte vorm viel op de schuimende rotsen. Een golf sloeg over de stenen heen en de vorm was verdwenen.
  
  'Dat was dat. Over een dag of wat vinden ze hem in een visnet. Als iemand aan ons denkt, dan duwden wij een lachende, dronken man voort vanuit onze kamer.'
  
  Vera glimlachte en haar wangen gloeiden bijna. 'Raki, jij houdt ervan de dingen netjes af te maken.'
  
  'Niet zo af als jij, Vera.'
  
  Vera weifelde. 'Wat bedoel je?'
  
  'Nou, ik heb hem alleen maar doen verdwijnen, Vera. Jij doodde hem.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 8
  
  
  
  
  De grensovergang van Irun, in de Pyreneeën, tussen Spanje en Frankrijk, ligt in een nauwe vallei. Onze Mercedes bevond zich in een lange rij auto's die werd geïnspecteerd door de Spaanse grenspatrouille. Ik speelde de rol van de verveelde zakenman. Vera las een Franse paperback. De zon was heet. De autoradio blerde Amerikaanse rockmuziek.
  
  Ongeveer op dit moment passeerde mijn wagonlading amandelpoeder de grensinspectie op een andere route, zo'n zeventig kilometer verderop. De Spanjaarden en de Fransen zouden niet tevreden zijn met het uiterlijk van het poeder alleen. Ze zouden elke zak open maken en een monster nemen, niet slechts één keer, maar een aantal keren voor het geval dat het amandelpoeder bovenop dieper gelegen opium was gedeponeerd. Ik wilde ook dat ze dat deden. Ik wilde alles zo legaal mogelijk.
  
  Wat inhield dat we nu het risico moesten nemen bij de grensovergang. Ik maakte me geen zorgen over de Spaanse douane. De dode man zou nu wel door de Portugezen gevonden zijn, maar er was geen enkel verband tussen hem en ons en dat verband zou er waarschijnlijk ook nooit komen. De Corsicaanse familie zou het wel weten echter en dat wierp speciale moeilijkheden voor ons op.
  
  Frankrijk had Corsicanen in de Maffia. Maar op hetzelfde moment is het Franse spionagenetwerk, SDECE, en voornamelijk de moordploeg ervan, action, voor een groot deel uitgerust met geharde Corsicanen. Actions opleidingskamp is gelegen op Corsica. Het is net zoiets als CIA en AXE zouden zijn samengesteld uit Sicilianen. De Corsicanen in Action staan in nauw contact met de drughandel in Marseille, wat één van de redenen is dat tot kort geleden de pogingen om de narcoticahandel stop te zetten op niets zijn uitgelopen. Dood een Corsicaan en je pleegt zelfmoord. Dit is de onuitgesproken wet in Frankrijk. En nu juist dat te hebben gedaan, reden we richting Frankrijk. De Spaanse douanebeambten keken op onze papieren, autopapieren en verzekeringskaarten. Na een ogenblik van waardig doorlezen gaven ze de autopapieren terug en gebaarde ons verder. Het was vijftig meter witte autoweg tot aan de Franse controlepost. Weer gaven we onze papieren af.
  
  'Zou u zo vriendelijk willen zijn uw wagen even aan de kant te zetten,' zei de Fransman.
  
  'Waarvoor?'
  
  'Gewoon inspectie.'
  
  We verlieten de rij auto's en zetten de Mercedes aan de kant neer. Twee mannen in burger stonden ons op te wachten. Het waren Corsicanen. Eén pezige met een olijfkleurige huid en één gezette, met vooruitstekende wenkbrauwen. 'Wat is er allemaal aan de hand?' vroeg ik.
  
  'Papiers!' Er volgde geen 's'il vous plait.'
  
  'Heeft u iets aan de geven?' vroeg de pezige Corsicaan. Het klonk een beetje bevelend, niet veel, maar voldoende om ons te laten weten waar ik stond.
  
  'Niets.'
  
  'Het is een Turk,' zei de andere, alsof dat automatisch iets inhield.
  
  'Waarom reist u samen met hem?' vroeg de pezige aan Vera.
  
  'Het is een vriend van me.'
  
  De twee mannen lieten hun ogen vrijpostig over Vera heen gaan. Bij de douanekeet stond een zwarte sedan geparkeerd, met officiële nummerborden en een Parijs nummer. De Corsicanen waren van Action en ze konden alles maken wat ze maar wilden, zolang het er legaal uitzag. Hoewel wraak niet hun enige interesse was. De Mercedes maakte een goede tweede na Vera, wat hun belangstelling aanging.
  
  'Maak het koffer- en motordeksel open, Turk. Een beetje snel.'
  
  Dit keer was zijn toon voldoende om me een meter of wat achteruit te doen wankelen. Mijn gezicht bleef leeg en ik weigerde niet. Eén beweging en ik zou neergeschoten worden wegens het aanvallen van een wetsdienaar.
  
  Ik opende het motor- en kofferdeksel, maar daarmee hield hun speurtocht niet op. De twee schoften trokken allerlei leidingen los, rukten de bedrading aan flarden en haalden de vloermatten overhoop. Toen ze nog steeds niets hadden gevonden, reden ze de Mercedes op een brug en demonteerden de knalpot.
  
  'Als we willen kunnen we deze hele wagen uit elkaar halen, Turk. Waarom vertel je ons niet gewoon waar de handel is.'
  
  'Over welke handel hebben jullie het?'
  
  'Doe niet zo slim.' De gezette schooier raapte een krik op en zwaaide er licht mee. 'Misschien wil je dat ik het op een iets andere manier vraag?'
  
  'Hé, jullie twee, zijn jullie klaar?' De commandant van de grenswacht schreeuwde vanaf de rij auto's bij de controlepost. 'Ik stuur iemand anders aan de kant.'
  
  In een rode M.G. zaten vijf langharige jongeren. Hun hoofden wiegden van de ene kant naar de andere. Marokkaanse hasj, gokte ik. En ze genoten er net iets te vroeg van.
  
  'Blijf waar je bent,' schreeuwde één van de Action mannen terug.
  
  De commandant van de wacht bleef uitdagend staan. Hij was elegant gekleed in een donkerblauw paramilitair uniform en hij betreurde de aanwezigheid van de twee Actionagenten op zijn post.
  
  'Ik heb hier de leiding. Als ik stuff vind wijs ik de auto naar de kant. Wat moeten jullie trouwens van die mensen?' De commandant kwam naderbij, zijn handen op zijn gordelriem. De Corsicanen van Action zijn niet populair bij de Franse politie. De Corsicanen noemen de gendarmes 'blauwkapjes'. De gendarmerie noemt de Corsicanen des bouches', de slagers. 'Als je niets in de auto kunt vinden, laat ze dan gaan.'
  
  'Ze worden gezocht.'
  
  'Waarvoor? Ik heb namen en beschrijvingen van alle gezochte personen. Ik ken deze twee niet.'
  
  'Kijk, mon capitano, als je niet als de sodemieter maakt dat je hier wegkomt, pomp ik wat lood in je reet,' sneerde de Corsicaan met de krik.
  
  'Oh, werkelijk?' De commandant scheen op een aristocratische manier geamuseerd te zijn. Hij knikte met zijn hoofd in de richting van twee van zijn mannen die de gebeurtenissen met grote belangstelling gade sloegen. Allebei hadden ze een Lebell subautomatisch geweer van hun schouders gehaald. 'Beste, smerige eilandbewoners, op het moment dat jullie ook maar de verkeerde richting op spuwen, heb ik jullie al besneden.'
  
  De commandant was een arrogante bastaard, maar ik had het gevoel dat hij wel enige charme bezat. De Corsicanen weifelden.
  
  'Pardon, commandant,' kwam ik tussenbeide. 'Maar dit is hoogst vervelend. Misschien kunnen we beter even naar uw kantoortje gaan, dan kunt u Parijs bellen en u vergewissen van hun bevoegdheden.'
  
  'Een uitstekend idee,' zei de commandant instemmend. In zijn kantoor, zou zijn autoriteit nog minder betwist worden. 'Vergeet het.' De Corsicaan liet de krik vallen en sloeg zijn makker op de schouder. 'Laat maar zitten.'
  
  'De auto.' De commandant wees terecht naar de onderdelen van mijn Mercedes. 'Wat moeten we daarmee, nu jullie hem uit elkaar hebben gehaald?'
  
  De Corsicanen grinnikten en maakten een obsceen gebaar met hun vingers. Terwijl de commandant nog wat napruttelde, sprongen zij in hun sedan en reden weg.
  
  'Ik moet u mijn verontschuldigingen voor Frankrijk aanbieden,' zei de commandant, terwijl hij in de houding ging staan. Hij liet de wagen weer in zijn oude staat brengen door bevreesde ondergeschikten. De MG met de in de wolken vertoevende kinderen was vergeten toen de commandant zich door de plichtplegingen van bevelvoerend officier tegenover Vera worstelde. Ik vermaakte mezelf met het tellen van het aantal minuten die Vera en ik nog levend over hadden.
  
  De Corsicanen zouden ons opwachten voorbij de controlepost. Het kleine dorpje Irun was niets meer dan een tweebaansweg met armetierige hotels aan weerszijden en eenmaal voorbij de hotels niets dan heesters en bergen. Er waren daar geen zijwegen die we konden nemen. Irun was een val. We konden gewoon omkeren en teruggaan door Spanje, maar zelfs de commandant was niet zo aangetast dat hij dat niet verdacht zou vinden.
  
  'De wagen is weer zo goed als nieuw, monsieur, met mijn complimenten.' De commandant schonk me een korte buiging. 'U begrijpt,' voegde hij er gedempt aan toe, 'dat de Corsicanen geen echte Fransen zijn. Ze worden alleen getolereerd omdat ze bruikbaar zijn.'
  
  'Bruikbaar voor wat?' vroeg Vera met een vleugje hatelijkheid.
  
  'Bruikbaar tegen bijvoorbeeld anarchisten of ander tuig.' Hij spreidde zijn handen. Toen we in de auto stapten, leunde hij op het portier en schonk onschuldige Vera een brede man-van-de-wereld grijns. 'Bonvoyage, mademoiselle, en wat mijn zielenheil aangaat, blijf uit de moeilijkheden.'
  
  We beantwoorden zijn groet en reden weg van de controlepost.
  
  'De Corsicanen,' zei Vera toen ze eindelijk ophield met zwaaien, 'moeten we afmaken.'
  
  De zwarte sedan van de Corsicanen begon bumper tegen bumper te spelen met ons toen we halfweg het grensstadje waren. Vera stak haar haar in een wrong vast. Haar Beretta lag in haar schoot.
  
  'Je kunt je pistool wegdoen,' zei ik. In mijn zijspiegeltje zag ik dat de gezette man achter het stuur zat.
  
  'Als wij ze niet doden, doden zij ons.'
  
  Dat was niet helemaal waar. Ik keek even naar Vera. De mannen in de wagen zouden mij doden, haar niet. Hoe kwam die eerste Corsicaan in onze hotelkamer? Daar was maar één antwoord op: Vera. Ze werd verondersteld tegen die tijd te weten waar de opium was. Dat was de reden dat zij zo ontdaan was toen we terugreden van de amandelboomgaard, want zij wist dat de Corsicaan op ons zou zitten wachten. Onder mijn afspraak met DeSantis zou al diens geld verbeurd verklaard zijn op het moment van tussenkomst door iemand. Met de opkomst van de Corsicaan als Vera's partner, zou alles verknoeid zijn, dus Vera nam snel een beslissing. Ze blies gewoon een gat in de rug van haar partner.
  
  Nu was ze bereid nog eens twee mannen te doden, zodat die niet het verkeerde zouden doen of zeggen. En ik moest ze wel doden, want met Action achter me aan kon het hele project van AXE de mist in gaan. Dus, Vera en ik, twee gelieven, namen gezamenlijk een dodelijke, zakelijke beslissing.
  
  Een tankwagen van de andere richting dwong de Corsicanen van de linkerhelft. Toen de Corsicanen weer optrokken om te passeren, deed een houtwagen ze weer afremmen. Ik gaf de Mercedes gas tot honderddertig. Hij kon de tweehonderd halen, maar ik wilde binnen het gezichtsveld van de Corsicanen blijven.
  
  Pijnbomen en eiken zoefden ons voorbij. De Pyreneeën was een houtstreek met herten, beren en wolven. Misschien dat ik erin zou slagen de Corsicanen op een houtwagen te laten rijden, maar het resultaat zou toch te veel op moord lijken. Ik had een fataal ongeluk nodig.
  
  Ik duwde op de knop die mijn raampje naar beneden deed zakken en zei Vera hetzelfde te doen.
  
  'Je wilt niet dat ik hun banden lek schiet?'
  
  'Doe precies wat ik zeg, Vera. We zetten een val voor hen op.'
  
  Ik zwenkte naar de linkerweghelft en vertraagde tot honderd kilometer voor een krappe bocht. Irun lag op dit moment ver onder ons in de vallei. We zaten hoog en op drie meter van de zijkant van de weg was een ravijn van minstens 300 meter. Een vrachtwagenclaxon jammerde en ik draaide de Mercedes weer op de rechterrijbaan. De banden gilden en de lijnen rond Vera's mond verstrakten.
  
  Een ander meisje zou zich doodsbang aan het dashboard hebben vastgegrepen.
  
  De sedan met de Corsicanen doemde weer achter ons op. Ik zwenkte naar de tegemoetkomende rijstrook.
  
  'Hij passeert ons gewoon aan de rechterkant, Raki.'
  
  'Dat is ook het idee. Als je klaar voor ze bent komt alles in orde met ons.'
  
  De ene s-bocht volgde de andere op. De banden van beide wagens hieven een gevaarlijk gejank aan toen we naar links en rechts tegen de berg opdraaiden. Om maar één reden hadden de Corsicanen nog niet de banden van onze wagen lek geschoten: de wagen zelf. Ze geloofden nog steeds dat de opium met de Mercedes werd binnengebracht. Een verkeersongeluk zou de gendarmerie aantrekken die heel waarschijnlijk opium uit het wrak zou zien lekken.
  
  Mijn linkerachterband raakte de zijkant van de weg en wierp kiezelsteentjes in de lucht. Vera keek naar de witte kruisen die we passeerden aan de kant van de weg - elk kruis daar geplaatst voor een dode door een verkeersongeluk. Een zware vrachtwagen, in de eerste versnelling, verscheen voor ons. Toen ik hem wilde passeren, kwam een tweede vrachtwagen langs de berg naar beneden gerold. Ik bracht de Mercedes van honderdtwintig tot vijftien kilometer terug en op het moment dat de vrachtwagen met een enorme windzucht voorbij kwam, trok ik weer op, de andere sedan net achter me.
  
  We waren nu op de top van de berg, naar voren en naar achteren aan het oog onttrokken. De lucht was zwaar van de geur van pijnbomen. Ik hield de linkerkant, de sedan kwam rechts langszij.
  
  De Corsicaan aan het stuur had zijn raampje naar beneden gedraaid. Hij had een gouden tand bij zijn onderste snijtanden. Ik zag hem voor het eerst. Ik bracht de Mercedes iets dichterbij totdat beide auto's, met een snelheid van negentig kilometer per uur, elkaar bijna raakten. Met zijn linkerhand schoof de chauffeur een .45 door het raampje van Vera naar binnen.
  
  Heel logisch dook zij weg uit de vuurlijn, precies zoals ik dat ook wilde. Triomfantelijk, op nauwelijks een meter afstand, richtte de Corsicaan zijn automatische pistool op mijn hoofd.
  
  'Langzaam aan, Turk,' schreeuwde hij.
  
  De loop wees op mijn slaap. Ik bleef rijden. De Corsicanen wilden geen ongeluk. Nog niet. De Corsicaan met de vooruitstekende wenkbrauwen blikte, met één hand sturend, naar voren. Zijn hoofd schoot terug toen hij de druk op de pols van zijn pistoolhand voelde.
  
  Vera had op het knopje gedrukt dat haar raampje weer naar boven deed gaan. Ze leunde zwaar op de knop en sloot zijn hand binnen. Ik begon naar rechts te sturen, naar de diepe val toe. De Corsicaan die zag welke kant hij opging, gilde.
  
  Ik dook ineen. Twee .45 kogels gingen over mijn hoofd langs en verdwenen door het open raampje naar buiten, het geluid galmend in mijn oren. Het waren wanhoopsschoten. De Corsicaan liet zijn .45 in Vera's schoot vallen om zijn hand vrij te krijgen. Het lukte niet. Zijn hand bleef tot aan de pols in de Mercedes. De andere Corsicaan, naast hem, probeerde een schot af te vuren, maar de chauffeur zat hem in de weg. Langzaam duwde de veel sterkere Mercedes naar rechts. De ruimte die voor de sedan overbleef slonk van drie meter naar twee, naar anderhalf.
  
  Vera liet de knop van haar raampje los. De hand verdween eerst. De Corsicanen erna. Waar eerst een sedan was geweest, was nu niets anders dan fluitende lucht en een ogenblik later het geluid van iets dat heel snel langs de berghelling naar beneden viel. Vera raapte de .45 met haar sjaal op en wierp het wapen het raampje uit. Het tolde naar beneden naar de bomen toe. Toen zakte ze achterover en keek me zuchtend aan.
  
  'Jij bent erg goed, Raki. In elk opzicht. Wat ik niet begrijp is, dat we nooit eerder van je hebben gehoord.'
  
  'Jij bent zelf ook niet slecht, Vera.'
  
  Ze dacht erover na. Mijn bedoeling was duidelijk genoeg. Op geen enkele andere manier hadden die Corsicanen op ons spoor kunnen komen dan via haar. Zij had hen naar ons toe geleid en kon op geen enkele andere manier van hun vroegtijdig verschijnen afkomen dan via moord.
  
  Drie doden in drie dagen. Het was net een Maffiamadelief. Ze houdt van me. Ze houdt niet van me. Ze houdt van me. Het volgende bloemblaadje was ik misschien wel.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 9
  
  
  
  
  Saarguemines was Frans. Aan de andere kant had je Saarbrücken, Duitsland. De steden werden van elkaar gescheiden door een rivier en een douanepost van de spoorwegen. 'Ik begrijp het niet,' zei Vera voor de honderdste keer. 'Als we de opium dan niet binnenbrengen in een wagon, wat is er dan zo bijzonder aan een vracht amandelpoeder?'
  
  'Vera, als ik dacht dat ik het je had moeten vertellen, denk je dan niet dat ik het al zou hebben gedaan?'
  
  'Neem me niet kwalijk.'
  
  Ze stapte naar buiten, het balkon op. Onze hotelkamer keek uit over de rivier. In de schemering dreven de rivieraken op dezelfde manier als zij al eeuwen hadden gedaan, hun kajuiten verlicht door olielampen.
  
  'Maar soms,' voegde zij eraan toe, 'denk ik dat die spoorwagon van jou niets anders is dan een lokeend. Is dat het, Raki?'
  
  Ze draaide zich om en keek me aan in de elektrische gloed van de naakte peer in onze kamer. Vera zag eruit alsof ze in tranen zou uitbarsten en nog nooit had ze er zo begerenswaardig uitgezien. Ik begeerde haar, om het maar simpel te stellen. Het samenleven met haar, de liefde bedrijven, het was een deel van mijn leven geworden. Het was een leugen en leugens komen aan een einde, maar zolang het duurde bleef ik het verwelkomen.
  
  'Zonder dat amandelpoeder is er geen zending.'
  
  Ik voegde me bij haar op het balkon. In het donker, voorbij de marmeren balustrade van het balkon, in de kronkelige straten van Saarguemines stond waarschijnlijk een wagen vol mannen te wachten. Als ik haar nu vertelde waar de opium was, zouden de mannen komen om me te doden en wat er dan nog overbleef opvoeren aan de vissen in de rivier. Natuurlijk, misschien stond er helemaal geen auto met mannen erin te wachten.
  
  De laatste, dubbele moord had misschien alle contact verbroken tussen haar en de Corsicanen. Hoe haar status bij de Amerikaanse Maffia ook mocht zijn, het was best mogelijk dat zij nu even waarschijnlijk geraakt zou worden als ik. Of misschien was ze wel zo verliefd op een Turk, Raki Senevres, dat ze hem nu alleen nog maar wilde helpen. De laatste mogelijkheid was de minst waarschijnlijke.
  
  Ik trok Vera mee van het balkon naar het bed. Op haar rug, haar haar als een gouden waaier rond haar hoofd, keek ze toe hoe ik haar uitkleedde. Haar borsten vielen ietwat naar opzij en kwamen tegen haar armen te liggen. Haar tepels waren roze en stevig. Ze bracht haar heupen omhoog toen ik haar slipje naar beneden trok. Een zachte glinstering dreef op de gouden driehoek van haar venusheuvel. Ik liet mijn eigen kleren in een stoel vallen. Ze spreidde haar benen toen ik bij haar kwam liggen.
  
  'Dus ik moet je vertrouwen,' fluisterde ze in mijn oor.
  
  'Zoals ik jou vertrouw.'
  
  Op ditzelfde moment doopten twee grenswachten, een Franse en een Duitse, hun lepels in zakken met amandelpoeder, op de grensoverschrijding Saarguemines-Saarbrücken. Allebei zouden ze van de zak proeven, wist ik, en steeds dieper zouden ze hun schepje steken om er zeker van te zijn dat de zoete amandelstof geen greintje van opium dromerige, alkaloïde boeket bevatte.
  
  Vera sloot haar ogen. Haar tong gleed langs haar tanden. Ik drong in haar. Haar buik kwam omhoog tegen die van mij aan en viel weer terug toen ik half uit haar gleed. Vera's vingers verzonken in de dichte krullen op haar buik en trokken haar lippen wijd uiteen.
  
  De grenswachten zouden nu wel het laatste beetje amandelpoeder tussen tong en gehemelte rollen. Daarna zouden ze hun mond kameraadschappelijk spoelen met een gedeelde fles plaatselijke wijn. Dan zou elke zak dichtgebonden worden en zijn strook worden bestempeld met de douanestempels van de Republiek Frankrijk en die van de Bondsrepubliek, naast de douanestempels van Portugal en Spanje. De sluitingen van elke zak zouden worden verzegeld met een S-S loodje van het Saarguemines-Saarbrücken station en de codenummers van zowel de Franse als de Duitse inspecteur. Dan zouden de zakken worden weggesleept uit de inspectie keet, over het perron naar de wagon. Tijdens de nacht zou de wagon vol amandelpoeder op een ander spoor worden gezet, richting de andere kant van de brug, richting Duitsland. Onze hotelkamer was stil, opgesloten in een moment van tijd. Vera hield haar mond tegen mijn wang gedrukt. Het hoogtepunt was voorbij, maar ik bleef in haar, nog steeds hard, nog steeds evenveel vrouw voelend als een man maar kan.
  
  Een metaalachtige kreet sneed door de verre nacht.
  
  'Wat is dat?' vroeg Vera.
  
  'Dat is het rangeeremplacement. Ze zijn de wagons aan het koppelen voor het vertrek morgen.'
  
  'Waarheen?'
  
  Ik voelde haar polsslag versnellen.
  
  'Van hier naar de hel,' antwoordde ik.
  
  De volgende dag was stralend, met een hemel als blauwe, Teutoonse ogen. Geen Corsicaan van Action stopte ons aan de Franse kant van de rivier en aan de Duitse kant werden we verwelkomd als elke, andere toerist. Onze Mercedes snorde over de snelle, Duitse Autobahn in de richting Keulen. Keulen is een industrieel centrum en Vera dacht nu het antwoord te kennen op het systeem.
  
  'Er zijn 50.000 Turkse arbeiders in dat gebied. Jij hebt hen de opium hierheen en naar München laten brengen. Waarschijnlijk verwerk je hier de opium tot heroïne. Dat amandelpoeder was niets anders dan een list om de Corsicanen op jou te laten letten in plaats van op de zending. Ik begrijp nog steeds niet hoe het je helpt de zending naar New York te brengen, maar Keulen is de sleutel.'
  
  Ik nam niet de moeite om te antwoorden. We reden door Keulen heen en dan verder naar het noorden. Vera's theorie kwam steeds verder achter ons te liggen.
  
  'Ik begrijp het niet. Waarom blijven we doorrijden?'
  
  'Kijk.' Ik wees uit het raampje.
  
  Achter voortgolvend akkerland, zo ver weg dat het op een stuk speelgoed leek, trok een oude stoomlocomotief een goederentrein voort.
  
  'De trein? Volgen we die nog steeds? Maar we gaan naar Bonn. Daar is niets.'
  
  Bijna had Vera het bij het rechte eind. Bonn is de hoofdstad van West-Duitsland. Buiten dat had Bonn een vergeten plattelandsstadje kunnen zijn. Het is alperig en rustiek, zelfs te saai voor de Duitse wetgever die er de voorkeur aan geeft te forenzen vanuit huizen in het meer kosmopolitische Keulen. Bureaucraten die zich een dergelijke stijl niet kunnen veroorloven, wonen net buiten Bonn in keurig aangelegde voorsteden. Het buitenlandse, diplomatieke korps zoekt naar elk geldig excuus om naar Berlijn, München, Frankfurt of Hamburg te gaan, of om het kort te stellen: overal behalve Bonn.
  
  Er gebeurt nooit iets in Bonn. Zeker niet zoiets als misdaad. Berlijn heeft de spionagehandel. München heeft de seks. 'Bonn,' zei ik tegen Vera.
  
  We kregen een motelkamer in de buurt van het centrum van de hoofdstad. Vera keek geïrriteerd uit het raam naar het bord 'niet op het gras lopen'. Mensen uit Bonn lopen dan ook niet op het gras.
  
  'Rustig aan,' monterde ik haar op. 'Jij ziet eruit als familie van Krupp. Ik zie eruit als een buitenlands diplomaat. We vallen niet zo erg op hier. Ben je ooit eerder in Duitsland
  
  geweest?'
  
  'Berlijn. De Alpen.'
  
  'Ach, waar de internationale jetset zich ophoudt. Ski je?'
  
  Ze ontweek mijn vraag en draaide mij haar rug toe. 'Ik heb horen zeggen dat Bonn een dode stad was,' zei ze, 'maar ik heb nooit geweten dat het zo dood was.'
  
  'Je hebt het mis. Juist hier gaat het nu opwindend worden.' Vera had meer dan alleen maar Bonn om zich zorgen over te maken. De invloed van de Maffia is gecentraliseerd in beide Amerika's en mediterraan Europa. De invloed ervan verdwijnt naarmate je verder van die centra weggaat. München, in het zuiden van Duitsland, is de laatste buitenpost van enige Maffiamacht. Keulen, zo halverwege Duitsland, is het laatste contactpunt met die invloedssfeer van München. Bonn, noordelijk van Keulen, ligt buiten het bereik ervan. We bevonden ons nu in niemandsland.
  
  Vera's laatste mogelijkheden waren nu afgesneden. Ze stond nu aan mijn kant, of ze wilde of niet. In de spiegel van de motelkamer zag ik haar een Sobranie uit mijn pakje nemen en opsteken. Ze blies een lange sliert rook uit.
  
  'Oké, Raki. Het is jouw voorstelling.'
  
  Na het avondeten reden we uit Bonn weg in de richting van het vliegveld van Bonn. Het vliegveld is uitgerust met landingsbanen voor straalvliegtuigen en trekt daarmee een grote stroom internationaal verkeer aan, maar de terminal was klein en lag die avond nagenoeg verlaten.
  
  'Mijn idee voor een vervelende stad,' zei Vera, 'naar een vliegveld gaan voor een beetje sensatie.'
  
  'Goed. Ik ga naar binnen door het hek bij de hangars. Over twintig minuten komt de nachtvlucht uit Cairo binnen met zakken diplomatieke papieren voor alle Arabische staten. Ik haal die zakken op en kom het hek uit in een zwarte Cadillac met diplomatieke nummerplaten. Jij volgt de wagen op enige afstand, wacht tot ik alleen ben en pikt me dan op.'
  
  Ik stapte uit de wagen en beende in de richting van de hangars. Vera schonk me de genoegdoening van een lachje dat voor haarzelf was bedoeld. Het was een heerlijk geluid en ik had er lange tijd op gewacht.
  
  'Ausweis, hitte,' eiste de groene, geüniformeerde wachtpost aan het hek.
  
  Ik overhandigde hem een diplomatiek paspoort met mijn beeltenis en de naam van diplomatiek ambtenaar Faisal Ben Sihd.
  
  'U bent hier nieuw?' De Wacht bestudeerde mijn foto.
  
  'Niet zo nieuw.' Ik gaf hem een berispende toon, alsof hij bedoelde dat hij de ene Arabier niet van de andere kon onderscheiden. Hij bloosde verontschuldigend, maar bleef zoeken naar mijn naam op de lijst van geautoriseerde bodes. 'Schiet op, schiet op,' spoorde ik hem aan.
  
  'Uw naam komt hierop niet voor.'
  
  AXE had goed betaald om de naam op die lijst te krijgen. Zou dit die ene fout zijn die het hele, doorwrochte plan in duigen deed vallen?
  
  'Geef hier.' Ik rukte hem de lijst uit zijn handen en ging de namen na. 'Hier, dwaas. Jullie mensen hebben het geschreven als Feisal Sihid. Typisch.'
  
  Onder mijn façade van arrogantie begon het zweet zich op mijn wenkbrauwen te verzamelen. De wachtpost was te geïntimideerd om dat op te merken. Hij opende het hek en liet daarbij bijna zijn machinegeweer vallen. Hij dacht er niet aan mij te vragen waarom ik niet met een wagen van de ambassade was gekomen.
  
  De Cadillac, die eigendom was van de ambassade van de Verenigde Arabische Republiek, stond geparkeerd naast een brandweerwagen. Er waren geen Arabieren in de buurt om opmerkingen te maken. De vliegtuigen van Egypte die in Bonn landden, werden bediend door het personeel van de Lufthansa. De chauffeur die de limousine van de ambassade naar het vliegveld had gebracht zat ergens in een park in de buurt te wachten op de laatste uitbetaling. Eén van de grappen van socialistische landen als de VAR is, dat het ambassadepersoneel miserabel wordt betaald en daardoor, zoals de CIA het eufemistisch noemt, 'open voor suggesties van buitenaf' is.
  
  De rode en witte lichten van het vliegveld lagen verspreid als op een schaars verlichte kerstboom. In vijf minuten verschenen de landingslichten van een 707. Het vliegtuig zelf doemde op uit de duisternis op het moment dat hij landde met achteruit geschakelde turbinemotoren. Ik reed al over de landingsstrook, daarbij de gewoonte volgend van de gebruikelijke koerier.
  
  Het lijnvliegtuig van de are volgde de lichttoortsen van de grondleider en kwam tot stilstand als een grote, zilveren hond. Een mobiele trap werd voor de opengaande deur gerold en de nachtelijke passagiers stapten uit, met een slaperige nieuwsgierigheid kijkend naar de wachtende Cadillac. Toen zij voorbij geparadeerd waren, stapte ik uit de limousine en rende langs de trap naar boven.
  
  'Waar is Ali?' vroeg de steward toen ik mezelf voorstelde. 'De griep.'
  
  'Je bent een leugenaar,' beschuldigde de steward me. 'Ik ken Ali goed. Hij is weer eens uit met een of andere Duitse griet, niet? Je kunt het me best vertellen.'
  
  'Maar vertel het aan niemand.' Ik beantwoordde zijn mannelijke, chauvinistische grijns.
  
  'Die Ali.' De steward schudde zijn hoofd toen hij naar het bagageruim liep. Hij kwam terug, twee canvaszakken meeslepend. Hij lachte niet meer. Feitelijk stond hij op het punt zich een hernia te tillen, gezien de uitdrukking op zijn ronde gezicht.
  
  'Wat heb je in deze zak?' gromde hij. Één van de zakken leunde zwaar tegen de zijkant van de trap.
  
  Ik keek in het bagageruim alsof Kissinger zich daar schuilhield.
  
  'Kodes,' antwoordde ik op gedempte toon.
  
  'Aaah.' De steward knikte, nu medeplichtig aan het geheim. Ik nam de zakken over. Beiden waren gemaakt van canvas en staaldraad, van boven gesloten met een combinatieslot en aan de zijkanten versierd met de gesjabloneerde vlag van de VAR. Het gewicht was niet gelijk. Één zak was ongeveer zestig pond, de andere over de tweehonderd. Ik wierp de zwaarste over mijn schouder toen ik langs de trap naar beneden ging. Bij de Cadillac merkte ik dat de steward Ali inderdaad goed kende. Drie Egyptische stewardessen zaten gezellig op de achterbank voor een ritje naar Bonn. Ze snaterden ongelukkig toen ik ze naar buiten joeg. Ik wierp de diplomatieke zakken op de verwarmde achterbank.
  
  De wacht aan het hek bezorgde me geen moeilijkheden. Diplomatieke zakken zijn, behalve in extreme situaties, onmogelijk te doorzoeken. Ik kon naakt zijn geweest en hij zou geen woord hebben gezegd, tenzij hij een internationaal incident wilde ontketenen. Een witte Mercedes voegde zich achter de Cadillac toen ik vanuit de uitgang van het vliegveld naar de snelweg naar Bonn reed. Vera liet een paar wagens tussen ons in komen toen we ons bij het verkeer voegden. Daarna volgde ze me, gelijke snelheid aanhoudend.
  
  Halfweg de stad zwaaide ik de Cadillac van de hoofdweg af in een gebied van gemaaide velden, kreken en kinderspelgronden. Op een bank, kettingrokend, zat Ali.
  
  'Alles nog in orde?' sputterde hij toen ik het portier opende en hem liet instappen. Ik vertelde hem over de steward en de stewardessen.
  
  'Inch, Allah, alles perfect,' voegde ik eraan toe en bewees het met een dikke envelop vol Duitse Marken. Ali ritste de klep open en ging zenuwachtig de bankbiljetten na. Nu de omkoping achter de rug was, werd hij patriot en controleerde de sloten op de zakken.
  
  'Je begrijpt,' zei hij, 'dat ik dit niet zou doen als het iets te maken had met de veiligheid van mijn land.'
  
  'Natuurlijk. Maak de zak open, Ali. Ik zal niet kijken.' Ik hoorde een nummer klikken. Door het geluid alleen had ik hem de combinatie kunnen vertellen, maar het had geen enkele zin een dwaas van hem te maken.
  
  'Het is zwaar,' kreunde hij.
  
  'Ik doe het wel.'
  
  Uit de geopende zak trok ik een plastic zak die volgestopt zat met een ivoorkleurig poeder, 20 miljoen dollar bij elkaar.
  
  'Dat is opium,' hijgde Ali.
  
  'Wat dacht je dan dat ik smokkelde? Bibliotheekboeken?'
  
  'Dit is diefstal.' Ali schudde met de envelop naar mij. 'Ik zou veel meer moeten hebben.'
  
  'Als je mazzel heb en je houdt je snater, Ali, dan krijg je veel meer bij de volgende zending. Maar nu die andere zak open en verdeel de inhoud zodat niemand je zal vragen waarom je bij de ambassade komt met één volle en één lege zak. Ik praat tegen jou als partner. Ik kan op een heel andere manier tegen je praten.'
  
  Hij begreep het. De envelop scheen plotseling voldoende. Hij maakte de zakken keurig gelijk en ik gaf hem een broederlijk klopje op zijn schouder voor hij wegreed. De psychologie van een man als Ali was simpel. Het had geen enkele zin om me nu over te dragen aan de Egyptische of de Duitse autoriteiten, zonder zichzelf in een kwaad daglicht te plaatsen. Maar de volgende zending, zo hield hij zichzelf voor, zou hij harder optreden en meer geld eisen. Intussen kon hij genieten van zijn nieuwe status, dat van een gevaarlijk iemand.
  
  De Mercedes gleed naderbij. Ik wierp de zakken op de achterbank, bedekte die met een deken en gleed naast Vera. 'Wat nu?' vroeg ze.
  
  'Nu onze treinwagon.'
  
  Ik gaf haar de richting naar Bad Godesberg, een klein stadje ten zuiden van Bonn. We waren daar in tien minuten. Bad Godesberg was niets meer dan een Madurodamstadje met speelgoedbuisjes die een blauw schijnsel van televisietoestellen uitstraalden. Aan de rand ervan lag het spoorwegemplacement. Een hoog hek omgaf het geheel, maar dat hek was op tientallen verschillende plaatsen kapotgemaakt door kinderen. In de keet van de nachtwaker, verderop, gloeide dezelfde versuffende gloed van een televisiebuis. 'Weetje zeker dat dit de enige bewaking is?' vroeg Vera. 'Waarom zou er meer zijn? In dit deel van Duitsland heb je niets van waarde, behalve voedingsmiddelen en mest. De mensen hier zeggen dat zij de mest van Bonn verspreiden.'
  
  We parkeerden de auto en trokken de plastik zak naar buiten. Door één van de niet-officiële ingangen van het hek gingen we naar binnen en klommen tegen het met grind bedekte talud van de rails op.
  
  Er waren vijf sporen daar, maar ik wist waar de Bonn-Saarbrücken trein stond. Met een zwakke zaklantaarn vond ik de wagon die was gehuurd door Hauffmann Ubersee Gesellschaft. Ik opende de deur met mijn gepachte sleutel en hees Vera en de zak op. Ik sloot de deur achter ons.
  
  'Zo, dus dit is de wagon die we door heel Europa hebben gevolgd.' Ze keek om zich heen. Twintig zakken van 100 kilo amandelpoeder lagen over de vloer van de wagon verspreid. Maar buiten de douanestempels en inspectieloodjes waren de zakken precies hetzelfde als degene die ik had binnengebracht.
  
  'Door heel Europa, zodat ze maar zo vaak mogelijk konden worden geïnspecteerd door de meest wakkere inspecteurs, Vera. Dat is juist het punt.'
  
  'Maar hoe denk je de verwisseling te doen, Raki? Een zak amandelpoeder leeg strooien in de wagon?'
  
  Ik was al bezig haar vraag te beantwoorden door de verwisseling te beginnen. Met een draadtang kneep ik de draad door die de loodjes van de inspecteurs op een zak hield. De zak was nog steeds dicht door zijn eigen, elastische band. Bij de band stak ik de punt van een zakmes naar binnen en sneed toen langs de band, helemaal rond.
  
  'Hou dit even vast.' Ik gaf Vera het mesje.
  
  Met beide handen begon ik de zijkant van de zak naar beneden te trekken. Wat één zak had geschenen, waren er in werkelijkheid twee, een stevige binnenlaag met een dunnere buitenlaag. Het was die buitenlaag, volgestempeld met alle douanestempels, die ik los spelde. Ik hield de zak opium omhoog en Vera trok die buitenlaag eroverheen.
  
  'Hoe wil je die buitenlaag vastmaken?'
  
  Ik klapte de band op van de opiumzak. Er zat een strook op. Die trok ik los en onthulde zo een kleefstrip. Ze begreep het en hielp me met het stevig vasttrekken van de buitenste zak toen ik hem vastplakte aan de onderkant van de band. Toen ik de band ten slotte liet terugspringen, was de overdracht volledig.
  
  'En het loodje?' vroeg Vera.
  
  Ik bond de draad met het loodje rond de hals van de zak en bracht de door geknepen uiteinden samen met een borg van koud soldeer.
  
  'Dat houdt niet eeuwig, Raki,' protesteerde ze. 'Bovendien zal elke nauwkeurige inspectie aantonen dat het is doorgesneden.'
  
  'Dat hoeft ook niet eeuwig te houden,' lachte ik. 'Begrijp je het niet, Vera? Alle nauwkeurige inspecties zijn voorbij voor deze zakken. Ze zijn gewaarmerkt als puur amandelpoeder en van nu af aan zal elke inspectie niets anders zijn dan een toevallige blik in de wagon om de zegels te controleren. Wat de afhandeling betreft, dat doen wij. Het werk is gedaan, Vera. Wat nu komt is niets anders dan leut.'
  
  Ik liet de zak met opium achterin tussen de zakken met amandelpoeder vallen. Er was geen verschil te zien. De opium was anoniem en, wat nog beter was, gestempeld met het zegel van goedkeuring. Dit hadden de wetenschappers van Special Effects niet kunnen uitdenken. Ze hadden gezocht naar een manier om 100 kilo opium te verbergen. De eenvoudiger, effectievere methode was die hele verzending openlijk te laten plaatsvinden, maar dan op zo'n onschuldige manier dat het nooit verdacht kon worden.
  
  'Je hebt het voor elkaar,' zei Vera triomfantelijk. 'Het is je gelukt. De Duitse spoorwegen zullen 20 miljoen dollar aan opium voor ons verschepen in deze wagon, Raki, ik wil met je vrijen. Nu, hier.'
  
  Gehaast trok ze haar truitje uit. Haar weelderige borsten hingen naar voren toen ze zich voorover boog om uit haar broekje te stappen. Voor ik ook maar had kunnen beginnen was ze al bezig met mijn riem.
  
  Ik weet niet of het het beloofde succes was, of het geld, of de macht die het systeem kon opleveren, maar Vera was gehaast en verbazend opgewonden. Binnen een seconde, op de aanraking van haar vingers en hete mond, was ik dat ook.
  
  Dit maakte geen deel uit van het meesterplan van AXE. Het was een vreemde, erotische bonus, een dwang waaraan ik me overgaf. Ik neukte Vera op de vloer van de spoorwagon met zo'n hevigheid dat die bijna op zijn wielen stond, te schommelen.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 10
  
  
  
  
  'Rotspon?' vroeg de sommelier.
  
  Ik knikte. Rode wijn vloeide in kristallen glazen. Om ons heen rijke gasten van het Schabbelhaus, het meest exclusieve restaurant van Lübeck. Met de typische koppigheid van Lübeckers stonden zij zich slechts steelse blikken in de richting van Vera toe. Ze zag eruit alsof ze ervoor was geboren slechts laag uitgesneden avondjaponnen te dragen. Haar blonde haar was hoog opgestoken en versierd met een enkele smaragd. Haar vrolijke glimlach toonde niets van het ontzag dat de meeste Amerikanen hebben in Europese restaurants, vooral in plaatsen als het Schabbelhaus met zijn zestiende eeuwse luxe. We stootten onze glazen tegen elkaar in een wederzijdse toost.
  
  'Proost, Raki. En gefeliciteerd.'
  
  'Hetzelfde voor jou, partner.'
  
  'Ik zei dat we het samen goed zouden doen.' Ze nipte van de wijn toen we de artisjokken in bearnaise saus aten.
  
  Onze ober verscheen met een zilveren terrine en schepte in wijn gesudderde 'veau a 1'ancienne' op. Een toevallige jusdruppel kwam op de rand van Vera's bord en hij depte hem weg met het servet dat hij voor dat doel bij zich droeg. Rotspon, in werkelijkheid een Franse wijn die al eeuwenlang door de Lübeckers wordt geïmporteerd, was een beetje zwaar voor het kalfsvlees en ik bestelde een witte Traminer, kruidig en aromatisch.
  
  'Iets zegt me dat je hier al één of twee keer eerder wijn hebt besteld,' merkte Vera op toen de sommelier verdween naar de kelder.
  
  'Nee, het is gewoon weten wat je wilt.'
  
  'Jij schijnt dat altijd te weten. Jij bent net een eenmansleger. DeSantis staat in geen verhouding met jou. Ik had het me moeten realiseren toen we vertrokken.'
  
  'Nou, Vera. Nu weetje het.'
  
  'Maar ik weet nog steeds niets over je. Ben je van rijke of arme ouders? Was je smokkelaar of huurling, of allebei? We zijn door Turkije gereisd, door Griekenland, Portugal, Spanje, Frankrijk en nu Duitsland. Hoe komt het dat jij elke taal spreekt? Als ik hen over jou rapporteer zeggen ze zeker dat je te goed bent om waar te zijn.'
  
  'Is dat erg?'
  
  'Ongewoon, Raki.'
  
  'Laten we dan maar zeggen dat ik ongewoon ben.' Ik gaf er de voorkeur aan de rest van haar vragen te negeren.
  
  De traminer arriveerde met nieuwe glazen. Tegen die tijd hield Vera mijn hand vast met de voorbode van een heel andere soort van traktatie als we zouden teruggaan naar ons hotel.
  
  Op weg terug naar het hotel echter, stopten we bij de Petrikirche en gingen de toren van de kathedraal in voor een panoramisch gezicht over de stad. Het was laat in de middag en een koele zeebries waaide rond de hoge torenspits. 'Ga je me ten slotte vertellen waarom we naar deze stad zijn gekomen?' vroeg Vera toen de gids was betaald en naar beneden liep langs de torentrap.
  
  'Kijk om je heen.'
  
  Lübeck is de meest middeleeuwse van alle Duitse, grotere steden. De Petrikirche dateert van de dertiende eeuw. Het meest bekende punt in de stad is de Holstentor, een donkere, massieve poort met twee speervormige torenspitsen midden op het stadsplein. De Holstentor is beroemd genoeg om het Duitse 50 Markbiljet te versieren. De stad is volgepakt met nauwe straatjes en hoge, elegante huizen, eveneens honderden jaren oud. Eens was Lübeck de machtige hoofdstad van de Duitse Hanze en het heeft een stevige onafhankelijkheid behouden. Nooit heeft Lübeck bij een belegering het onderspit gedolven. Hitler, zelf op het hoogtepunt van zijn Führerschap gaf er de voorkeur aan zijn populariteit niet in de waagschaal te stellen door de stad te bezoeken. Het is typisch dat Willie Brandt uit Lübeck kwam en van daaruit naar Noorwegen overstak om tegen Hitler te vechten. Het is even typisch dat de Lübeckers Brandt blijven noemen bij zijn naam van voor het verzet, Herbert Frahm.
  
  'Ik zie een heleboel voorbeelden van middeleeuwse architectuur,' zei Vera. 'Wat moet ik nog meer zien?'
  
  Ik wees over de stad naar het noorden. Aan de horizon was een groene strook water.
  
  'Dat is de Oostzee. De Lübecker Golf van de Oostzee. Schepen uit die Golf gaan naar Kiel en nemen dan het Noord-Oostzee-kanaal door het schiereiland heen naar de Noordzee en de Atlantische Oceaan toe. En dan verder naar New York. Nu, weetje iets over de mensen van Lübeck?'
  
  'Niets.'
  
  'Eens, tijdens een beleg, kwamen de mensen zonder meel te zitten. Maar in plaats van zich over te geven, maalden de mensen amandelen en maakten brood van amandelpoeder. Het amandelbrood wordt marsepein genoemd en tegenwoordig is Lübeck de marsepeinhoofdstad van de wereld. Ze hadden ook wat marsepein in het restaurant. Hier.'
  
  Ik gaf haar het stuk. Het was kunstig gevormd tot een varkentje van een roze kleur. Miss van Hazinga van AXE zou het opgeschrokt hebben. Vera keek slechts naar het beeldje met het oog van een kunstkenner en gaf het toen terug.
  
  'Een beetje te zoet voor me. Bedankt, Raki. Ik had me niet eerder gerealiseerd dat jij zo'n wandelende almanak was.'
  
  'Niet alleen een wandelende almanak. Daar, naar links, in die straat met rood bakstenen huizen is het Hauffmann Ubersee Gesellschaft. Dat ben ik. Ik exporteer ook marsepein.'
  
  Vera fronste haar voorhoofd en tuurde door de straat die ik haar aanwees.
  
  'Lieveling, ik nam aan dat je kleine maatschappijtje hier de dekmantel was voor je spoortransport van amandelpoeder en dat zorgde dan voor de perfecte camouflage om het hierheen te krijgen. Dat is achter de rug. Wanneer vertel je me nou eens hoe je die opium naar New York krijgt.'
  
  Ik liet haar geïrriteerdheid een paar ogenblikken groeien en antwoordde toen: 'Vera, dat heb ik net gedaan.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 11
  
  
  
  
  De verwerking van opium tot heroïne is ingewikkeld en kan alleen gedaan worden in een laboratorium. Ik bezat er één, kant en klaar, in de snoepfabriek van het roodstenen gebouw dat eigendom was van het Hauffmann Gesellschaft. Het was avond en de gewone werknemers waren naar huis. Gekleed in een overal reed ik de vrachtwagen waarmee ik van het station van Lübeck kwam, achteruit tot de deur van de fabriek. Vera maakte de deur open toen ik uit de cabine van de vrachtwagen sprong.
  
  'Alles goed gegaan, Raki?'
  
  Ik gaf haar de spoorwegfactuur voor twintig geïmporteerde zakken met amandelpoeder. Toen begon ik elke zak naar binnen te dragen. Toen ze allemaal binnen waren en de deur op slot, nam ik de zak van 20 miljoen dollar op en sleepte het naar de snoepgoedvaten.
  
  'Ik snap het nog steeds niet.' Vera had een overal aan en haar haar weggestopt onder een groen wollen pet. 'Ik heb nog nooit dope verwerkt, maar ik weet dat het eruit komt als witte poeder. Hoe denk je dat te verbergen?'
  
  'We gaan het verbergen.' Ik keek op mijn horloge. 'We hebben veertien uur voor de arbeiders weer terugkomen. Dus we kunnen maar beter nu beginnen.' Ik overhandigde haar een rubberen masker. 'De dampen zullen je helemaal gek maken als je dat niet gebruikt,' waarschuwde ik haar.
  
  Ze trok het masker over haar hoofd, zoals ik had gedaan. Haar kattenogen volgden me met een aarzelende twijfel.
  
  Ik haalde de verzegeling van de zak, trok de band open en goot de inhoud in het vat en schudde het ten slotte uit zodat elk kostbaar korreltje erin zou zijn.
  
  'Breng die zak naar de verbrandingskoker en gooi die erin.' Aarzelend nam Vera hem op. 'Zal niemand de verbrande opium ruiken?'
  
  'De zak wordt morgen verbrand met de rest van de zakken. Niemand zal iets anders ruiken dan plastik.'
  
  Ze schoof de zak in de koker. Ik schonk aceton in het vat bij de opium.
  
  'Dit zullen we een tijdje voor zichzelf moeten laten werken,' zei ik, terwijl ik de roergarde van het vat in werking stelde. 'Maak je geen zorgen over het geluid. Dit is een industriestraat. Het is nu verlaten, maar er is nog voldoende verkeer buiten om het geluid dat wij maken te overstemmen.'
  
  'Is dat alles waar we ons zorgen over moeten maken?'
  
  'Nee. Er is nog enig werkelijk gevaar. Het mengsel moet verhit worden. Maak je het te heet, dan gaat het als een bom de lucht in. Dan zijn er nog wat problemen over de hoeveelheid elektriciteit die je gebruikt en over wat te doen met het afvalwater. Linke details als je probeert thuis een laboratorium te verbergen. Maar een snoepfabriek verbruikt een hoop stroom en we hebben een fabrieksafvoer die regelrecht leidt naar het hoofdriool van Lübeck.'
  
  'Tot dusver heb je aan alles gedacht.'
  
  Na dertig minuten draaide ik de temperatuurregelaars van het vat open; gewoonlijk werd het gebruikt voor het smelten van amandelpoeder en suiker, in dit geval voor een heel ander soort snoepgoed. Ik zette de verwarming op 10® C. 'Opium is in werkelijkheid niets anders dan de basis voor morfine. De aceton haalt de onzuiverheden eruit.'
  
  De snoepgoedvaten waren uitgerust met afzuigpompen omdat de onzuiverheden in suikergoed op bijna dezelfde manier verwijderd worden als in opium. Ik zoog de reinigende aceton af en de morfine grondstof bleef als een rijk bruin poeder achter, de gewone kleur voor eersteklas opium. Om de gezuiverde handel weer wit te krijgen, voegde ik er een zak koolstof aan toe en zette het roermechanisme weer in werking.
  
  'We breken vanavond een record, Vera. De meeste opium die een Marseillaans laboratorium ooit heeft verwerkt in één keer, was minder dan twintig pond. We maken nu meer dan tien keer zo veel.'
  
  Vera keek om zich heen door het laboratorium vol vaten, ovens en snoepplaten. Aan de muren hingen vrolijke taferelen van kinderen en koeien, de twee meest gezonde symbolen van de Duitse geest. Morgen om acht uur zou de ruimte weer vol zijn met vrolijke, potige vrouwen met witte schorten, allemaal aan het werk ter meerdere eer en glorie van Lübecker marsepein.
  
  'Ik blijf geloven dat jij krankzinnig bent,' zei ze. 'En op hetzelfde moment realiseer ik me dat jij dat niet bent, dat je alleen maar op een heel doeltreffende manier de problemen vereenvoudigd . . . tenminste, tot dusver,' wijzigde ze haar lof enigszins. 'Wat ben je nu aan het doen?'
  
  'Ik voeg er zoutzuur aan toe om het mengsel te neutraliseren. Dat zullen we ook een tijdje laten mengen.'
  
  'En wat zou je doen als er nu een Duitse politieagent binnenwandelde, ook als hij geen goede redenen heeft?'
  
  'Heb je je Beretta nog?'
  
  Ze haalde hem uit de zak van haar overal.
  
  'Goed. Houdt hem uit het gezicht, Vera. Als er iemand aanklopt, zijn we bezig met het bereiden van snoepgoed. Wordt hij te argwanend, dan laten we hem proeven. Hij zou ongeveer net een stap kunnen doen voor hij tegen de vloer ging.'
  
  'En wat als hij niet wil proeven?'
  
  'Dan laten we hem binnenkomen om te controleren en als hij dit één minuut heeft ingeademd zonder masker op, dan zal hij vergeten waarvoor hij hier ooit kwam. Maar niemand valt ons lastig.'
  
  'We hebben nog maar tien uur,' zei ze, terwijl ze op haar horloge keek. 'Hoe lang duurt dit nog?'
  
  'Je kunt nu suikervormen gaan halen.'
  
  Vera raakte buiten adem. 'Suikervormen?'
  
  'Inderdaad. Ik zei dat we snoepgoed gingen maken. De vormen staan op de plank bij de muur.'
  
  'Ik neem het terug. Je bent krankzinnig. Je bent je verstand kwijt.'
  
  Ik negeerde haar en liep naar de enorme bakoven die een kwart van de ruimte in beslag nam. Opnieuw stelde ik de meter in op explosieveilig niveau. Toen ik terugkeerde bij het vat, hield Vera een armvol vormen vast, terwijl ze haar hoofd schudde.
  
  'Eén tegelijk. Zet een emmer voor je neer. Pak een spaan. Ik doe de kranen van het vat open. Ik zal de vormen vullen en jij schuift het te veel in de emmer. Gesnapt?' Ondanks al haar twijfels, was Vera een perfect medewerkster. De opium, half verwerkt tot heroïne, was klaar om te schenken. Ik draaide de kleinste kraan van het vat open. De witte pasta stroomde naar buiten. Vera streek de vormen af, zette ze op een tafel en hield een volgende op. Er was geen tijd voor vragen of twijfels. Er was alleen maar tijd om te werken. De hele 100 kilo moest gebakken worden of weggegooid voor de arbeiders de volgende ochtend verschenen. En ook moest het in dozen gedaan worden, want ik kon me niet permitteren dat één van de vrouwen naar de eeuwige jachtvelden tufte door op een product van het bedrijf te knabbelen.
  
  Er waren bladen met vormen van varkens, vijgenbladeren, koeien, baby's, cupido's vissen, appels, bananen, broden, peren, aardappels, druiven en druiventakken en perziken. Toen we vijftig bladen in de oven hadden, reed ik er een wagen met spuitbussen vol plantaardige kleuren heen. Na vijftien minuten, voldoende tijd voor ons 'snoepgoed' om een korstje te krijgen, trok ik de bladen eruit.
  
  'Het is net toffee,' riep Vera.
  
  'Dat klopt,' zei ik. 'Toffee is toevallig één van de stadia van heroïne tijdens de verwerking. Alleen houden wij het met behulp van chemische stabilisatoren in het toffeestadium. Wanneer onze toffees dan eindelijk in New York aankomen, doen we de laatste stap in het proces en dan zal onze heroïne het witte poeder zijn dat jij nu al de hele tijd verwacht te zien.'
  
  'Als ik dit masker niet ophad, zou ik je een zoen geven. Of beter nog, ik zou veel meer doen.'
  
  'Later, alsjeblieft. Gebruik nu die spuitbussen, probeer nu de aardappels bruin te krijgen en de vissen blauw in plaats van andersom.'
  
  We werkten koortsachtig zoals je kunt verwachten van twee misdadigers met een zak marsepein van twintig miljoen dollars. Wat acht gewone arbeiders misschien in acht uur zouden hebben gedaan, deden wij in vier uur. Elk ons te verkrijgen heroïne werd gegoten, gebakken, gekleurd en weer gebakken. We begonnen het warme snoep in te pakken. Ondanks onze snelheid duurde het nog maar twee uur voor de ochtendploeg zou komen.
  
  Uit de ingepakte dozen van de vorige dag namen we de bovenlagen van echt marsepein en bedekten daarmee ons heroïnesnoepgoed. Er was nog een uur over en het meest kritische werk moest nog worden gedaan. Er mocht geen spoor van heroïne achter blijven, of zelfs maar het geringste bewijs dat er iets ongewoons was gebeurd, als Vera en ik vertrokken. We dweilden het vat, de vloer er omheen, en vulden de bussen met kleurstof aan uit de voorraad. De bladen moesten schoongemaakt worden, nieuwe dozen uit het magazijn worden gehaald en de hele ruimte geventileerd. Het teveel aan snoepdozen, de overalls en gasmaskers werden in de verbrandingskoker gegooid en tenslotte moest de factuur voor zakken amandelpoeder worden veranderd van twintig in negentien.
  
  'De oven. Wat doen we met de oven?' vroeg Vera. 'Hij is nog warm.'
  
  'Een oude zou dat zijn. Deze wordt met gas gestookt en is watergekoeld. We hebben nog acht minuten. Laten we gaan. Ik deed de deur achter ons in het slot. Tegen de tijd dat we het einde van het blok naderden, zag ik de eerste vrouwen naar hun werk komen, ze liepen in paren in witte schorten. Ik voelde me als een natte dweil. Vera was volkomen opgevrolijkt.
  
  'Je bent een genie.' Ze danste bijna naar de wagen.
  
  'Je bent een genie,' bleef ze maar zeggen toen we onze hotelkamer bereikten. 'Als je niets meer dan één zak speciaal snoepgoed per maand maakte, zou je de hele Amerikaanse markt kunnen beheersen. Je zou het binnen laten stromen en iedereen uit de handel jagen.'
  
  Ik liet me achterover op het bed vallen en steunde mijn hoofd dankbaar in het kussen. Mijn oogleden sloten zich eenvoudig door het gewicht.
  
  Vera kleedde me uit. Ze was nog steeds vergeven door het succes.
  
  'Je zal de machtigste man van Europa zijn, weet je dat, Raki. En met mijn hulp kan niemand je tegenhouden.'
  
  Ik was te uitgeput om iets te weten of te luisteren. Een maand van doen alsof ik iemand anders was en van nauwkeurige planning was ten einde. Ik had de Corsicanen verslagen en de halve douanemacht van Europa. De marsepein zou gemakkelijk door de controle van Lübeck komen.
  
  Raki Senevres was nu het respect van de Maffia waardig. Ik voelde het naakte lichaam van Vera naast me onder de lakens glijden. We vielen in slaap in eikaars armen. Als parende schorpioenen, zei een stem in mijn achterhoofd.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 12
  
  
  
  
  'Ik wist dat je het klaar zou spelen, Raki. Al vanaf de eerste dag in Beiroet. Ik zei, die knaap weet wat ie doet.'
  
  Charles Desantis vulde mijn glas en klopte me op mijn schouder. Twee weken eerder hadden zijn handen misschien een mes vast kunnen houden. Nu was hij vol ouwe-jongens-krentenbrood. De hele kamer zat vol ouwe-jongens-krentenbrood, Maffia-stijl. De bazen van een tiental families uit New York, New England en Midden-Amerika waren aanwezig, uitgenodigd door Desantis om getuige te zijn van zijn coupe en in de rij te gaan staan voor hun recht op distributie. Er waren genoeg piekfijne kostuums, gouden armbanden, stropdassen van Gravin Mara, ringen met tijgerogen en Rolex horloges om een juwelierscongres te vullen. Vera Cesare die Chivas Regal stond te drinken was even opzichtig als Marie Antoinette in een sierlijke hofhouding.
  
  Maar de overdreven trend was het vertoon van macht. Evenals de etage van DeSantis, een hele verdieping van het World Trade Centre, het grootste gebouw ter wereld. Manhattan en New York lagen op de bodem van een of andere grote canyon. Ik werd geacht heel erg onder de indruk te zijn.
  
  'Hé, Happy.' Een potige consigliere uit Boston in graatjespak greep DeSantis bij de elleboog. 'Je zegt dat we ons moeten haasten voor een aandeel. Wanneer is het spul hier?'
  
  'Raki zegt over een week, zo is het toch?'
  
  'Het komt per schip,' zei ik. 'Ik vloog vooruit zodat ik iedereen kon ontmoeten.'
  
  'Raki en ik konden elkaar dan ontmoeten om de laatste details gereed te maken,' interrumpeerde DeSantis alsof het om zijn eigendom ging. Hij klapte luid in zijn handen. Alle gezichten in het vertrek draaiden zich in zijn richting. 'Wat stilte graag. Ik wil wat zeggen.'
  
  'Een heleboel van jullie hebben me gevraagd waarom ik er 100.000 dollar om verwedde dat deze knaap hier, deze Turk, kon klaarspelen wat geen enkele organisatie aan de andere kant ooit is gelukt. Dat wil zeggen, het binnenbrengen van 100 kilo eersteklas Turkse sneeuw. Iedereen zei dat het onmogelijk was en ik weet dat er nog steeds een paar mensen hier zijn die niet op het graf van hun moeder zouden durven zweren dat ik de waarheid vertel. Iedereen, en ik bedoel ook iedereen, weet dat je gewoon niet zoveel van dat spul kunt verbergen. Nou, het schijnt dat het wel kan als je maar fantasie hebt. Maar,' hij begon te grijnzen, 'voor ik verder ga, ik zie een paar hongerige gezichten. Wil iemand wat snoep?'
  
  Uit de la van de tafel nam DeSantis een doos marsepein. Het deksel was versierd met een gouden illustratie van de Holstentor. Langs de rand de mededeling in een elegant handschrift dat Royal Hauffmann marsepein exclusief door Hauffmann Ubersee Gesellschaft werd geëxporteerd. De doos was een monster van een nacht hard werken.
  
  'Wat is dat? Een grap?' vroegen een paar Maffiosi.
  
  'Neem een stuk.' DeSantis schoof de doos naar de meest ongeïnteresseerde gast.
  
  'Ik ben hier niet gekomen voor snoepgoed.'
  
  'Probeer het en je zal het lekker vinden.' DeSantis bereikte nu de top van zijn geestigheid. 'Neem het,' voegde hij er met nadruk aan toe.
  
  De maffioso, zo'n zoontje van een bendebaas met modieuze bakkebaarden, haalde zijn schouders op en nam een stuk. Hij beet, kauwde en spoog het op het kleed. 'Jezus, wat is dat?'
  
  'Marsepein, fluim,' lachte DeSantis. 'Nooit van marsepein gehoord?'
  
  'Kom terzake,' riep een van de oudere mannen in de groep. DeSantis nam een stuk snoepgoed uit de onderlaag van de doos en gaf het aan de jongen met de tochtlatten.
  
  'Ik heb het al geproefd.'
  
  'Proef het nog eens.'
  
  Met een grimas nam DeSantis' slachtoffer een hap van het volgende stuk. Weer spoog hij het op de grond, maar ditmaal wist hij wat hij had gegeten. 'Jezus, dit is pure horse. Het is heroïne.'
  
  DeSantis gaf de rest van het stuk aan de baas van Boston. Alle andere gasten drongen op om de doos met het snoepgoed te zien.
  
  'Het is halfverwerkte opium,' zei een veteraan uit Chicago. 'Wat heb je er verder mee gedaan?'
  
  'Kleurstof en stabilisatoren,' antwoordde ik. 'Die komen er bij de verdere verwerking hier weer uit.'
  
  'Te gek,' explodeerde hij. 'Hoeveel is een doos waard? 200.000 dollar?'
  
  'Zo ongeveer. De bovenlaag van alle dozen bestaat uit marsepein. Op geen enkele manier komt de douane achter de vervalsing,' zei ik. 'Röntgenstralen zullen niets helpen omdat er niets is verborgen. Honden zullen evenmin een flikker uitmaken, omdat de geur van heroïne overheerst wordt door de lucht van het amandelpoeder. Daarbij zal de douane alleen maar kijken naar de papieren die we moeten tonen aan het departement van voedsel en verdovende middelen. En we hebben de douanepapieren van vier landen die de zuiverheid van de amandelspijs bewijzen. Zo lang niemand het probeert te kapen is het volkomen veilig.'
  
  De conversatie stierf sneller weg dan op het moment dat DeSantis om stilte vroeg.
  
  'Wat bedoel je met kapen?' vroeg DeSantis, terwijl er enige irritatie door zijn gastvrijheid heen drong. 'De enige mensen die van mijn zending afweten zijn in deze ruimte. Wie zou proberen dat spul te kapen?'
  
  'Jij,' zei ik. 'Jij zou dat proberen.'
  
  DeSantis wees op zijn borst. 'Ik? Het is mijn spul. Waarom zou ik het kapen?'
  
  'Omdat het jouw spul niet is. Jij bent mijn compagnon niet.' DeSantis wierp een snelle blik langs de gezichten in het vertrek, maar zijn ogen stopten bij mij. 'Is dit dubbelspel? We hebben een afspraak gemaakt, Turk, en je zult je eraan houden. Je kunt hier niet zomaar een afspraak met een ander gaan maken. We eerbiedigen een contract. Het zal je geen flikker opleveren als je de slimme jongen gaat uithangen.'
  
  'Jij hebt onze afspraak gebroken, DeSantis. Jij hebt minstens vier huurmoordenaars achter me aan gestuurd nadat we compagnons waren geworden. Dus er bestaat geen enkele afspraak meer en je bent je 100.000 dollar kwijt.' DeSantis verschoot. Kwaad dramde hij iedereen opzij totdat hij tegenover Vera kwam die nog steeds even kalm als een spinnende poes op de sofa zat.
  
  'Hij liegt,' zei DeSantis tegen haar. 'Zeg tegen de mensen hier dat hij liegt.'
  
  Vera plaatste haar drankje op de leuning van de sofa en keek DeSantis aan met grote ogen.
  
  'Maar hij vertelt de waarheid, Charlie. Toen ik wegging zei je alleen maar dat ik moest uitzoeken waar de opium was en dan Raki moest doden. Toen stuurde je ook nog eens drie Corsicanen om het werk op te knappen. Maar in plaats daarvan rekende Raki met hen af.'
  
  'En jij?' Het gezicht van DeSantis werd steeds roder.
  
  'Ik besloot dat hij de waarheid sprak, dat hij in staat was de heroïne binnen te smokkelen. Dus, omwille van de organisatie, heb ik je stompzinnige advies niet opgevolgd.'
  
  'Jij, smerige schooier.' DeSantis draaide zich snel om naar mij. Ik wilde hem binnen handbereik hebben maar een muur van brede schouders kwam tussen ons in.
  
  'Volgens mij,' zei de man uit Boston tegen DeSantis, 'zit jij nu zonder compagnon, Happy. Wat mij betreft staat het hem vrij nu een andere afspraak te maken.'
  
  De andere bazen drukten hun unanieme instemming uit. DeSantis, eerst de gastheer, stond er nu buiten.
  
  'Maar hoe maken we die deal,' vroeg een baas uit Miami met een gezicht als van een mopshond. 'Een partij van 100 kilo de eerste keer. Met nog eens 100 kilo de volgende maand. Dat houdt een heleboel financiële samenwerking in, alleen al om je te betalen, Senevres. Verdomme, bij 2 miljoen contant op aflevering, vraag je om 24 miljoen per jaar.'
  
  'Maar het is tevens een hoop winst voor je compagnon,' interrumpeerde de consigliere uit Boston. '240 miljoen dollar op de markt. De distributeur beheerst de grootste handel van het land. In ieder geval moet de familie die de zaak leidt, opereren vanuit een haven aan de Oostkust.'
  
  Tedere haven is goed,' zei de man uit Los Angeles.
  
  'De eerste zending komt naar New York, dus de hoofddistributeur zou hier moeten zitten,' merkte één van DeSantis' plaatselijke concurrenten op.
  
  'Als jullie me toestaan,' zei ik, 'als jullie me toestaan dan wil ik jullie eraan herinneren dat het nog een week duurt voor de eerste lading heroïne arriveert. Dat is niet veel tijd maar het geeft iedereen de kans zijn bod te bepalen.'
  
  'Bod?'
  
  'Juist. Aangezien ik hier niet langer een compagnon heb, heb ik besloten alle rechten op distributie in één keer te veilen. De veiling zal over vijf dagen plaatshebben en iedereen kan erbij zijn.'
  
  'Dat zal verdomme een congres worden,' wierp de baas uit Los Angelos tegen. 'Het is voor ons al moeilijk genoeg om bij elkaar te komen zonder dat we de FBI op onze nek krijgen. Een veiling is misschien dan prachtig voor jou omdat het de prijs opdrijft, voor ons is het onmogelijk.'
  
  'Nee, dat is het niet.' Vera draaide het ijs in haar glas rond. 'Er is een plaats waar iedereen veilig zal zijn: Sneeuwman.' Het enige geluid in de kamer kwam van Vera's ijsblokjes.
  
  De Maffiabazen waren in tweestrijd over hun hebzucht en hun bezorgdheid ten aanzien van hun veiligheid. In zekere zin hadden zij geen keus. Door een andere familie de kans te geven het buitenkansje, dat ik vertegenwoordigde, in te pakken, zouden ze hun concurrentie een onbeperkte hoeveelheid geld toestaan en met geld kocht je je 'soldaten'. Mijn gedachten waren elders. Ik had mijn vracht van Turkije naar Duitsland gebracht. In Portugal en Frankrijk had ik mannen gedood. Nu bevond ik me dicht bij de jackpot en de naam van die jackpot was Sneeuwman. Vera had me die naam voor het eerst genoemd toen we de vorige dag bezig waren de val voor DeSantis op te zetten.
  
  Sneeuwman was neutraal terrein, het ongeschonden hoofdkwartier van de Amerikaanse Maffia ergens in de Cascade Mountains, een vesting waarvan Washington nog nooit eerder had gehoord, behalve dan in de gekrabbelde notitie van Jaime Montenegro. Hoe had hij daarover gehoord? Ik wist het niet, maar ik herinnerde me dat hij op weg was naar de jetset badplaats van Puerto Vallarta toen hij werd vermoord. Wie leidde Jaime in de val? Misschien wist Vera daar het antwoord op.
  
  'Misschien,' zei de baas van de westkust. 'Dat zou misschien een heel goed idee zijn. Niet dat iemand hier in de kamer zou proberen achter de ruggen om een afspraak met meneer Senevres te maken.' Niet veel kans op, zeiden de ogen van de maffiosi. 'Maar een goede, eerlijke veiling waar ieders belangen worden beschermd is iets dat we nodig hebben.'
  
  'Inderdaad,' stemde de baas uit Boston in. 'Iedereen krijgt een kans om te bieden, met dien verstande dat een ieder de uitkomst eerbiedigt. We krijgen wat er te verdelen valt in dat Duitse bedrijf, oké?'
  
  'Op die manier zal het gebeuren.'
  
  'Pas op,' sneed de kwade stem van DeSantis door de ruimte. 'Hoe weten jullie dat dit alles geen val is? Misschien haalt hij jullie wel allemaal bij elkaar voor een razzia van de FBI?' De verzamelde maffiosi barstten in lachen uit. 'De druiven zijn zuur, Happy? God, dat is nou vervelend.'
  
  'Daarnaast,' voegde iemand anders eraan toe, 'bestaat er geen enkele manier waarop ze ons kunnen bereiken op Sneeuwman. Nog met geen legertje FBI-agenten!'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 13
  
  
  
  
  
  Het vliegtuig bracht ons zo ver als Sokane. Vera en ik hadden een gehuurd vliegtuigje uitgerust met glijders voor een sprongetje van nog eens 80 kilometer naar een bevroren meer toe. Daar liet het vliegtuig ons achter en wij wachtten. De lucht was koud; het meer zelf was al duizenden jaren bevroren. Langs de omtrekken van het meer rezen de scherpe bergen recht omhoog als een ring van tanden. Vera, gekleed in een jas van wolvenbont, zag er warm en gerieflijk uit. Een tijdje terug had ik juist geraden dat zij van skiën hield. Hawk en ik hadden echter ook een paar missers gemaakt. De Maffia was iets dat wij associeerden met smerige zaakjes, zoals drugsmokkel, en de gore straten van de grote steden. Hier stond Raki Senevres dan, drieduizend meter hoog, in de knisperende, schone wildernis van het laatste, ongetemde, Amerikaanse berggebied.
  
  'Je wilde altijd al meer over me weten,' zei ze, waarbij elk woord zichtbaar werd gemaakt door een condenswolkje. 'Nu zal je het weten. Om te beginnen noem je me nu Vera King.'
  
  De lucht trilde voor ik haar ook maar iets kon noemen. Laag scherend over het oppervlak van het meer verscheen een helikopter. Toen hij dichterbij kwam zag ik dat het geen gewone eierklopper was. Vanuit de slanke, pijlsnelle neus stak een mitrailleur als een angel vooruit. Onder de neus hing een granaatwerper en aan de zijkanten van de slanke romp van de helikopter zaten rakethouders. Het geval was een AH-1 Huey Cobra en de laatste vogel van zijn soort had ik in de buurt van Saigon gezien. De Cobra was geen burgertoestel, maar zijn kentekens, lichtblauw en daardoor bijna onzichtbaar tegen de sneeuw en de hoge lucht, waren beslist niet die van het leger.
  
  Toen de Cobra om ons heen zwenkte, zijn mitrailleur op onze borsten gericht, zwaaide Vera. De Cobra dook en zwenkte weg.
  
  Er verscheen een tweede helikopter, kennelijk na een radiobericht dat de kust vrij was. Dit toestel was logger, een hemelsblauwe Huey Iroquois, een passagierstoestel, een heel speciaal passagierstoestel, met bewerkte Cutling geweren die naar buiten staken aan de voorzijde. Hij vloog boven ons en kwam naar beneden in een wervelwind van zijn rotorbladen.
  
  'Welkom aan boord, juffrouw King.' De schutter stak zijn hand uit om Vera aan boord te helpen. Hij en de andere boordschutter, evenals de piloot en de tweede piloot, droegen uniformen in dezelfde kleur als de helikopter. Ik stapte zonder hulp in.
  
  'We zijn onderweg, Raki.' Vera hield mijn hand vast. De stoelen van de Iroquois waren bekleed met leer. De cabine werd afgesloten met plexiglazen ramen. Met een druk op een knop gleed een walnotenhouten bar open.
  
  'De Sneeuwman is een exclusieve club.' Vera schonk me een glas cognac in toen de helikopter zacht achterwaarts begon te klimmen. 'Hier, daar word je wat warmer van.' Naar alle kanten strekten de bergen zich uit, als een woeste, versteende zee. De weerkaatsing van het zonlicht op sneeuw en ijs deed de toppen schitteren.
  
  'Fantastisch land, niet?' zei Vera. 'Naar het zuiden heb je de berg Sneeuwkoning. Naar het westen heb je Wanhoop, de Geduchte en Triomf. In het oosten ligt Duivelsgewelf.'
  
  'Waar is Sneeuwman?'
  
  'Hou je ogen open. Je kunt hem niet missen.'
  
  We vlogen twintig minuten tussen de tanden van ijs door. De helikopter klom gestaag. De piloot gebruikte voortdurend zijn radio en toen ik omkeek zag ik dat de Cobra de wacht hield om te zien of we werden gevolgd. Onze Iroquois steeg sneller in de richting van een immense bergkam. De helikopter schoot over de kam heen. De top van de berg was afgeplat, alsof die er met een mes was afgesneden. In plaats van rotsen en ijs was daar een modern gebouw: een hoekige constructie van steen, hout en glas, ongetwijfeld kogelvrij. Het leek op de vele, dure wintersporthotels, met dat verschil, dat Sneeuwman geen reclame had, geen enkel uithangbord. De hele boel moest door de lucht zijn aangevoerd, tegen enorme kosten.
  
  De glazen koepel van een dakschutter volgde de vlucht van de helikopter. Een baan ijs spleet in tweeën en onthulde een landingsplaats. Een tweede plek verscheen voor de Cobra; en toen ik goed keek kon ik nog drie landingsplekken onderscheiden, die met trappen in verbinding stonden met het hoofdgebouw. Nu begreep ik waar Sneeuwman zijn naam vandaan haalde. Als alle vijf landingsplekken in gebruik waren zou het hele complex vanuit de lucht er uitzien als de omtrekken van een mens, of een levensgroot lijk.
  
  De Iroquois daalde snorrend naar de landingsplek. Onze kabinedeur werd opengerukt door de schutter en Vera stapte als eerste uit.
  
  'Vader.'
  
  Twee mannen stonden ons op het platform op te wachten. Één was soldaat in het Sneeuwman-uniform en over zijn schouder droeg hij een M-16. De andere man was ouder, breed geschouderd en rijkelijk gebruind, met zilverwit haar, zwarte ogen en een Romeinse neus. Hij was een van de meest indrukwekkende mannen die ik ooit had ontmoet. Intelligentie en meedogenloosheid straalden van hem uit als de hitte van de zon; en hij was Vera's vader. Beschermend legde hij zijn arm om haar heen en voor hij me een hand gaf, taxeerde hij me eerst met zijn ogen.
  
  'Meneer King, ik ben Raki Senevres.'
  
  'Dat hebben ze me verteld,' antwoordde hij in het Turks. 'Ik geloof heel zelden wat me wordt verteld. Gelooft u niet dat dat de meest wijze houding is?' Hij kuste weer zijn dochter en schakelde over op het Engels. In elke taal klonk het Italiaans in zijn stem door. Andere Maffiosi probeerden hun accent te verbergen, maar hij niet. 'Ik heb vreemde rapporten over u binnengekregen van mijn Franse vrienden. Vera, mijn liefste, je zal je vader een heleboel te vertellen hebben over je vriend en over jezelf. Kom mee.'
  
  Toen we de trap opgingen, zag ik dat King naar de Cobra keek die boven onze hoofden zweefde.
  
  'Vliegt u, meneer Senevres?'
  
  'Vliegtuigen, geen helikopters,' loog ik. 'Ik geef toe dat ik me afvroeg hoe u die te pakken heeft gekregen.'
  
  'De onderdelen van de Zuidvietnamezen. Van wrakken begrijpt u. Ik liet hem herbouwen voor een tiende van de oorspronkelijke prijs.'
  
  'Dat wordt dan 50.000 dollar in plaats van 500.000 dollar?'
  
  'Dat was geen gok, is het niet, meneer Senevres? Je hebt gelijk, Vera. Ik geloof dat onze vriend een tijd in de wapenhandel heeft gezeten.'
  
  Ik vroeg me af of King dat ook had gedaan. Vastgegespt aan zijn broekspijp hing een prachtige, vooroorlogse Luger, een goede partij voor het pistool dat ik had moeten achterlaten voor de Astra. King ging ons voor door een met cederhout afgetimmerde foyer en we bereikten een enorme woonkamer. Er brandden vier open haarden. Op de vloer lagen bontkleden en tegen de muur was een kleine bibliotheek gebouwd. Voor de dorstigen waren er twee bars. We waren de enigen in het vertrek. Het zag er in het geheel niet verlaten uit, maar meer alsof het behoorde aan een erg verkwistende, rijke man. Grote ramen gaven uitzicht over de Cascade Mountains en af en toe een glimp van een wacht of een Cobra. Op een knikje van King reed een kelner een rijdende bar naar waar wij zaten.
  
  'Raki voor u?' vroeg King. Een fles van die likeur zat genesteld tussen Jack Daniels en Johnny Walker. 'Wodka, alstublieft.'
  
  King zocht naar een misser van mij, dus ik zorgde er voor niet al te stereotiep te zijn. Hij en Vera namen Campari.
  
  'Je zult je hier amuseren,' zei ze tegen mij. 'Er zijn hier speelzalen, sauna's, een verwarmd zwembad en een schietbaan.'
  
  'En meisjes, als je wilt,' voegde King eraan toe.
  
  'Nee, merci. Skiën ook, denk ik?'
  
  'U skiet? Misschien kunnen we voor de veiling begint een tochtje maken,' merkte King op. 'Ziet u, ik ben van plan u te leren kennen. Weet u, u bent de enige gast buiten de familie die hier ooit is uitgenodigd. Mijn dochter heeft een zeer sterk willetje. Net als haar vader. Je hebt nogal wat indruk op haar gemaakt. En nu moet je wat indruk op mij maken. Zie je, als je dat niet doet, zal je hier nooit levend vandaan komen.'
  
  'Dat had ik al zo ongeveer gedacht.'
  
  'Dat zal wel moeten. De bazen zijn soms net kleine kinderen. Ze zijn bereid alle netwerken die in zo lange tijd in Frankrijk zijn opgebouwd te grabbel te gooien voor het betere systeem dat je hebt. Ze hadden met mij in verbinding moeten treden voor ze zich aan jou bonden, net zo als Vera zich met mij in verbinding had moeten stellen.'
  
  'Jij zegt "kinderen",' zei ik tegen King. 'Bedoel je niet "boeren" vergeleken met jou?'
  
  'Wat bedoel je?' vroeg King geïnteresseerd.
  
  'Die camee die Vera draagt, dat is een portret van een Borgia. Jij bent een Borgia, nietwaar?'
  
  Glimlachend leunde King achterover. 'Nou, ik moet toegeven dat ik onder de indruk ben. En je hebt weer gelijk. We stammen uit een edel geslacht. En de bazen stammen allemaal af van Siciliaanse boeren. Deze kennis van je bewolkt je toekomst alleen maar iets meer.'
  
  'Nee,' zei ik tegen King. 'Het enige dat mijn toekomst bepaalt is mijn zending. Ik lever of ik lever niet. Vanaf dat moment doet het er niet meer toe, ook al zou ik weten dat je de paus was.'
  
  King stond op en liep heen en weer. Toen stopte hij vlak voor me. 'Ik begin te begrijpen hoe je zo ver bent gekomen?' Hij wendde zich tot Vera. 'Heb je een monster van dat snoep?'
  
  Vera gaf hem een doos met marsepein in geschenkverpakking. King inspecteerde de inhoud en gaf hem aan haar terug.
  
  'Slim. Ik heb er nooit aan getwijfeld dat Senevres slim was. Geen wonder dat je DeSantis voor gek hebt gezet. Ik zie je bij het diner.'
  
  Hij liet ons alleen. Vera kuste mijn wang.
  
  'Jij bent de eerste die zich niet door mijn vader onder tafel heeft laten vegen. Zelfs de rauwste bazen zijn nog bang voor hem. Maar hoe wist je dat over die ring?'
  
  'Ik heb ooit in de juwelenhandel gezeten. Ik moest weten wat de moeite van het stelen waard was,' zei ik hoewel er veel meer aanwijzingen waren geweest. Zijn accent was allesbehalve Siciliaans en ik had te veel portretten van de Borgia's bekeken om de gelijkenis over het hoofd te zien. Ook is de gewone Maffiabaas al blij als hij zijn dochter op de middelbare school krijgt; Vera was ervoor geboren om scholen af te maken.
  
  'Ben ik het wel waard om ontstolen te worden aan mijn vader? Daar is hij werkelijk bang voor.'
  
  Als de kelner niet bij de bar had gestaan, zou ik haar mijn antwoord hebben getoond. In plaats van dat te doen raakte ik slechts steels haar dijbeen aan.
  
  Een bediende, met de duidelijke bobbel van een schouderholster onder zijn jasje, ging me voor naar mijn kamer. Ik had geen toestemming gekregen bagage mee te nemen. In de kast hing een verzameling kleren in alle maten. De 'eigen' badkamer was voorzien van een volledige toiletset. Vanaf het raam was het een directe val van anderhalve kilometer naar beneden.
  
  Ik schoor me met het elektrische scheerapparaat dat klaar lag. Toen ik klaar was, na de badkamer op verborgen kamera's te hebben gecontroleerd, opende ik het scheerapparaat en plaatste er een magnetische zender in ter grootte van een knoop. Ik liet het scheerapparaat in het stopcontact, waardoor als Special Effects gelijk had het hele elektriciteitssysteem van Sneeuwman werd veranderd in een 'low power' zender. Een Minos raket die de vorige dag was gelanceerd zou kriskras door de lucht boven Noord-Amerika kruisen tot het mijn signaal oppikte, waarna het zichzelf voortdurend zou corrigeren tot mijn positie absoluut zeker was.
  
  Uit de goed gevulde klerenkast koos ik een schoon overhemd. Borgia en Maffia, dat was voldoende om mijn gedachten een tijdje bezig te houden. Zelfs vandaag nog, eeuwen na het hoogtepunt van hun macht, betekenden de Borgia's kwaad en almacht. Geen wonder dat Vera en haar vader met zo veel respect werden behandeld in Europa en Amerika door mannen die voor de rest hun reet afvegen met geschiedenis. Het verklaarde tevens waarom King de bewaking van Sneeuwman was toevertrouwd, de neutrale grond van de Maffia. Als Borgia bezat hij hun angst en achting en op hetzelfde moment was hij aan geen enkele Maffiafamilie gebonden. Dat was slechts een deel van de verklaring. Het zei niets over Kings eigen persoonlijkheid, die weinig had van alleen maar oppasser spelen, maar het zei iets over Vera.
  
  Haar ring merkte ik eerst pas werkelijk op omdat het een speciaal soort camee was: hol, van dat soort dat de Borgia's populair maakten door er discrete hoeveelheden vergif in mee te nemen. In onze meest intieme momenten was die ring aan Vera's hand gebleven. Bevatte het mijn doodvonnis?
  
  De huistelefoon ging over om me te vertellen dat het diner was opgediend.
  
  King, Vera en ik aten in een met glas omsloten patio die over de rand van de berg uitstak. De maaltijd bestond uit kalfsvlees op z'n Milanees en wijn, een witte Frascati. Ons amusement werd gevormd door de Cascade zelf, de sneeuw oplichtend in de stralen van de ondergaande zon.
  
  'Misschien was ik eerder deze dag wat bruusk als gastheer,' zei King toen de tafel werd afgehaald voor koffie met cognac. 'Je zal ongetwijfeld enige vragen over Sneeuwman hebben. Vraag ze, als dat zo is.'
  
  'Inderdaad. Hoe slaag je er bijvoorbeeld in om een plek als Sneeuwman buiten de publieke belangstelling te houden? Ik weet dat het zo afgelegen is als maar mogelijk, maar toch moeten er zo nu en dan particuliere vliegtuigen in de buurt komen. Op welke manier missen ze dit hier?'
  
  'Ze missen ons niet. Maar, om te beginnen, we hebben wat geld geïnvesteerd in een paar mensen van het plaatselijk weerstation. Ze worden er voor betaald voortdurend mist of ruw weer te melden. Zeer zelden komt een privé piloot dit luchtruim binnen en dicht genoeg in de buurt om Sneeuwman op te merken. Een Cobra wordt dan uitgestuurd om de binnendringer neer te schieten. Uiteraard versterkt het verlies van een leven slechts de gedachte dat dit geen goed gebied is om doorheen te vliegen.'
  
  'Seint de piloot dan niet door dat hij wordt aangevallen en worden er geen zoekacties ondernomen?'
  
  'Het eerste dat we doen is hun hele radiocommunicatie verstoren,' antwoordde Vera. 'Wat die zoekacties betreft, we hebben ook wat mensen bij het Civil Air Patrol om de vliegtuigen ver genoeg te misleiden.'
  
  'Dat klinkt zeker als een volledige bescherming.'
  
  'Meneer Senevres.' King tikte wat sigarenas in een zilveren asbak. 'Dit is slechts een gering deel van de bescherming. Heb je je niet afgevraagd hoeveel de Maffiafamilies betalen voor dit heiligdom dat ik ze lever?'
  
  'Zeker. Maar het leek me onbeleefd daar vragen over te stellen.'
  
  'Honderdduizend per jaar, per familie, plus onkosten. De voorzieningen die ik heb ten aanzien van binnendringers die per vliegtuig komen, is nog maar het begin van het verdedigingssysteem van Sneeuwman. We bezitten de meest ingenieuze systemen die er voor geld te koop zijn. Ik denk dat het je wel zal interesseren. In wezen,' King stond zichzelf enig plezier toe, 'ben zelfs ik geïnteresseerd.'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 14
  
  
  
  
  We bevonden ons drie verdiepingen lager in de ingewanden van Sneeuwman, maar het leek op het oorlogshoofdkwartier van het Pentagon. Boven een wand vol computers met programmeurs ervoor, hing een verlichte kaart van Sneeuwman, met een strook bergen in een straal van vijftien kilometer eromheen.
  
  'Deel van de onkosten,' zei King. 'De nieuwste Honeywell computer.'
  
  'Maar waarvoor?' vroeg ik. 'Radar dekt de lucht en de helikopters zoeken de grond af. Niemand zal het proberen om 's nachts naderbij te komen.'
  
  'En als ze dat deden . . .' King wuifde één van de programmeurs opzij en drukte op een vierkante knop. Één van de magnetische banden van de computer kwam tot leven. Op liet scherm flitsten twee woorden aan, HITTE-SENSORS, en verdween toen weer. Op een twintigtal plaatsen flikkerden blauwe cirkels op. Dan, GELUID-SENSORS. Weer volgden de blauwe cirkeltjes. 'Als ze dat deden, zouden we nu rode lichtjes zien. Vertel me eens, Raki, wat denk je dat we dan zouden doen?'
  
  'De Cobra's sturen?'
  
  'Ja?'
  
  'En de Cobra's laten aanvallen?'
  
  'Nee, nee, Raki. Je mist de essentie van Sneeuwman, precies datgene wat dit perfecte fort maakt tot wat het is. En ik ben verbaasd omdat je zo slim bent. De manier waarop je met de uiterlijke vorm van een ander soort sneeuw manipuleerde, heroïne, was een geniale daad. Jouw sneeuw was zijn eigen camouflage. Mijn sneeuw is zijn eigen wapen. Buiten een atoombom, een vulkaan of een aardbeving, misschien wel het krachtigste wapen op aarde. Wat weet je van sneeuw?'
  
  'Het is wit en koud. Niet veel meer dan dat.'
  
  'Leer dan.'
  
  King zette de sensormachine uit en drukte een knop op een andere computer in. De kaart verdween van het scherm en in plaats daarvan verschenen kristallen die honderd keer vergroot waren.
  
  'Er bestaan vele soorten sneeuw. Een Japanse wetenschapper heeft er negenenzeventig beschreven. Wij zijn echter bereid ons te houden aan de tien soorten van de Internationale Schaal voor Sneeuwdeterminatie. Deze speciale soort sneeuw bestaat uit plaatjes. Je ziet zeker het inzetsel met het internationale symbool, een hexagoon?'
  
  King drukte de volgende knop op de computer in. 'Stervormige kristallen, als parallelle sterren. Plaatjes en stervormige kristallen zijn de dingen waar mensen aan denken als ze sneeuw voor zich zien. Maar er bestaan nog vele andere soorten.'
  
  Met Kings vinger op de computerknop run scheen een overvloed van kristallen en symbolen op het scherm te exploderen. Staven, naalden, ruimtelijke dendrieten, onregelmatige uitsteeksels, kolommen, ijskorrels en hagel bloeiden op in een ijzige kracht terwijl mijn gastheer bleef doorpraten.
  
  'Lawines zijn het waarover ik spreek. Lawines die honderden meters vallen, die een deken van miljoenen tonnen meevoeren, voldoende sneeuw om legers te begraven, dat maakt Sneeuwman onneembaar. Maar wat zorgt er voor een lawine? Niet alleen de zwaartekracht, mijn vriend. Je moet rekening houden met temperatuur, rijp, bevriezing van de onderlaag, korrelgrootte, waterinhoud, luchtstroming, uitwaseming, taaiheid en de verdeling in lagen. Met plaatjes sneeuw krijg je gemakkelijk door de wind veroorzaakte lawines. Naalden en korrelfragmenten pakken samen als een blok beton, en zijn trager om los te breken. Maar kolossaal in zijn kracht als het eenmaal gebeurt.'
  
  'Als dat gebeurt,' zei ik. 'Dat is geen erg betrouwbare verdediging.'
  
  'Het weer, bedoel je? Vroeger zou je gelijk hebben gehad. Maar waarom denk je dat ik de computer heb ingebed onder de Sneeuwman? Op duizenden plaatsen in dit gebied heb ik niet alleen hitte- en geluidsensors maar ook voldoende sensors om elke verandering in de sneeuwformatie te meten. Ze vertellen me over de kristalformatie, de waterstroming, de dikte van de laag en de spanning, als de inventaris van een wapenarsenaal. Ik zou graag de eer opeisen dat dit allemaal mijn idee was, maar dat is niet zo. Kijk!' King plaatste een magnetische band op de computer. Zodra de band begon te draaien, vulde het scherm zich met berglandschap.
  
  'Dit is een film die door de Verenigde Staten werd gemaakt op Alta, Utah, in januari 1964. Hij is gemaakt na een aanhoudende sneeuwval van één meter dik en illustreerde de lawines en hun oorzaken.'
  
  Het scherm toonde een sneeuwvlakte. De sneeuw zag er stevig genoeg uit. De film sneed over naar een man in uniform van Bosbeheer die een sneeuwbal maakte. Hij glimlachte als een kind naar de kamera en als een kind gooide hij de sneeuwbal. Het was een zachte boogbal en hij kwam neer op de sneeuwlaag met niet meer inslag dan een pond, maar de hele laag kwam los. De mannen van Bosbeheer wisten waarschijnlijk wat ze deden. De kamera volgde de breuklijn die zich anderhalve kilometer langs de helling uitstrekte, toen steeds meer tonnen sneeuw loslieten.
  
  'Te onstabiel voor ons doel,' merkte King op. 'Nieuwe sneeuw op een diepe rijplaag. Wat we nodig hebben is een betrouwbare laag, maar wel in staat om in beweging te worden gezet.'
  
  De film zoemde in op de hand van de man van Bosbeheer. Nu was daar, in plaats van een sneeuwbal, een handgranaat. De kamera zwenkte naar sneeuwen ijslaag.
  
  'Meer naalden en staven,' verklaarde King, terwijl hij liet zien dat er zonder effect sneeuwballen opgegooid konden worden. De hand trok de pen uit de granaat. Hij explodeerde in een witte wolk en in een vertraagde reactie brak de hele sneeuwlaag los.
  
  'Ik begin het te begrijpen,' gaf ik toe. 'Maar dat zou nauwelijks een leger tegen kunnen houden.'
  
  Die knapen in Utah hadden het helemaal voor elkaar. Op het scherm verscheen 75 mm houwitser die geladen werd voor actie. Het doel was een hele bergwand die ongeveer een kilometer verderop leek te zijn.
  
  'Een explosieve granaat,' zei King. 'Alles wat je nodig hebt is een schok om de ondersteunende laag te breken. Natuurlijk, zoals je zal zien, wisten deze mannen niet precies hoeveel schok.'
  
  De houwitser vuurde. Het scherm liet een bijna onzichtbare treffer op de berg zien, en toen scheen de berg bevend een snelle gedaanteverwisseling te ondergaan. Ton na ton viel van de hogere regionen naar de lagere, steeds meer gewicht en snelheid verzamelend. Rond de voet van de berg verzamelde zich een witte zoom. Plotseling zwenkte de kamera.
  
  Op de volgende berg viel een andere lawine, hetzelfde gebeurde op de derde berg in de keten, alles door die ene granaat. En de sneeuw van de eerste lawine bleef maar vallen en kwam in de richting van de kamera.
  
  'De sneeuw nadert met de snelheid van ongeveer 180 kilometer per uur,' merkte King op.
  
  Weer zwenkte de kamera. Deze keer naar de berg achter de houwitser. De top was in een nevel van sneeuwpoeder gehuld, terwijl er tonnen sneeuw naar beneden golfden in de richting van de mannen. De kamera begon te bewegen. Je zag de mannen heen en weer rennen. Anderen stopten om hun ski's onder te binden.
  
  De twee getijdengolven kwamen samen. De mannen die het verst van de kamera af waren, verdwenen het eerst. De houwitser vloog als een stuk speelgoed door de lucht. De kamera zwaaide wild heen en weer en het scherm werd zwart.
  
  King drukte op de EINDE RUN knop. Op het scherm verscheen weer de verlichte kaart van de sneeuwman.
  
  'Ze begrepen de krachten die ze vrijmaakten, maar ze maakten twee vergissingen,' zei hij toen hij de band eraf nam. 'Hun kristalanalyse was nihil en ze vuurden vanaf de grond. Onze Cobra's zijn uitgerust met granaten en raketten. We weten precies hoeveel van die munitie we moeten gebruiken, omdat onze computer voortdurend alle sneeuw op iedere toegangsweg naar Sneeuwman controleert. Indringers worden gelijk vernietigd en begraven. Onze Cobra's, die vanuit de lucht opereren, keren onbeschadigd terug. Zie je, ons geheim wapen is sneeuw en het grappige is dat geen enkele vijand ons geheim kan raden, tot het te laat is.'
  
  'Dat is waarschijnlijk waar,' gaf ik toe. AXE zou zijn aanvalstroepen te voet sturen. De hele aanvalsmacht zou worden weggevaagd volgens Kings plannen. 'Een heel vernuftig systeem.'
  
  'Dit is nog niet alles. Het lawinesysteem elimineert de aanval door een strijdmacht. We hebben ook met infiltratie te maken, de bedreiging van een man die als gast sneeuwman binnendringt. Dus ik heb tevens een systeem in de computer opgenomen om ons te beveiligen tegen spionnen. Dit,' Kings wenkbrauwen schoten omhoog, 'vind je waarschijnlijk het meest fascinerende van alles.' Uit zijn zak haalde hij een geponste computerkaart.
  
  'Op deze kaart staat een portret van Raki Senevres. Dit wil zeggen, alles wat we over je te weten zijn gekomen door mijn eigen, discrete observatie en door Vera's ervaring met jou. Fysieke karakteristieken zijn maar tot op een zekere hoogte genoteerd, zodat een vermomming ons niet kan misleiden. Maar je lichaamsbouw en je bijzondere vaardigheden, fysiek zowel als geestelijk, zoals talen, autorijden, moord, alles dat absoluut bekend is, staat hierop. We zullen nu letterlijk zien of Raki Senevres in werkelijkheid niet iemand anders is, iemand die op ons af is gestuurd om de wereld van ons te bevrijden, maar waar wij ons eerst van moeten bevrijden. Mijn dochter gelooft graag dat je bent wie je lijkt. Ik,' hij tikte met de kaart tegen zijn revers, 'neem een iets ander standpunt in. Ik geloof ook dat je bent wie je lijkt en je lijkt me een veel te competent werker om plotseling vanuit het niets op te duiken als Raki Senevres.'
  
  Ik keek naar de ponskaart en mijn rug kriebelde van de angst. Ik haalde mijn schouders op.
  
  'Je hebt gelijk. Ik ben geïnteresseerd. Ga je gang.'
  
  King voerde de kaart in de Honeywell. Weer verdween de landkaart van het scherm. Vera's ogen gleden van mij naar het scherm. Misschien dat ze van me had gehouden, maar ze was ook een Borgia. En ze was nieuwsgierig.
  
  Het scherm splitste zich in twee helften. Lijn voor lijn, van boven naar beneden, bouwde de computer op het linkergedeelte een silhouet van mij, een letterlijk silhouet van mijn lichaam met notities over gewicht, lengte, lichaamstype, schedelvorm, spierbouw, gevechtstraining, taalkundige bekwaamheden, gevolgd door maatschappelijke bekwaamheden en algemene ontwikkeling. Het psychiatrisch profiel was zwaar overdreven en ik wist genoeg van Freud om te lezen dat ik onafhankelijk was, genitaal en vijandig tegenover Oedipoes.
  
  'Laten we nu eens kijken wie er hier past.' King bracht een nieuwe band in werking. Aan de rechterkant flitsten silhouetten en statistische gegevens voorbij.
  
  'Zie je, ik heb me voorbereid op een man als jij en ik heb een speciale geheugenbank gecreëerd van de meest gevaarlijke mannen ter wereld. Ik heb gezocht naar mannen met heel speciale talenten, mannen met moed en verstand, mannen die werken voor elke dienst die ons mogelijk zou willen vernietigen. In de bank zitten agenten van de FBI, CIA en de Militaire Geheime Dienst, maar ook agenten van alle Europese en Zuid-Amerikaanse diensten, inclusief Cuba en de USSR. Sinds de ontspanningspolitiek tussen de Verenigde Staten en De Volksrepubliek China heb ik ook hun topagenten aan de lijst toegevoegd. Om het maar niet te hebben over de beste moordenaars van onze gewone, zakelijke concurrenten ...'
  
  Mijn silhouet bleef hangen op de rechterkant van het scherm. De machine had een evenbeeld.
  
  'Ik ben gevleid,' zei King toen hij de naam las. 'Nick Carter. Nou, Carter, zou je nu niet willen zeggen dat het verdedigingssysteem van Sneeuwman kompleet is?'
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 15
  
  
  
  
  'Ik begrijp het niet,' zei ik toen King terloops zijn hand op de kolf van de Luger legde. Vera schoof van me weg.
  
  'Nick Carter, de beste agent van de allerbeste dienst. Killmaster, de man voor wie de Russen en de Maffia een beloning van 100.000 dollar hebben uitgeloofd.' King stelde me aan mijn eigen naam voor. 'Je begrijpt het heel goed, alleen een beetje te laat.'
  
  Ik keek naar het scherm. 'Maar dat gelijkt helemaal niet. Daar staat dat Carter één meter negentig is. Zo lang ben ik niet.'
  
  'Carter is een gevreesd man. Je vijanden hebben je er een paar centimeter bij gegeven in hun verbeelding, louter en alleen door angst.'
  
  'Heb je geen foto van Carter?'
  
  'Geen goede en het doet er niet toe. De ongelooflijke reactiesnelheid, de talen die je beheerst, de intelligentie en de persoonlijkheid, de lichaamsstructuur en al het andere kloppen. Wie anders dan Carter zou het helemaal alleen tegen de Maffia hebben durven opnemen? Ik had onmiddellijk aan je moeten denken.'
  
  Ik voelde de kleine loop van de Beretta in mijn ribben. 'Het was mijn fout, vader, ik zal voor hem zorgen,' zei ze. Haar gezicht stond strak van de haat.
  
  'Je vader heeft een vergissing gemaakt,' hield ik vol.
  
  'De computer heeft jou uitgekozen. Ik heb alleen maar op de knop gedrukt,' zei hij onverstoorbaar.
  
  Ik had zowel Vera als haar vader kunnen ontwapenen, maar de bewakers van het vertrek luisterden mee en sneden iedere vluchtweg af met hun M-16's.
  
  'Dan heeft de computer het mis. Het enige dat ik weet is, dat ik Raki Senevres ben.'
  
  'Om Nick Carter te elimineren,' zei King, 'ben ik bereid Raki Senevres te doden. Je bent al dood, jongeman.'
  
  'Ik zal je beul zijn, Raki. Het zal je spijten dat je ooit hebt geprobeerd mij te gebruiken.' Vera draaide de loop rond.
  
  'De computer heeft het fout. In de lengte zie je al een fout. Het brein vraagt niet om een perfect evenbeeld, niet?' argumenteerde ik. 'Laat hem doordraaien en laten we zien wie ik nog meer ben.'
  
  Mijn stem klonk vol oprechte woede. Vera's pistool drukte nog steeds in mijn zij, maar in haar ogen stond aarzeling te lezen.
  
  'Dat zou zinloos zijn,' zei King.
  
  'Zinloos? Of zou dat een bewijs zijn dat je computer heel wat minder prachtig is dan je beweert? Misschien grijp je wel elk excuus aan om mij kwijt te raken, zodat je Vera voor jezelf kunt houden.'
  
  'Wat heeft u daarop te zeggen, vader?'
  
  Vera keek opzij naar haar vader. Op haar gezicht was speculatie geschreven. King wierp een nerveuze blik op haar Beretta.
  
  'Goed. Het heeft geen zin, maar ik zal de band tot het einde doordraaien.'
  
  De band begon opnieuw te draaien en stopte onmiddellijk. 'Ergon Zag,' las Vera van het scherm. 'Hongaarse kommissie voor Staatsveiligheid. Moordenaar. Fysiek een exact evenbeeld. Volgens de laatste berichten spreekt hij geen Turks. Maar wel een evenbeeld.'
  
  King startte de band voor de derde maal. Dertig seconden later stopte hij voor een derde evenbeeld.
  
  'Wolfgang Mühler. Oost-Duitse Staatspolitie. Een evenbeeld op de persoonlijkheid na. Ga verder, vader.'
  
  De tape startte en stopte weer. 'Andrei Lubow. Rus. KGB.' Vera zette de band af. 'Vader, misschien bent u Raki een verklaring of een verontschuldiging schuldig?'
  
  'Waarom? Begrijp je het dan niet? De communisten rekruteren dubbels voor Carter. Wij hebben de echte.'
  
  King had gelijk, maar zijn eigen grondigheid had hem genekt. De roden verzamelden dubbels voor me in de hoop AXE te infiltreren. Hawk en ik wisten al meer dan een jaar van dat plan. Maar in stilte moest ik King bedanken voor de nauwgezetheid van zijn dossiers. Ik had meer op de perfectie van zijn systeem gerekend dan hij.
  
  'Laten we het vergeten, Vera,' zei ik. 'Het was een vergissing.'
  
  'Geen vergissing, Carter,' antwoordde King.
  
  'Zijn naam is Raki. Hij is de enige man die ik ooit heb ontmoet die ik kon respecteren, vader. Wij zijn minnaars. Wij hebben samen mensen gedood. Raki en ik kunnen de hele narcoticahandel over de hele wereld in onze macht krijgen. Als je ons wilt tegenhouden, moet je met iets beters komen dan dit.'
  
  Vera rukte de band van de computerspoel en wierp hem door het vertrek. Haar vader maakte een beweging en zij zwaaide de Beretta in zijn richting.
  
  'Als Raki is die je zegt dat hij is, zal ik hem doden. Als hij dat niet is en je raakt hem aan, dan dood ik jou.'
  
  King keek over de loop van het pistool naar mij. Er was geen uitdrukking van verslagenheid op zijn gezicht. Hij was niet de man die ooit te overtreffen was en op dit moment was hij ook niet overtroffen. Hij wachtte slechts af.
  
  'Heel goed, Vera. Je vriend is veilig, tot je anders verkiest.' De nachtvoorstelling was voorbij. We gingen allemaal naar onze kamers. In die van mij plaatste ik een stoel voor de deur, niet tegen de deurknop, maar een paar centimeter ervandaan zodat elke indringer er per ongeluk, over zou struikelen. We hadden geen wapens mee mogen nemen naar Sneeuwman. Vera had me gewaarschuwd voor fluoroscopische inspectie. Met een kussensloop maakte ik een bruikbare garotte. Toen ging ik, niet zo lekker als een marmot, weliswaar, slapen.
  
  
  
  De eerste Maffia-bazen arriveerden de volgende ochtend. Iroquois helikopters bleven af en aan vliegen van de landingsplaatsen. De Maffiosi hadden niet meer dan een diplomatenkoffertje bij zich, een verstandige voorzorgsmaatregel. Wanneer twintig Maffia-hoofden met koffers werden gesignaleerd, zou dat gelijk staan aan een openbare kennisgeving dat er een onderwereldconventie plaatsvond.
  
  De meeste bazen hadden een air alsof zij op vakantie waren. Ze kleedden zich snel in gerieflijke vakantiekleding die door de leiding werd gefourneerd. De enorme woonkamer vulde zich met obscene grappen en hartelijke Scotch. Ik kreeg meer borrels in mijn hand gedrukt en meer klopjes op mijn schouder dan een man op het punt van pensionering. Één met de bende, speelde Nick Carter, ook bekend als Raki Senevres, biljart, zwom hij en nam een stoombad, samen met 's lands beruchte onderwereld.
  
  King hield zijn argwaan voor zich. Hij wist wat Vera's reactie zou zijn als hij anders deed. Tijdens het diner was hij de joviale heer van het slot. Ik ontdekte echter dat hij meer was dan alleen maar dat.
  
  'Meneer King,' zei de baas rechts van mij, 'is wat je kunt noemen de consigliere van alle families. De FBI zette de Zwitserse regering onder druk om de namen vrij te geven van onze genummerde rekeningen en ze gaven die. Weet je, het is verschrikkelijk als zoiets gebeurt. Je werkt je je hele leven de pleuris om wat geld opzij te zetten en dan geeft de een of andere luizige bankier je naam door. En dan hangen ze je voor belastingontduiking.'
  
  'Vreselijk,'jammerde ik met hem mee.
  
  'Zeker. Dus toen zette meneer King een, wat je kunt noemen, dekmantel op. We gaven hem het geld en hij stortte het geld in investeringen in kleine bedrijven. Meneer King richtte zelf banken op in Zwitserland, Luxemburg en Nassau. De kanker voor die genummerde bankrekeningen.'
  
  Het systeem bezat zeker naar weerskanten voordelen. De bazen hadden de dubbele bescherming van zowel een gezamenlijke anonimiteit als de onwil van elke bank waarvan King eigenaar was om mee te werken met de federale diensten. King kreeg daarvoor de interest van het kapitaal dat inmiddels gestegen moest zijn tot één miljard dollar. En ik had nog wel gedacht dat die marsepeinstunt zo aardig was. 'Heeft u het Raki naar zijn zin gemaakt, meneer King?'
  
  'Oh, ik geloof wel dat we hem hebben beziggehouden.' King hield zich rustig. 'Net zoals we u allen bezig zullen houden.' De opmerking werd met opwinding begroet. Toen we de lange tafel verlieten, legde Vera me uit waarom.
  
  'Terwijl we aan het eten waren, is er een aantal nieuwe gasten gearriveerd. Vader weet op welke manier je een vakantieoord populair maakt. Als de gasten naar hun kamers terugkeren, zullen ze daar een bedgenote vinden.'
  
  'Vrouwen?'
  
  'Geen warme kruiken, Raki. Vader gelooft dat een beetje plezier onder het werk de stemming erin zal houden en hij denkt wel dat er enig kwaad bloed zal zijn, morgen na de veiling. Tenslotte is er maar één winnaar en een heleboel verliezers.'
  
  Ik streelde haar middel. 'En hoe zit het met mij? Krijg ik ook een meisje?'
  
  'Als je er een wilt. Ze zijn heel aardig. Een paar Duitse meisjes uit München en Thailandse meisjes uit Bangkok. Kies maar uit.'
  
  'Een een Italiaans meisje uit Izmir?'
  
  'Nee. Ik heb mijn vader beloofd het niet te doen tot alles is geregeld.'
  
  'De veiling?'
  
  'Meer dan dat. Of je voor of tegen ons bent.' Ze kuste me. Het begon als een kus die je vertelt geduld te hebben, maar ik greep haar vast en hield haar zo tot onze monden open waren en onze heupen tegen elkaar aanwreven.
  
  Vera duwde me weg. 'Nee. Wacht nog wat langer. Morgenavond is alles achter de rug en morgen zal het begin betekenen voor ons, Raki. Alleen maar het begin.'
  
  Ik was alleen in de eetkamer. Ik vulde mijn glas opnieuw met wodka en liep langzaam naar de grote ramen voor een blik op de Cascade. De zon was onder en de ijsspitsen leken te drijven in een blauwe nevel.
  
  Wat zou er gebeuren als ik geen sein doorgaf aan Hawk? Binnen vierentwintig uur zou ik één van de rijkste en machtigste mannen ter wereld zijn. Aan mijn zijde en in mijn bed zou ik een opmerkelijke, ongelooflijk mooie vrouw vinden. Samen kon niets ons tegenhouden. We zouden over onbeperkte activa beschikken, controle over de investeringen van de Maffia hebben en een burcht die elke aanval kon doorstaan. Niet dat we Sneeuwman verder nog nodig hadden. We zouden een klein eiland kunnen kopen, wanneer en waar we maar wilden. We zouden de Maffia over kunnen nemen en de Corsicanen uit Frankrijk verdrijven. Met wat ik uit de Geheime Dienst rapporten wist, konden we alle politici hier en in het buitenland chanteren om te berusten in onze eisen.
  
  En altijd zou daar Vera Cesare King zijn. Seksueel onweerstaanbaar. Uiterst intelligent en spiritueel. Trots en mooi. Wat kon je nog meer van een vrouw verlangen? De bergen strekten zich naar alle kanten uit, maanlicht viel diffuus over het ijs; een droomwereld die de verborgen sensors van Kings val verborgen hield. Ik liep van het raam weg en ging naar mijn kamer om het signaal uit te sturen waar Hawk op wachtte.
  
  Het geluid van drinken en lawaaierige seks vulde de gang buiten mijn kamer. Ik liep de badkamer in en vond het scheerapparaat zoals ik het had achtergelaten. Ik schroefde de achterkant los en legde de zender bloot.
  
  Op dit moment zou Hawk de exacte positie van Sneeuwman weten. De verkenningsvlucht van de U-2 was voorbij en de foto's waren geanalyseerd. Hawk zou de plattegrond van Sneeuwman kennen met een nauwkeurigheid die niet meer ruimte voor vergissingen liet dan misschien vijftien centimeter. De nagel van mijn vinger tikte het codebericht op de zender. DOOR DE LUCHT OM 500. Ik herhaalde de boodschap een minuut lang.
  
  Ik keek op mijn horloge. Het was 10.00 uur. Zeven uur vóór de aanval van AXE. Ik betwijfelde of King ook maar één van de Cobra's in de lucht zou hebben als AXE zou beginnen de eerste van zijn eigen helikopters op het dak te laten landen. Toch was daar op het dak een mitrailleur van zwaar kaliber.
  
  Ik slenterde van de gastenafdeling naar de woonkamer. Door alle activiteiten in de slaapkamers, was de rest van dit misdadigersoord verlaten. Buiten zag ik King met zijn lijfwacht. Op één van de landingsplaatsen stond een reusachtige Chinook helikopter brandstof te tanken om de meisjes de volgende ochtend weer weg te brengen. Ik hoopte voor hen dat zij weg zouden zijn vóór vijf uur.
  
  Ik glipte door een zijdeur naar buiten, de koude nacht in. Een bewaker van Sneeuwman stond op de hoek van de patio. Hij staarde naar de bergen.
  
  'Sigaret?'
  
  Hij sprong bijna een gat in de lucht en nam toen de aangeboden sigaret aan. Ik gaf hem eerst vuur, toen mezelf.
  
  'Je kunt gehypnotiseerd raken door die bergen,' zei hij verontschuldigend. 'Ze bewegen niet, weet je. Hoe lang je er ook naar kijkt. Heb je het niet koud?'
  
  De vraag had een vriendelijke klank, maar niet voldoende om me te misleiden. De bewakers hadden de speciale opdracht een extra oogje op Raki Senevres te houden.
  
  'Ik kom van de Anatolische bergen,' zei ik. 'Ik ben gewend aan de kou.'
  
  'Dan heb je mazzel. Als mijn dienst voorbij is, kost het me een uur om te ontdooien.'
  
  'Je moet van baan veranderen. Wordt computerprogrammeur, zoals ze op de televisiereclame zeggen.'
  
  Hij lachte. 'Wat ik zou moeten doen is dakdienst nemen en de hele nacht in die lekkere, warme koepel heen en weer lopen, snap je.'
  
  'Ik vrees van niet. Goedenacht.'
  
  'Jaah.'
  
  Hij stond met zijn rug naar me toe te roken. Ik liep naar de deur, deed hem open en meteen weer dicht, en gleed langs de deurpost de schaduwen in. De wacht draaide zich om naar de deur en haalde zijn radio voor de dag.
  
  'Controle. Ricco hier. Senevres kwam een minuut of wat geleden naar buiten. We hebben wat gebabbeld ... Nee, nee, geen informatie uitgewisseld ... Hij is al weer naar binnen ... over.'
  
  Hij verliet ogenblikkelijk zijn post voor een andere. Ik klom tegen de onbewaakte zijkant van het gebouw op. Het was gebouwd van kale balken en onbewerkte stenen voor een ruw, mooi uiterlijk. Er was geen gebrek aan steunpunten. Het dakgeschut was kaliber .51, dubbelloops, luchtafweerklasse. Het zou elke helikopter die ooit was gebouwd aan flarden scheuren. De koepel bestond uit zes centimeter plastic, sterk genoeg om alles minder dan een raket af te buigen. De wielen van de geschutskoepel waren met staal afgeschermd en aan een speciale luchtpijp zag ik dat de schutter een eigen luchtsysteem had in de koepel, zodat hij niet buiten gevecht kon worden gesteld door een gasaanval van binnenuit. Zelfs als de AXE-helikopters traangas in die speciale luchtleiding lieten vallen, dan zou hij hem kunnen afsluiten, met nog voldoende lucht binnenin om meer dan een uur door te kunnen blijven schieten.
  
  De schutter, duidelijk zichtbaar in het licht van de koepel, las een tijdschrift. Abrupt legde hij het neer. De geschutskoepel jankte en draaide op een voetdruk van de schutter. De dubbelloops mitrailleur wees nu in tegenoverliggende richting, dezelfde richting als waarheen de wachtpost beneden was gegaan.
  
  Een Iroquois landde op de landingsplaats naast de Chinook. Wie de laatkomers ook mochten zijn, de aandacht van de bewaker was afgeleid. Ik schroefde de deksel van de luchtpijp los met mijn zakmes. Als de koepel draaide, was ik dood. Er was geen enkele manier waarop ik mijn hoofd en armen snel genoeg kon terugtrekken.
  
  Sneeuw van de laatste storm was achtergebleven op het dak van Sneeuwman, bewijs van Sneeuwmans isolatie. Ik gebruikte er een handjevol van om mijn zakdoek nat te maken. In het natte textiel drukte ik een stuk heroïne snoep en perste het door de vezels heen. Ik spreidde de zakdoek over de luchtinlaat heen en zag toe hoe de bewerkte lap zich over het rooster verspreidde. De geschutskoepel bewoog niet, hij bleef gericht op de lossende Iroquois. Ik schroefde de deksel weer op zijn plaats en streek de in de war gebrachte sneeuw glad. De geschutskoepel jankte. De twee lopen wezen in mijn richting, maar ik was al weer verdwenen.
  
  De schutter zou nog steeds lucht krijgen. De hoeveelheid opium die hij per keer inademde zou heel gering zijn. Maar de opium was puur. Bewerkt zou het honderden verslaafden hebben geholpen. Daarnaast zou de schutter het voor uren inademen. Wanneer de AXE-helikopters arriveerden zou hij, in termen van Sneeuwmans verdediging, verlamd zijn.
  
  Voor de eerste bewaker naar zijn post terugkeerde, glipte ik weer het bouwwerk binnen. De nieuw-aangekomenen werden door King naar hun kamers geleid. De woonkamer was leeg, op Vera na. Ze zat op de sofa voor één van de open haarden. Ze scheen me te verwachten.
  
  'Gewandeld, Raki? Je moet bevroren zijn. Neem een cognac.'
  
  'Bedankt.' Ik vroeg haar niet hoe ze wist dat ik buiten was geweest. Mijn cognac stond al ingeschonken. Ik dronk het glas leeg. 'Kun je niet slapen?'
  
  'Nee. Misschien heb ik last van mijn zenuwen,' zei ze. Ze zal dat probleem wel nooit eerder hebben gekend. 'Heb jij last van zenuwen, Raki? Ben je ooit wel eens ergens bang voor?'
  
  'Je hebt of te veel, of te weinig cognac gedronken, Vera.'
  
  'Mijn vader mag je niet.'
  
  'Je vader houdt er niet van om te verliezen. Zeg hem dat hij niet een spion verliest, maar een medewerker wint.'
  
  'Hij vermoordt de mensen die hij niet mag.'
  
  Het gesprek werd al te gemeenzaam en Vera was in een vreemde, depressieve bui. Misschien had ze er een voorgevoel van dat ik niet was die ik voorwendde. Ik zei welterusten en liep naar de gastenafdeling. Alle pretgeluiden waren weggestorven en ik keek op mijn horloge. Het was 11.30, een beetje te vroeg voor alle stoute kinderen om nu al te slapen. Ik dacht er niet verder over na omdat ik voor vijf uur even wilde slapen.
  
  Ik stapte mijn kamer binnen en draaide het licht aan. Alle Maffiosi in Sneeuwman zaten op me te wachten. In het midden stond King. Naast King de nieuwe gasten, Charlie DeSantis en een Turk. De Turk was zo'n twee meter lang en woog zeker 150 kilo. Zijn nek was zo dik als de dijen van de gemiddelde man. Zijn gezicht was één gelittekende frons, versierd door een snor. Het zou me niets verbaasd hebben als hij de dichtstbijzijnde baas een arm had uitgerukt als avondhap.
  
  Maar King stelde me niet teleur.
  
  'Raki Senevres,' zei hij tegen mij. 'Mag ik je voorstellen aan Raki Senevres,' en hij klopte de Turk op diens rug.
  
  Ik was meer dan verbaasd.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 16
  
  
  
  
  Special Effects had mijn identiteit uitgezocht. Waar hadden ze die naam vandaan?
  
  'Ik bleef mezelf maar afvragen: waar komt die Raki toch vandaan? Wat weten we van die veelbelovende medewerker?' zei King. 'Ik heb het mijn vrienden in Istanboel en Izmir gevraagd. Geen van hen had ooit van hem gehoord. Er bestaat geen enkele misdadiger van die naam in Turkije. Iemand anders zou dan misschien tevreden gesteld moeten zijn zonder antwoord, maar ik wilde onze vriend, Raki, helpen alle twijfels over zijn identiteit, die mogelijk waren blijven hangen, op te ruimen. Dus ik bleef zoeken naar een man die Raki Senevres heette. Ten slotte vond ik hem. En het kon niet perfecter zijn. Zoals je weet probeer ik mijn gasten altijd te amuseren. Dit kan wel eens heel amusant zijn. De grootste worstelaar van Turkije.'
  
  'King,' onderbrak ik hem, 'wat is dit voor stunt? Ik heb je nooit verteld dat ik worstelaar was.'
  
  'Ben jij Raki Senevres?'
  
  'Ja.'
  
  'Dan moet jij de grootste worstelaar van Turkije zijn. En deze andere man is dan een leugenaar.'
  
  'Ik ben geen leugenaar,' zei de andere Raki Senevres. Zijn stem klonk als een stel tandraderen dat over botten maalde. Ik deed een beroep op de familie-bazen. 'Dit is een belachelijke test. Ik heb nooit gezegd dat ik die man was.'
  
  'Meneer King houdt vol dat dit de enige Raki Senevres is die hij kan vinden,' antwoordde de baas van Boston. 'Wil jij meneer King een leugenaar noemen?'
  
  'Ik noem niemand een leugenaar. Ik zeg alleen maar dat King het mis heeft.'
  
  'Als je Raki niet bent, wie ben je dan wel?' wierp de man uit Boston tegen. 'Ik zal je dit vertellen, Raki. In het verleden hebben we altijd het advies van meneer King opgevolgd en het was altijd prima. Nu zouden we ons een stuk beter voelen als je bewees wie je was. Ik kan begrijpen dat je kost wat kost wilt vermijden dat je geïdentificeerd wordt, maar iets klopt er niet.'
  
  Hij knikte naar de M-16 die op mijn rug was gericht. De mentaliteit van de Maffia was middeleeuws, maar logisch. Beter te weten dat ik iemand was, zelfs de man die ik ontkende te zijn, dan te maken te hebben met een spook, in het bijzonder een spook dat misschien wel eens een veel onplezieriger vorm kon aannemen dan dat van lijk.
  
  Met het automatische geweer in mijn rug, lieten ze me naar de biljartkamer marcheren. De andere Raki Senevres duwde de biljarttafels opzij, een klus waar ik touw en blok voor nodig zou hebben gehad. Ik keek op mijn horloge op het moment dat ik het afdeed. Het was 12.30 uur. Als Hawk hier kwam, was ik koud.
  
  Senevres en ik kleedden ons uit tot we alleen onze broek met opgerolde pijpen aanhadden. We stonden op blote voeten. Het is juist om te zeggen dat ik een gespierde, goedgebouwde man ben, maar ik zag er heel klein uit. De Turk was een aapmens. Harige spiervlakken bolden op tot zijn schouders en nek. Zijn buik was ontzaglijk, maar zonder een greintje vet en zijn gekromde vingers hingen tot aan zijn knieën. Voor het geval dat ik wellicht dacht een voordeel in snelheid te hebben, sloeg hij een radslag en sprong van zijn handen op zijn voeten.
  
  King zag er tevreden uit. 'Heren, dit is Turks worstelen. Onze vechtenden, die beiden toevallig Raki Senevres heetten, zullen worden ingesmeerd met olijfolie. Er is slechts één soort van val. Een val telt, volgens de Turkse regels, als de tegenstander de andere oppakt, er drie stappen mee loopt en dan tegen de vlakte smijt. Of door hem tegen de vlakte te kegelen, of door hem met zijn voeten met het gezicht tegen de grond te krijgen. Dat kun je doen vóór of nadat de ander dood is. Er bestaan geen andere regels. De winnaar ontvangt 100.000 dollar,' zei hij tegen Senevres. 'De verliezer is gewoon de verliezer,' zei hij tegen mij. Blikken met olie werden opengebroken en over onze hoofden leeggestort. Toen de glibberige massa zich over mijn lichaam verspreidde hoorde ik de weddenschappen onder de bazen. Ik stond honderd tegen één. Je zou me het paard met het kreupele been kunnen noemen.
  
  'Laten we beginnen.' King wuifde naar het vrijgemaakte midden van het vertrek. Ik imiteerde de zijdelingse atletische houding van de Turk. Het had geen zin om te doen alsof ik niet op de hoogte was van de Turkse, nationale sport. Elke Turk was er een aanhanger van en elke Turk leerde er de rudimenten van in het Turkse leger.
  
  'Allah, Allah. Er is slechts één god en dat is Allah.' Senevres en ik liepen op elkaar af, terwijl we beiden de oude strijdkreet zongen. Onze lichamen glommen van de olie. De zware spieren van Senevres' borst zetten uit als een bronskleurige ballon. Zijn schedel bezat de glans van een nieuwe kogel. Hij was van plan me zo snel en efficiënt mogelijk te doden, maar eerst moesten we door het ritueel heen. Senevres en ik kruisten eikaars pad, omhelsden elkaar en sloegen elkaar tegen de dij. De tradionele start ziet eruit als een pure vriendschappelijkheid. Maar het is een ritueel zoeken naar verborgen wapens.
  
  'Ze schijnen allebei te weten wat ze doen,' zei de baas uit Boston.
  
  King antwoordde in het Italiaans en het gehoor lachte. Hij zei zoiets als: 'Het varken ligt op zijn rug.' Een varken ligt alleen op zijn rug om gecastreerd of geslacht te worden, en hij had het over mij.
  
  De Turk sloeg tegen mijn schouder met het vlak van zijn hand en ik zwaaide achterover. Ik sloeg terug en zijn schouders bewogen minder dan een centimeter. Dit was het laatste gedeelte van het ritueel, de kracht van de tegenstander testen. Het zelfvertrouwen van de Turk groeide. Hij greep mijn armen met zijn handen en lanceerde me naar eigen verkiezen van het ene biljart naar het andere. Ik spreidde mijn armen en maakte me los, daarna probeerde ik dezelfde woeste tactiek. Mijn vingers pasten niet rond zijn biceps. Mijn handen glibberden af van zijn geoliede huid. De Turk gromde en stapte achteruit. Aan de traditie was tegemoet gekomen. De slachtpartij kon nu beginnen.
  
  Gehurkt, de handen uitgestrekt, grepen de Turk en ik elkaar vast, de hoofden en schouders kwamen bij elkaar. Hij maakte een schijnbeweging naar opzij, stootte naar de andere kant, krabde mijn voorhoofd met zijn nagels en gleed tegelijkertijd naar de grond voor een tackle. Ik trok mijn been weg en plaatste mijn elleboog in zijn nieren op het moment dat hij langs kwam. Zijn hand kreeg vat op mijn riem en smeet me als een zoutzak tegen de grond, maar mijn hoofd was niet meer op dezelfde plaats toen de zijkant van zijn hand naar mijn keel uithaalde. Moeizaam kwamen we allebei weer overeind. Hij was een beetje verbaasd dat zijn werk nog niet gedaan was en ik overdacht dat deze Turk in een man tegen man gevecht de sterkste tegenstander was die ik ooit had ontmoet.
  
  Hij kwam weer met zijn grote handen op me af en op het moment dat we elkaar vasthadden, schoot zijn hoofd als een kanonskogel naar voren. Hij bleef mijn armen vasthouden en stootte door. Zijn schedel was zo dik als een pantserplaat. Ik dook weg, maar hij had gescoord, het bloed stroomde in mijn ogen en verblindde mij. Door mijn getroebleerde zicht leek zijn hoofd op een betonnen vuist. Ik rolde achteruit en schopte hem onderuit. Maar hij kwam weer op zijn voeten terecht als een volleerd acrobaat, lachend en afwachtend.
  
  Ik veegde het bloed af en dat veranderde zijn humeur weer. Hij kwam weer naar voren gedenderd.
  
  In het midden van een van zijn sprongen, sprong ik zelf, mijn beide voeten omhoog in de lucht. Mijn hiel explodeerde op zijn neus en brak het kraakbeen van het bot los. Hij liet zich achterover vallen en rolde weg. Ik had gemist. Hij had zich al teruggetrokken voor ik hem goed en wel raakte. Het bewijs van de ongewone reflexen en de lichaamsbeheersing van deze grote man. Anders was het bot van zijn neus ook gebroken geweest, en tot in zijn hersens gestoten. Hij snoot een scharlaken rode prop uit zijn neus en kwam weer op me af, niet in het minst gehinderd door het spoor bloed dat hij achterliet. Ik veegde het bloed van mijn voorhoofd en ging op hem af.
  
  Ik dook onder de uitgestrekte vingers door die naar mijn ogen werden gestoten. Mijn vingers, in dezelfde fatale, karatestijl gestrekt, schoten naar het middenrif van de Turk. Midden in de slag greep hij mijn pols vast en zwaaide me van de grond af over zijn schouder. Hij begon de drie passen te lopen die hem de overwinning moesten brengen. Ik liet mijn handpalmen samen op zijn oor terecht komen in een dodelijke slag. Een hersenbloeding zou hem ogenblikkelijk geveld moeten hebben en ik spande mijn spieren voor zijn val. Maar in plaats daarvan, schreeuwde de Turk van de pijn en gooide me over het publiek heen. Ik schoot tegen een muur en belandde half in een overwinningsbeker. Ik was overdekt met kleine wondjes.
  
  De Turk huilde in doodsstrijd en bloedde donker bloed uit oren en mond. Hij ramde zich door de Maffiosi heen en greep me bij mijn haar. Ik voelde me duizelig en hulpeloos, me zwak bewust dat ik weer door de lucht vloog. Met mijn hoofd vooruit schoot ik door een rek met keus heen. Wanhopig draaide ik me om op het moment dat ik de grond raakte en kroop op mijn knieën en ellebogen onder de biljarts door. De Turk vloekte van teleurstelling. Ik ging staan voor één van de kogelvrije vensters van het vertrek en direct duwde hij een van de biljarts naar me toe. Ik sprong opzij en het biljart boorde zich door het glas heen naar buiten, de donkere nacht in. De temperatuur in het vertrek begon te dalen.
  
  De Maffiosi kregen het koud en werden bang. Ze waren hier voor amusement gekomen. Nu bevonden ze zich in een vertrek vol bloed en gebroken glas. Niet alleen vóór hen, maar overal om hen heen, rende de Turk schuimbekkend achter me aan. Toen hij me te grazen kreeg, vochten we dicht tegen elkaar aan met vuisten en ellebogen. Behalve één keer kwam ik alle keren als eerste neer en hij ramde zijn knokkels bijna door mijn ribbenkast heen. Ik deinsde achteruit, snakkend naar adem en wierp een leunstoel in zijn richting. Hij dook terwijl de maffiosi zich verspreidden. Toen de Turk naar voren sprong, sloeg ik zijn arm omhoog, klemde zijn pols naar achteren en begon hem op zijn knieën te dwingen. Alsof hij een insect te pakken nam, greep hij met zijn vrije hand mijn nek en rukte zijn pols los uit mijn greep. Lucht schoot uit mijn keel, toen de Turk kneep. Zijn spieren van schouders en armen bolden op met het genot van moord. Mijn gezichtsvermogen was rosé gekleurd door het bloed. Nu raakte het vlekkerig door gebrek aan zuurstof in mijn hersenen. King en de andere maffiosi schreeuwden aanmoedigingen naar de Turk. Het geluid zwol aan en ebde weg met mijn polsslag.
  
  Mijn handen sloten zich samen tot een vuist en sloegen één, twee, drie keer tegen de kaak van de Turk. De bankschroef rond mijn hals werd losser. Ik mepte in zijn onbeschermde maag en sloeg hem wat lucht uit zijn longen, door zijn bloedende mond en neus. Met een uitstekende knokkel sloeg ik tegen zijn borstbeen, een slag die voldoende hard en precies was om het hart van iemand anders stil te doen staan en voldoende om dat van de Turk één slag te laten overslaan. Ik gaf hem weer een hoek, eerst in zijn onderbuik, dan tegen zijn oor.
  
  De Turk liet los en zocht naar steun. Hij draaide zijn gezicht af en kotste op de schoenen van het dichtstbijzijnde lid van het publiek. Toen nam hij me opnieuw op. Het gevecht was anders dan hij had verwacht. Ik was geen Turk, zoveel was wel duidelijk en hij had het voordeel dat hij wist hoe hij de glibberigheid van de olie moest gebruiken. En hij was ongelooflijk sterk en behendig, met het verbazingwekkende vermogen om pijn te verdragen. Toch was er iets fout. En dat iets was dat ik Killmaster was en hij niet. Op een subtiele wijze was de strijd veranderd. De maffiosi waren het zich niet bewust, maar wij wel. De Turk was aan het verliezen. Het was een gevecht tot de dood en het zou zijn dood worden.
  
  Moedig tackelde hij me en kreeg een knie tegen zijn tanden. Ik hakte in op zijn nek, zonder effect, maar op het moment dat hij van de vloer op kwam, sloeg ik hem recht op het gezicht zodat hij achteruit tegen King aan wankelde. De Turk probeerde een tweede stoot, maar ik dook onder zijn slag door om een speervormige stoot in zijn onderbuik te plaatsen.
  
  De Turk gaf het niet op. Weer werkte hij me met zijn spieren tegen de muur en hij klemde mijn keel met zijn onderarm af, terwijl zijn knie naar mijn kruis zocht. Ik draaide me los, wat precies was wat hij wilde, want zijn vingers die een glasscherf vasthielden sneden al naar mijn ogen. Ik dook weg, maar niet voldoende.
  
  Nieuw bloed van mijn voorhoofd stroomde in mijn ogen. Ik ontweek hem en trok me instinctief terug toen de Turk opnieuw uithaalde. Glas sneed langs mijn arm. Ik had geen enkele gelegenheid mijn gezicht schoon te vegen. De Turk bleef naar me uithalen, zijn eigen hand bloedde fel door het stuk glas dat hij vasthield. Mijn rug voelde kouder aan en ik wist dat ik achterwaarts naar het versplinterde raam liep. Toen voelde ik weer gebroken glas onder mijn voeten. Ik stond recht voor het raam en ik kon geen kant meer uit. Door het rode waas heen zag ik een lomp silhouet naderen. Een voet trapte op het glas. Een verscheurende, glinsterende vuist schoot naar voren.
  
  Op het geluid van de voetstap dook ik plat op de vloer. De Turk struikelde door zijn eigen kracht. Zijn vuist en arm vlogen over mijn hoofd heen. Ik kwam overeind, greep zijn schouder en middel en tilde hem op. Het was niet zo'n fantastische worp, maar dat was ook niet nodig. Hij zelf zorgde voor de kracht en de richting die hem het raam deed uitzeilen.
  
  Eerder al had ik langs de bergwand naar beneden gekeken. Onder Sneeuwman was niets anders dan ijsmuren van rotsen. Zo'n driehonderd meter lager speelden wat wolkentoefjes rond. Nog eens driehonderd meter lager waren de eerste obstakels voor een vallend lichaam. De Turk schreeuwde niet. Voor zover we konden horen maakte hij geen enkel geluid. De kamer was erg stil en erg koud.
  
  Toen ik weer begon te geloven dat ik nog steeds in leven was, wankelde ik van het raam vandaan. Iemand stapte naar voren en veegde het bloed van mijn voorhoofd. Het was Vera. Ik had helemaal niet gemerkt dat zij het vertrek was binnengekomen. Ze zag er nu woedend en wraakzuchtig uit. Toen mijn gezichtsvermogen weer helder was, keek ik de kamer rond. Het leek alsof iemand met een moker en een emmer rode verf door de kamer was gegaan. Overal was het rood. Het lag op de vloer, tegen de muren en zo hier en daar waren de afdrukken van een rug en schouder te zien. Rood zat ook op de kleren van de maffiosi, waar ze toevallig te dicht bij het gevecht hadden gestaan. Alle dingen die konden breken, waren gebroken. Op de vloer lag een rosé tand, een kies. Ik ging met mijn tong door mijn mond, maar vond geen hiaat. Het was een tand van de Turk en ik had hem eruit geslagen, maar ik had er in het geheel geen benul van wanneer dat was gebeurd.
  
  'Ik geloof dat we mogen stellen dat Raki die vogel van jou heeft opgeruimd,' merkte de baas van Boston op, daarmee de stilte verbrekend.
  
  'En nu bloedt Raki nog dood, dankzij jou,' zei Vera tegen haar vader.
  
  King posteerde zich voor de bazen en consiglieres en wilde iets zeggen, maar ik onderbrak hem.
  
  'De winnaar en nog steeds Raki Senevres,' zei ik. 'En nu maak je je verontschuldiging, dan kan ik wat jodium gaan zoeken.'
  
  De jongens hadden helemaal geen trek meer in Kings wantrouwen. Ze hadden een beter gevecht gezien dan ooit sinds Frazier-Ali en ze gingen naar boven voor hun drank en hun sigaren. Dus King stak zijn korte redevoering alleen voor mij af.
  
  'Dit bewijst dat je maar één man kunt zijn. Alleen Nick Carter had dit gevecht kunnen winnen.'
  
  'Vleier,' zei ik en wankelde in Vera's armen weg.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 17
  
  
  
  
  Het was drie uur in de ochtend voor elke snee was verzorgd. Gelukkig hadden maar een paar sneeën verband nodig, voornamelijk op mijn voorhoofd en onderarmen. Ik zag eruit als een man die met zijn gezicht in een emmer vol scheermesjes was gevallen. In mijn hoofd prikte de dubbele gloed van plaatselijke verdoving en Scotch. Het eerste verzorgd door de dokter van het huis, het tweede door Vera. Binnen twee uur zou AXE toeslaan en ik zou in leven zijn. Die kennis kwetste al evenmin mijn moraal.
  
  'Je hebt jezelf nu bewezen, Raki.' Vera duwde me zacht de kamer in. 'Je hebt zelfs mijn vader verslagen.'
  
  Haar ogen gloeiden van liefde. Ik had haar gewonnen. Over twee uur zou ik haar verraden. Ik had niets anders dan mijn werk gedaan: infiltreren en vernietigen. Het werk hield in haar te gebruiken, precies zoals in het begin haar werk was geweest mij te vernietigen. Ik probeerde haar niet uit mijn gedachten te zetten als de zoveelste vrouw, de zoveelste vijand. Het had geen zin. Ik nam haar gezicht in mijn handen en glimlachte bedrieglijk, alsof ik niets anders dan gelukkig was. Op een ander moment, op een andere plek, zou het gelukt zijn. Vera en ik?
  
  Het enige wat ik nu voor haar kon doen was haar in leven houden op het moment dat de helikopters van AXE naar beneden kwamen.
  
  'Wil je vannacht bij me blijven, Vera?'
  
  'Ik wachtte erop tot je het zou vragen.'
  
  Zoals ik al zei waren mijn wonden voornamelijk oppervlakkig. In het donker kon ik ze niet zien en toen Vera naakt met me in bed stapte, kon ik ze niet voelen. Haar borsten waren koel en vertroostend, haar lichaam een soepele deken. Haar mond heet en hongerig. Toen we elkaar kusten, spreidde ik mijn benen om haar heen. Vera's tong vond de mijne toen ik in haar omhoog kwam, langs de eerste weerstand tot diep in het vrouwelijk wezen.
  
  'Raki,' zuchtte ze van genot. 'Niemand kan ons tegenhouden. Niemand.'
  
  Ik draaide haar om zonder me terug te trekken en plaatste haar dijen om me heen. Mijn schuldgevoel smolt weg in de hitte van het liefdesspel. Vera Cesare King was nooit hartstochtelijker en opener, haar borsten waren zachte kussens met stijve pieken, haar flanken breed en verwelkomend. Ten slotte deinde het bed onder een intense, ritmische seks en toen waren we één: we hielden elkaar vast alsof loslaten zou betekenen dat de tijd om was.
  
  De seksuele uitputting nam bezit van mijn gefolterde lichaam. Vera verliet me met een kus om naar de badkamer te gaan en ik was al half in slaap toen mijn hoofd het kussen raakte. Er viel iets op de vloer, maar het geluid drong slechts zwak tot me door. Ik kon één uur goed en diep slapen en dan klaar zijn voor Hawk op het moment dat hij kwam.
  
  'Je bent echt Nick Carter.'
  
  De stem was die van Vera en het was niet in de een of andere droom. Ik kwam overeind, onmiddellijk klaarwakker. Vera hield de radiozender in de palm van haar hand. In de andere hield ze de Beretta.
  
  'Ik stootte per ongeluk je scheerapparaat op de grond en het ding ging kapot, waardoor dit eruit viel.' Ze gooide de kleine zender omhoog in haar hand. 'Jij, smerige ploert.'
  
  Ik had weer kunnen beginnen met liegen en beweren dat het een verborgen microfoon van haar vader was, maar ik bezat de moed niet meer. De leugens waren voorbij en we wisten het allebei. Raki Senevres was dood.
  
  'Het spijt me, Vera.'
  
  Ik meende het. De bruine ogen van Vera bleven hard als topaas. Ze was nog steeds naakt. Het licht van de badkamer wierp de schaduw van de Beretta over haar naakte buik, waar ik een paar minuten eerder nog bovenop had gelegen. 'Ik ook,' zei ze.
  
  Vera haalde de trekker over. Het pistool liet een lichte klik horen. Een tweede en een derde keer haalde ze de trekker over. De hamer kwam naar voren op de patroon in de kamer, maar er was geen slagpen meer. Die had ik er een paar dagen eerder uitgehaald.
  
  'Ploert.'
  
  Ze gooide het wapen naar me toe en wilde naar de deur rennen. Ik liet haar struikelen en wierp me bovenop haar naakte lichaam. Op de stoel lagen mijn kleren. Mijn overhemd diende als prop en met mijn broek bond ik haar handen en voeten. Tot een boog gespannen bewoog ze zich woest heen en weer. Ik kon er niets aan doen dat ik een deken over haar heen gooide om haar naaktheid te verbergen voor iedereen die toevallig binnen mocht komen.
  
  Het zou nog een uur duren voor de aanval begon. Uit de kast koos ik warme kleren, een sweater en een parka, en een paar raceski's. De ski's bond ik met twee riemen op mijn rug vast. Toen zwaaide ik het raam open, boven een val van ruim een kilometer. In plaats van seks, verdoofde adrenaline de pijn van mijn verwondingen. Voor de laatste keer keek ik naar Vera. Ze wendde haar hoofd af.
  
  Door het raam stapte ik op de richel. De Cascade was van een rafelig donkerblauw, als van een onderzeese bergketen; de sterren glinsterden als lichtgevende visjes en lage wolken dreven langs de hemel. Ik klom de twee verdiepingen naar boven, naar het terras van Sneeuwman waar ik eerder die avond was geweest.
  
  Over de muur van het terras zag ik de helikopter op zijn landingsplaats. Ik kwam even in de verleiding weg te vliegen, maar dat zou het hele fort voortijdig hebben gealarmeerd. Ik moest op de een of andere manier verdwijnen. Ik dook weg toen een wachtpost op zijn ronde langskwam. Ik tastte langs de binnenkant van de muur toen hij voorbij was en voelde een lange rol touw met een haak. Die had ik al eerder gezien; ze hingen op regelmatige afstanden van elkaar tegen de muur en werden gebruikt als iets of iemand moest worden opgehaald.
  
  Ik gebruikte het touw niet direct, pas toen ik tot vijftien meter onder de basis van het huis was geklommen. Daar overzag ik mijn vluchtroute. Ik schatte het touw op zo'n vijftig meter. De bergwand was dooraderd met ijs, maar zo steil dat ik de haak makkelijk los zou kunnen trekken. De haak had omwikkeld moeten zijn om het geluid te dempen. Ik had bergschoenen moeten hebben, ik had moeten kunnen zien waarnaar ik afdaalde, maar je kunt nu eenmaal niet alles hebben.
  
  De haak paste keurig om een uitstekende rand van zo'n vijftien centimeter en ik stapte de ruimte in. De druk op m'n enige punt van houvast zo gelijkmatig mogelijk houdend, liet ik me met achterwaartse sprongen langs de wand naar beneden zakken. Elk moment verwachtte ik dat er alarm zou worden geslagen en dat ik een M-16 over het terras naderbij zou zien komen.
  
  Er kwam geen alarm en geen M-16. Ik bereikte het einde van het touw en balanceerde op een ijsrichel. Ik rukte aan het touw. Het ging langzaam en ik drukte mezelf tegen het steen. De haak schoot los van de richel, viel langs mijn hoofd naar beneden en raakte ver onder me rinkelend de rotswand. Ik wachtte even, terwijl de adrenaline het zweet uit mijn poriën stuwde. Alles op Sneeuwman bleef vredig. Ik trok de haak op.
  
  De berg afzakken per enterhaak was krankzinnig, maar snel. Binnen dertig minuten legde ik de driehonderd meter tot de sneeuwgrens af. De sneeuw was vers en de hoek van de helling was nu ongeveer 45 graden. Ik liet het touw voor wat het was en stapte over op de ski's. Het duurde nog een half uur voor de aanval plaatsvond en ik was vastbesloten zo veel mogelijk afstand tussen mij en Sneeuwman te maken.
  
  De lage wolken waren verdwenen en het maanlicht weerkaatste verblindend op de sneeuw. Het was allemaal bergafwaarts. Ik ging in de racehouding en mijn ski's begonnen te zingen. Ik weet niet tot welke kristalsoort King deze sneeuw catalogiseerde, maar de sneeuwbodem was perfect, om te skiën. Mijn snelheid steeg tot tachtig kilometer per uur en ik had zelfs honderdtien kunnen gaan als dit geen onbekend terrein voor me was geweest. Sneeuwman lag kilometers achter me en uit het gezicht. Ik vloog over een kam heen en voor me lag een vallei vol vluchtwegen.
  
  Een ander geluid mengde zich met het zingen van de ski's en overstemde het geleidelijk. De lucht zoemde van het gejank van de turbinemotoren van een Cobra. De klutser was niet voor me of opzij van me. Ik keek om en zag in de verte een langwerpige vorm vlak boven de sneeuw zweven; het volgde mijn skisporen. De onheilspellende achtervolger was de Cobra. Naast zijn mitrailleur was een schijnwerper gemonteerd. Ik dook dieper ineen om de luchtweerstand te verkleinen en mijn snelheid nam toe.
  
  Ik had een cruciale miscalculatie gemaakt. Ik had me gerealiseerd dat de computers en sensors van Sneeuwman voldoende zouden zijn om elke indringer die het Maffiafort naderde op te sporen. De toegangswegen waren bergopwaarts en moeilijk. Van het fort vandaan had ik snel en grillig moeten zijn om de automatische opsporingsapparatuur in de war te brengen. Ik had nooit gedacht aan een Cobra die mijn overduidelijke spoor zou volgen. Een Cobra kan een snelheid bereiken van meer dan 300 kilometer per uur. Ik kon hem niet ontlopen, maar ik moest verder zolang ik kon.
  
  Ik zwenkte naar rechts toen ik een richel passeerde. De sneeuw onder me stoof op en ranselde tegen mijn ski's. Ik kon niet remmen en als ik viel was het werkelijk met me gebeurd. Mijn zwenking had me op de zuidelijke helling gebracht. De sneeuw had een bovenlaag van ijs. Ik sprong over een heuvel heen en landde dertig meter verderop bergafwaarts. Het neerkomen was als een landing op beton, maar mijn snelheid bleef stijgen en op ijs zouden mijn sporen moeilijker te volgen zijn dan op verse sneeuw. Misschien kon ik de Cobra te slim af zijn. Mijn ski's schokten en trilden door de snelheid waarvoor geen enkel paar ski's was ontworpen. De minste zwenking was al gevaarlijk. Ik balanceerde al op de rand van het mogelijke. Bijna verloor ik mijn controle toen de sneeuw om me heen plotseling oplaaide in een verblindende cirkel van wit licht. Voor me was mijn schaduw. Boven mijn hoofd was de Cobra. Ondanks mijn snelheid zwenkte ik opzij. In de lege lichtcirkel spatte sneeuw en ijs op in een salvo van de mitrailleur. De Cobra bleef niet lang vuren op de sneeuw, maar hij moest een cirkel beschrijven om mijn nieuwe spoor te vinden, eenvoudig omdat hij sneller ging dan ik. Na een spookachtige draai, kreeg hij mijn spoor weer in het oog en begon me weer te volgen. Wanhopig zwenkte ik naar rechts en naar links, af en toe op één ski. De witte cirkel sloot me in en ik leunde opzij, terwijl mijn schouder langs de sneeuw veegde om weg te sturen. Toen de mitrailleur zijn vuur opende, was ik verdwenen op een nieuwe koers.
  
  Twee minuten later kreeg de helikopter me weer in het vizier en deze keer zat de Cobra op mijn nek. Maar ik begroef mijn skistok in de sneeuw voor een bocht die bijna mijn arm uit de kom rukte. Weer schoot de schutter kogel na kogel in een lege helling.
  
  De Cobra steeg. Ik kon niet op mijn horloge kijken om te controleren wanneer AXE de aanval zou inzetten. Het witte zoeklicht had me weer gevonden, maar bleef op afstand alsof de twee mannen in de Cobra hun strategie herzagen of nieuwe orders kregen van Sneeuwman. De Cobra steeg nog wat meer. De uitbrander was achter de rug.
  
  De raketwerpers van de Cobra braakten rode vlammen uit. De projectielen waren niet op mij gericht. Hoog boven me vlogen ze voorbij en explodeerden in de sneeuw van een hoge helling. De hele helling kwam naar beneden en ik hoorde het gebulder steeds luider worden. Het geluid vulde de hele vallei. Tonnen sneeuw vielen naar beneden en namen steeds meer sneeuw mee in één ziedende, witte massa. De Cobra vuurde nog meer raketten af. Wat eerst een witte helling was geweest, werd nu zwart toen zijn schild van sneeuw en ijs ineenstortte en zijn tonnen sneeuw voegde bij de eerste lawine. De Cobra bleef vuren tot de hele oostkant van de vallei naar beneden denderde alsof een enorme aardbeving de hele Cascade in beweging had gebracht. De sneeuw onder mijn ski's trilde. Een dunne strook bomen verdween onder de golf. Een wind, aan de gang gebracht door de stortvloed van sneeuw, rukte aan de wanden van de vallei.
  
  Ik herinnerde me in een flits de film die King me had laten zien. Die mannen hadden geen enkele kans gehad. En nu ik evenmin. De vallei was zestien kilometer lang en ik ging honderdtien kilometer per uur. Maar de hele zijkant van die vallei kwam naar beneden in een golf die bijna tweemaal mijn snelheid had. Toen de golf dichterbij kwam, kon ik voor het eerst zijn omvang onderscheiden. Rotsblokken, zo groot als huizen, sprongen op boven een hoge, witte muur van twaalf meter. Toen de muur op me af bulderde, beefde de grond zo erg dat ik nauwelijks nog overeind kon blijven. Als laatste toevlucht probeerde ik naar de opgaande helling te zwenken van de andere kant van de vallei. De eerste brokken sneeuw en ijs sprongen op onder mijn voeten. Grotere brokken troffen mijn rug. Het enorme gebulder van de lawine deed zeer aan mijn oren.
  
  Heb je ooit een mier gezien in een zandkuiltje, op het moment dat het zand boven hem instort? Ik werd opgeheven, terwijl ik nog steeds op een vreemde manier mijn evenwicht behield, alsof ik aan het surfen was. Voor een seconde bleef ik zo gaan en voelde ik de niet te peilen kracht van de lawine, bijna als een god die op een onweersstorm voortreed. Toen werd ik weer de mier.
  
  De muur rees boven me uit. Mijn benen werden naar beneden gezogen. Alles werd zwart en de lawine bleef maar voortrollen.
  
  
  
  
  
  Hoofdstuk 18
  
  
  
  
  Ik had één van de miljoenen rotsblokken kunnen zijn die begraven lagen onder de stille sneeuw. Toen ik weer bijkwam wist ik niet zeker of ik nog leefde of niet. Ik zag niets; boven me lag een dichte, hoop sneeuw. De enige luchtzak die ik tot mijn beschikking had, had ik zelf gevormd toen ik me oprolde, tussen borst, armen en knieën. Het was aan Jaime te danken dat ik nog lucht had en leefde. Als ik alleen maar was gevallen zonder een bal van mijn lichaam te maken, dan was ik gestikt, dan zou ik genoeg warmte hebben verloren om te bevriezen en dan zou ik in vier verschillende richtingen uiteengerukt zijn. Toch waren mijn kansen niet al te groot.
  
  De kou verdoofde de pijn van mijn verwondingen, maar mijn eerste zorg was gebroken botten. Ik spande elke spier, wachtend op de rauwe pijn van vlees over versplinterd bot. Ik vond meer dan genoeg beurse plekken, maar geen gebroken been. In mijn koude graftombe schoof ik de mouw van mijn linkerpols terug.
  
  Het was tien uur in de ochtend, volgens de verlichte wijzers van mijn horloge, vijf uur nadat ik begraven was en vijf uur na de aanval van AXE.
  
  Ik voelde langs mijn benen. De ski's waren weg. De veer-sloten op mijn schoenen waren afgebroken. Ik probeerde mezelf op te duwen. De sneeuw boven me gaf geen millimeter mee. Ik was keurig verzegeld. Vroeg of laat zou ik bevriezen. De lucht die ik inademde was al vergeven van de kooldioxide. Zo was het dus om levend begraven te zitten. Nee, ik corrigeerde mijn gedachten, zo zat je levend begraven.
  
  Iets trok aan mijn pols. Tastend vond ik de band van mijn skistok. Hij was gebogen, maar nog helemaal heel. Als er minder dan anderhalve meter sneeuw boven me lag, kon ik met de stok een luchtgat maken. Ik duwde de stok omhoog, hem draaiend als een boor. Ik stak hem zo ver ik kon door de sneeuw heen. Maar de stok bereikte geen licht of lucht. Killmaster lag verdomd diep begraven.
  
  Ik trok de stok terug. Naar lucht poeren was zinloos. Ik kon in een Zen-trance gaan. Dat zou mijn leven verlengen doordat ik dan de helft van de normale hoeveelheid zuurstof nodig had en doordat ik dan minder proteïne zou verbranden om toch nog enige lichaamswarmte te handhaven. Die tactiek zou enige zin hebben als iemand bezig was me uit te graven. Maar helaas was niemand aan het graven. Een trance betekende zoveel als opgeven.
  
  Ik stak de stok naar opzij in de sneeuw. Werken, zelfs bewegen, betekende het verbruiken van zuurstof en energie, maar ik had verkozen te vechten. Bij de vijftigste poging, of vijfhonderdste, raakte de stok iets stevigs, achter en boven me. Ik bleef porren tot ik zeker wist dat het hout was en geen steen. Het was een boom, ontworteld en door de lawine helemaal langs de helling naar beneden gevoerd. Langzaam begon ik de met de stok losgemaakte sneeuw tussen mij en de boom weg te ruimen. Volgens mijn horloge kostte het me negentig minuten om de boom te bereiken. Ik trok mijn handschoenen uit en betastte dankbaar de stam. Het was een spar, waarvan de takken recht van de stam uitstaken als een regelrechte ladder. Ik was zwakker en kouder dan ervoor, maar nu had ik hoop en, wat belangrijker was, steun. Blindelings baande ik me centimeter voor centimeter een weg naar boven. De kooldioxide begon mijn geest parten te spelen, het creëerde subtiele, fatale hallucinaties. Op een goed moment raakte ik ervan overtuigd dat ik naar beneden groef en niet naar boven. Bewust sloot ik mijn geest af voor die gedachten en bleef mechanisch doorgraven.
  
  De sneeuw leek losser. Ik negeerde het teken. Ik kon licht onderscheiden. Dat was misschien weer een hallucinatie. Toen begon de sneeuw op me in te storten. Mijn hand strekte zich en voelde niets dan lucht. Ik kon weer ademhalen, diepe teugen, koude, frisse zuurstof. Een paar minuten later brak ik door het oppervlak heen en klauterde bovenop mijn graf naar buiten.
  
  Het was vier uur in de middag. Twee meter naar opzij en drie meter naar boven hadden me zes uur gekost. De sneeuw zat in iedere vezel van mijn kleding, mijn huid zag wit van de kou, maar ik had geen reden tot klagen. Na de opgeslotenheid van het sneeuwgraf ging ik liggen en strekte mijn armen en benen, zwelgend van het leven. De condens van mijn adem was als een zegeteken.
  
  Ik draaide me op mijn buik. De bodem van de vallei bestond nu uit een gebroken massa sneeuw. Ik had net besloten terug te keren naar Sneeuwman toen ik twee vlekken mijn richting uit zag komen. Het had een zoekploeg van AXE kunnen zijn, maar dat betwijfelde ik. Wie de slag om Sneeuwman had gewonnen, zou helikopters hebben. Deze twee gingen op sneeuwschoenen en waren op de vlucht. Ik was er zeker van dat ze mij niet hadden gezien. Als er iets was waar ik nu op leek, was het wel sneeuw. Stil bleef ik liggen en wachtte af.
  
  Op duizend meter afstand kon ik ze onderscheiden. Één van de vlekken was King, de andere Vera. Ze kwamen recht op me af.
  
  Hij zag er uiterst vermoeid uit. Aan één wang was hij gewond en hij bleef maar achterom kijken naar de lucht. Vera zag er alleen maar moe uit. Als ze op deze koers bleven zouden ze me nooit kunnen missen. King hield de Luger in zijn dikke bonthandschoen geklemd. Ik had niets.
  
  Ik kroop terug naar het gat waar ik uit was geklommen. Ik kon mezelf weer begraven. Het idee maakte me ziek op het moment dat ik door de schacht naar beneden keek. Bovendien was ik hierheen gekomen om King uit te schakelen, niet om me voor hem te verbergen. De Kings, vader en dochter, waren nu 900 meter van me verwijderd. Ik tastte in het gat en trok de boomtakken in een boog, daarna schoof ik de sneeuw over de takken tot ze bedekt waren. Mijn graf was nu een val geworden. Ik trok me haastig terug van de verborgen schacht en bleef stil liggen.
  
  Toen Vera en King vijftig meter van me verwijderd waren, stond ik op. Ze stopten geschokt, alsof een geest hun pad versperde.
  
  'Jij bent dood,' schreeuwde King, alsof hij zichzelf ervan moest verzekeren.
  
  'Jij bent dood,' antwoordde ik. 'Ik neem aan dat je vannacht een paar bezoekers hebt gehad?'
  
  Hij werd rood en dat kwam niet door de kou. Ik had mijn antwoord.
  
  'Maak hem af, vader,' zei Vera. 'Maak hem deze keer voor eens en voor altijd koud.'
  
  King was nog steeds te geschokt. 'Mijn mannen in de helikopter zagen je sterven, Carter. De sensors vertelden me dat je dood was.'
  
  'Alleen maar in winterslaap. Gooi je pistool hierheen, King.'
  
  'Maak hem af.' Vera schudde haar vader door elkaar. 'Of jij schiet hem neer, of ik doe het.'
  
  King scheen voldoende te ontwaken om te zien dat ik geen wapen had. Hij bracht zijn Luger omhoog en richtte hem op mijn borst. De loop schoot op. Links van me stoof sneeuw omhoog. Hij wreef zich in zijn ogen en kwam naar voren. Sneeuwman was verdwenen, zijn miljoenen waren verdwenen. Borgia was plotseling een vermoeide, oude man. Hij stopte en vuurde opnieuw. Een kogel floot langs mijn oor. De vorige dag zou hij me rennend op honderd meter hebben geraakt. De vorige dag beefde hij nog niet.
  
  Ik liet me op de sneeuw vallen. Zijn richten werd beter, maar zijn reflexen waren traag. Zijn schot kwam waar ik had gestaan, niet waar ik nu lag. Hij wankelde onhandig naar voren op zijn sneeuwschoenen. Ik rolde me achteruit over de sneeuw, toen hij nog eens drie schoten loste met zijn Luger.
  
  'Geef mij dat pistool.' Kwaad en teleurgesteld rende Vera achter hem aan. King was nog geen halve meter van de put vandaan, die ik voor hem had klaargezet, toen Vera hem tegenhield. 'Laat mij hem afmaken.'
  
  Ze greep zijn arm vast en hij trok zich los. King schoot naar achteren om zich los te maken van haar handen. Toen, met een gekraak van takken, viel hij door het sneeuwoppervlak heen. Een geiser van sneeuw stoof op en onder de sneeuw ging een pistoolschot af. Voorzichtig liep Vera naar de rand van de kuil, keek, en bedekte vol afgrijzen haar gezicht met haar handen.
  
  Een demonische, vreselijke kreet van pijn welde in haar op. Ze liet haar handen zakken, staarde me aan en begon weg te rennen, terug naar Sneeuwman.
  
  'Vera, wacht!'
  
  Ik kwam overeind en rende achter haar aan. Rond de rand van de kuil waren bloedspetters en de helft van het hoofd van haar vader. Toen hij viel, had zijn arm een tak geraakt en hij had weer geschoten. Dit keer had hij niet gemist. 'Vera, wacht!' schreeuwde ik toen ik struikelde en viel. Op handen en knieën voelde ik de vertrouwde, bloedstollende sensatie. De hele grond beefde. De wand van de vallei, die kant die de vorige nacht niet naar beneden was gekomen, stortte nu in. De eerste lawine had de tegenoverliggende wand losgemaakt, Kings pistoolschoten waren de laatste trillingen die nodig waren om opnieuw een lawine te ontketenen. Tonnen en tonnen witte dood vielen van de hoge pieken naar beneden, meer sneeuw verzamelend en steeds sneller gaand. Ik schreeuwde en kon zelfs mijn eigen stem niet horen.
  
  Vera bleef maar naar de groeiende lawine toe rennen. Hysterie stond op haar gezicht geschreven elke keer dat ze omkeek. Ik rende achter haar aan over de trillende grond. Vermoeidheid en het ontbreken van sneeuwschoenen speelden me parten. De lawine veegde over de lagere helling en bouwde al neerkomend zijn kracht op. De bomenrij verdween, ontworteld door een witte hand van anderhalve kilometer breedte. Weer viel ik over een brok ijs. Vera keek om, niet naar mij, zoals ik dacht, maar naar boven mijn hoofd.
  
  Een AXE-helikopter zweefde op zeven meter boven mijn hoofd. Het was de helikopter waar haar vader zo wanhopig naar had gezocht toen hij steeds omkeek. Hawk zat naast de piloot en zwaaide koortsachtig naar me, kennelijk opgelucht dat ik hen ten slotte had opgemerkt. Het geluid van de motoren ging volledig verloren in de furie van de lawine. Een touwladder viel naar beneden. Ik sprong erop, maar in plaats van naar boven te klimmen gebaarde ik de piloot naar voren. Hawk wuifde dat ik naar boven moest komen. Ik schudde mijn hoofd en wees naar Vera. Ik kon Hawk niet horen vloeken, maar ik las zijn lippen. Hij klopte de piloot op de schouder en onwillig koerste die in de richting van de naderende sneeuw.
  
  Ik scheerde op twee meter boven de grond. We wonnen snel op Vera, maar ze had een ruime voorsprong en toen ze mij op de ladder zag, rende zij des te harder. Ze scheen de lawine in het geheel niet op te merken. De witte golf bulderde op haar af. Maar we zouden haar bereiken, daar was ik zeker van.
  
  Voor de sneeuw uit rolde een woeste windgolf. De helikopter schokte en dook. Weer probeerde Hawk me naar boven te gebaren. Hangend aan de ladder stak ik mijn hand uit. We waren bijna bij Vera, evenals de vloedgolf van sneeuw van zeven meter hoog die zich even snel bewoog. Plotseling leek Vera een heel klein, donker figuurtje tegen de voortrollende, witte achtergrond. Onder de bokkende helikopter schokte en kronkelde de touwladder.
  
  Op het laatste moment scheen ze de lawine te zien. Ze verstarde van angst. Dansend in de wind doken we naar beneden en ik strekte mijn arm zo ver ik kon. Vera stond op de bevende grond op een paar centimeter van mijn grijpende hand. Haat streed met angst in haar ogen. De sneeuw stortte zich neer.
  
  Haar hand schoot uit en greep de mijne. Meteen ging de helikopter naar omhoog in een wanhopige poging boven de toestromende sneeuw uit te stijgen. De lawine raasde met al zijn kracht en kwam al tot Vera's middel. Ze zei iets dat ik niet kon verstaan. Maar de haat was uit haar gezicht verdwenen, evenals de angst. Er was slechts berusting.
  
  Toen was ze verdwenen, weggescheurd zoals de bomen waren weggescheurd. De sneeuwgolf bedekte haar. De lawine bleef vallen en zich opbouwen, moordend en alles meteen toedekkend wat het had vermoord, op dezelfde manier als King had voorspeld.
  
  Stijf klom ik de helikopter binnen. Vandaar keek ik hoe de lawine trillend tot zijn gewelddadig einde kwam. Hawk en ik konden niet boven het lawaai uitkomen, wat wel zo prettig was.
  
  Toen was de lawine ten slotte voorbij. De vallei was stil, heel wit en, van grote hoogte, heel mooi. Ik opende mijn vuist. Mijn vingers waren met bloed besmeurd en in mijn palm lag de antieke cameering.
  
  'Van haar?' vroeg Hawk. Toen ik knikte zei hij: 'Je moet haar verdomd stevig hebben vastgehouden.'
  
  'Inderdaad.' Ik opende het verborgen dekseltje. Binnenin bevond zich een wit poeder.
  
  'Wat is dat, Nick?'
  
  Ik hoefde het niet te proeven om het te weten.
  
  'Haar zelfmoord, als ze het ooit nodig zou hebben. Heroïne. Een overdosis sneeuw.'
  
  De helikopter draaide en ging in de richting van Sneeuwman.
  
  'Ze heeft het nooit hoeven gebruiken,' zei Hawk.
  
  
  
  * * *
  
  
  
  
  
  Over het boek:
  
  
  
  
  'Dring de Newyorkse Maffia binnen, vernietig de drugroutes en de mensen die er opereren.' Ziehier de linke opdracht waarmee Nick Carter wordt opgescheept.
  
  Teneinde het vertrouwen van het opiumsyndicaat te winnen, ontwerpt Carter een vernuftige methode om opium van Turkije naar Amerika te transporteren.
  
  De 'Capos' spitsen de oren, maar blijven argwanend. In het bijzonder 'de Peetvader', de spil van de handel in verdovende middelen, die er niet voor terugdeinst zelfs zijn eigen dochter - even mooi als willig - op het spel te zetten...
  
  
  
  
  
 Ваша оценка:

Связаться с программистом сайта.

Новые книги авторов СИ, вышедшие из печати:
О.Болдырева "Крадуш. Чужие души" М.Николаев "Вторжение на Землю"

Как попасть в этoт список

Кожевенное мастерство | Сайт "Художники" | Доска об'явлений "Книги"