No 1970 BY Universal Publishing and Distributing Corp.
Nederlands van: Henk van Slangenburg
Omslagontwerp: Alex Jagtenberg
ISBN 90 283 0425 8
Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
No 1974 By Born B.V.
Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo-print, microfilm or any other means without written permission from the Publisher.
Born Paperbacks en Born Pockets zijn uitgaven van Uitgeversmaatschappij Born B.V., Amsterdam / Assen.
Hoofdstuk 1
Rene Trey zag er naakt iets molliger uit dan gekleed. Ze had een knap kleine meisjes gezicht met kort haar en heldere groene ogen. Haar grote borsten waren plat uitgerekt op haar ribbenkast omdat ze op haar rug lag. Het laken ritselde toen ze zich bewoog. Ze draaide zich op haar zij, een arm verscheen, haar neus kwam dichterbij. Het was november. We waren in Miami. Dit was haar hotelkamer.
Ik drukte de sigaret uit en nam haar in mijn armen. Mijn hand gleed onder haar naakte rug en verdween tussen haar benen. Ze kreunde.
'Nick, lief. Hoe laat is het?' Haar stem klonk dik van de slaap.
'Iets na middernacht,' zei ik.
Ze drukte zich dichter tegen me aan. Haar wimpers kietelden mijn borstkas. 'Ik heb gedroomd,' murmelde ze. 'Ik droomde dat we met al dat geld naar Mexico gingen.' Ze giechelde. 'Zit je achter mijn geld aan, schat?'
'Wat denk je?'
'Kan me niet schelen. Heb nog nooit van mijn leven zo veel geld gehad. Weet je hoeveel het is?'
'Bijna twintigduizend, is het niet?'
'Negentienduizend vijfhonderd. Ik heb vijfduizend voor dat rot drukkerijtje gekregen.'
'En vijftienduizend voor die laatste drukorder. Dat waren toch uitnodigingskaarten, hè?'
Ze legde een vinger op mijn lippen. 'Sst. Daar mag ik niet over praten.' Ze sloeg haar arm om mijn nek. 'Nick, schat, ik ben negenentwintig. Ik ben opgegroeid in de drukkerij die mijn vader me nagelaten had. Ik dacht dat ik daar mijn hele leven zou blijven zitten, mijn hele saaie dag-in-dag-uit leven. Visitekaartjes, briefpapier... '
'Uitnodigingskaarten. '
'Ik heb je al gezegd, schat, ik weet niet wie die uitnodigingen besteld had. Waarom zeur je daar zo over door?' Ik haalde mijn schouders op. 'Vijftienduizend lijkt me een hoop geld, dat is alles.'
'En als ik iemand er iets over vertel wordt het geld me afgenomen. Dat zeiden ze.'
'Wie?'
Die mensen aan de telefoon. Het was een telefonische bestelling. Schat, voor een strandschooier vraag je wel een heleboel. Ik heb te lang in een drukkerij opgesloten gezeten. Ik wil pret maken. Wil je nu alsjeblieft je mond houden en lief voor me zijn?'
Doordat ze op haar zij lag werd de ene grote borst bijna afgedekt door de andere. Haar voorhoofd rustte op mijn hals. Rene was een plezierige, ongecompliceerde vrouw. Ze had me nog geen informatie gegeven, maar dat zou wel komen, leek me. Ze wilde pret maken en ik deed mijn best daar aan te voldoen. Mijn vingers bewogen luchtig tussen haar benen. Ze had een glanzende, bijna gladde huid. In bed was ze verrukkelijk, veeleisend, gretig. Ze had niets van het maagdelijke kijk-niet-zo-naar-me, niets van gespeelde zedigheid. Ze wist wat ze bezat en was er trots op dat een man naar haar keek. Ze wilde dat haar lichaam gebruikt werd.
Het maanlicht dat door het geopende raam achter haar naar binnen viel wierp een zilveren glans op haar naakte lichaam. Ik voelde haar lichaam reageren. Ze ging sneller ademen. Ze bewoog zich tegen me aan. Ik drukte haar zacht omlaag.
'Nee,' hijgde ze. 'Doe het zo. Van opzij.' Ze omvatte een van haai zachte borsten en bood die me aan. Haar hand lag op me. Ik voelde het branden in mijn lendenen. Ze had een aantrekkelijke, begerenswaardige manier van zichzelf te geven. Mijn lippen vonden de aangeboden borst en gleden rond haar tepel. Nu kreunde ze. Haar benen gingen van elkaar en ze leidde me ertussen. Haar rug schermde me geheel van het raam af, wat waarschijnlijk mijn redding was.
Bij het geluid van de eerste plof uit het pistool met geluiddemper rolde ik weg van Rene, over de rand van het bed. Mijn hand klauwde onder de matras naar Wilhelmina, mijn 9 mm Luger. Ik trok haar tevoorschijn terwijl ik op de grond neerkwam. Een tweede plofgeluid rukte aan het kussen aan mijn kant van het bed. Het kussen sprong op en viel omlaag. Ik rolde onder het bed door en kwam aan de andere kant overeind met Wilhelmina in mijn hand.
Ik hoorde het gekletter van dravende voeten op de brandtrap. We hadden het hem gemakkelijk gemaakt, Rene en ik. Het raam stond open. Toen ik me naar buiten boog, zag ik twee verdiepingen lager een vage gestalte. Er waren vier verdiepingen. De moordenaar daalde zeer snel de trappen af, met zijn pistool nog in de hand. Ik wilde hem niet doden, ik wilde hem pakken. Maar hij vluchtte. En ik was poedelnaakt. Als ik hem licht kon aanschieten, alleen maar een hapje uit zijn arm nemen, zou ik hem misschien voldoende vertragen om hem te grazen te nemen.
Er was geen balkon hier, het raam keek uit op het midden van de trap. Mijn mannetje was nu bijna drie verdiepingen lager. In het licht van de maan zag ik een geel bloemetjeshemd en kort blond haar. Ik boog me naar buiten en mikte zorgvuldig. De Luger zou een hoop kabaal maken als ik schoot. De hotelgasten zouden klagen. Ik mikte maar kreeg geen kans te schieten.
De moordenaar verstapte zich. Het pistool met de geluiddemper viel uit zijn hand toen hij probeerde op de been te blijven. Hij gleed twee treden omlaag, toen bleef zijn enkel achter de derde haken. Hij greep met zijn handen voor zich uit en trachtte iets vast te grijpen. Maar er was niets. Hij leek een duiker die anderhalve salto van de plank maakt. Als daar beneden water was geweest zou het schitterend geweest zijn. Zijn voeten draaiden boven zijn hoofd, zijn armen waren recht vooruit gestrekt. Hij stortte snel omlaag en dook prachtig met het hoofd vooruit op het betonnen trottoir. De klap veroorzaakte een hol geluid alsof met een zware hamer op een leeg wijnvat werd geslagen. Hij veerde een keer op, maar niet erg hoog. Zijn hoofd was niet langer rond. Het bloed begon onmiddellijk te vloeien.
Ik vloekte en ging de kamer weer in. Daar was het zeer stil. In de aangrenzende kamer klonk gelach. Een feestje. Ik hoorde een klik en een gesuis toen de airconditioning werd ingeschakeld. Rene's bloed doorweekte het laken. Ik tilde haar slappe pols op en voelde niets tussen mijn vingers. De kogel was onder een scherpe hoek haar rug binnengedrongen. Het was een klein gaatje tussen de schouderbladen, links van de ruggengraat. Na een long doorboord en het hart geraakt te hebben was de kogel er vlak boven het sleutelbeen uitgekomen. Daar had zich mijn hoofd bevonden. Maar ik had me gebukt om de aangeboden borst te kussen. De kogel had haar lichaam verlaten, was over mijn hoofd geschoten en had zich in het hoofdeinde begraven. Rene had een leven vol pret willen hebben. Nu had ze geen leven meer. Haar mond en ogen stonden open. Ik trok het laken op om haar te bedekken. Ze was mijn enige spoor in deze opdracht geweest. Ze was dood en ik moest weer helemaal opnieuw beginnen. Ik voelde medelijden jegens haar. Het was niet nodig geweest dat ze was gestorven. Ik kleedde me aan, deed de lichten uit en verliet de kamer, waarna ik de deur achter me op slot deed.
Hoofdstuk 2
Buiten was het aangenaam warm. Een kleine menigte had zich rond het lichaam verzameld. Sommigen keken omhoog naar waar de man zijn val was begonnen. Twee geüniformeerde politiemannen hielden de mensen op afstand. Iemand had het lijk toegedekt met een deken. Een goed geklede dronkenman probeerde zich door de menigte te worstelen en beweerde dat hij alles had gezien. De agenten negeerden hem. De dronkenman zei dat er daarboven een andere knaap met een vuurwapen zat. Die man was naakt. Een van de agenten kreeg belangstelling en nam de dronkenman mee naar de politiewagen. In de verte hoorde ik een sirene gillen. Ik liep verder naar mijn eigen hotel.
Okay, Nick Carter, dacht ik. Je wordt geacht een eersteklas agent te zijn. Killmaster, N3, nummertje één van AXE. Waar moet je de scherven gaan oprapen om weer opnieuw te beginnen? Je had één spoortje en dat is nu dood. Je weet dat AXE jou altijd de zwaarste karweitjes geeft. Wat nu dus? Opnieuw beginnen. Ga terug naar het begin. Zoek uit wat je over het hoofd hebt gezien.
Vier dagen tevoren was de opdracht me in de schoot geworpen. In Rio was een verrukkelijk stewardessje geweest. Onze verhouding kolkte haar derde week in toen Hawk opbelde. Diezelfde avond zat ik in een vliegtuig naar Washington.
Ik wist dat ik niet uit Rio zou zijn weggeroepen tenzij het belangrijk was. Ik wist dat Hawk iets voor me had en ik was er op voorbereid. Ik had Pierre, mijn gasbommetje, als een derde testikel tussen mijn benen hangen. Hugo, mijn smalle stiletto, lag vastgegespt op mijn onderarm, klaar om zo nodig in mijn hand te glijden. En mijn 9 mm Luger, Wilhelmina, rustte geduldig onder mijn linkeroksel. De spelletjes in Rio waren vergeten. Ik was afgestemd op Hawk en op wat hij te zeggen had.
Hawk had een map op zijn bureau liggen. Hij leunde achterover in de stoel en zijn sympathieke, leerachtige gezicht vertoonde geen greintje humor. Zelfs gewoonlijk leek het gekreukte pak te groot voor zijn pezige lichaam. Hij haalde de zwarte sigaar uit zijn mond, keek er walgend naar, streek toen een lucifer aan op de rand van het bureau en hield het vlammetje bij de sigaar. De kamer vulde zich met rook. Ik stak een sigaret met gouden mondstuk op en blies ook rook uit. Het was koud in de kamer.
'Carter,' zei Hawk opeens. Hij boog zich naar voren en tikte met zijn wijsvinger op de map. 'De regering zit in moeilijkheden.'
'Wanneer is dat niet het geval, meneer?'
Hawk fronste. Zijn leerachtige gezicht vertrok van een frons tot een kwade uitdrukking. Toen glimlachte hij vluchtig. 'Je hebt gelijk. Wanneer niet?' De sigaar ging uit en hij kauwde erop. 'Weet je hoe ver Amerika is met het maken van een zeer snel super-passagiers-straalvliegtuig?'
Ik fronste. 'We hebben de 747 en die is erg groot.'
Hawk schudde zijn hoofd. 'De Russen hebben er eentje die twee keer zo snel is. Wij ook - in het voorbereidende stadium. De ontwerpen zijn getekend. Maar ze zijn nog niet in productie. Alleen de Russen hebben een supersnelle straalmachine die al vliegt.'
Juist.' Ik drukte de sigaret uit en leunde achterover. Hawk deed de map open. 'Eergisteren is er een Russisch superstraalvliegtuig op Kennedy Airport geland. Aan boord waren er toptechnici van de fabriek, Russische diplomaten en, uiteraard, een aantal leden van de Russische geheime politie. De pers heeft de machine warm ontvangen. Het is de eerste van een nieuw soort passagierstoestellen. Een dergelijk vliegtuig biedt duidelijk voordeel aan welke luchtvaartmaatschappij ook. Het kan meer passagiers vervoeren met tweemaal de huidige snelheid, en is goedkoper ook. Onze Amerikaanse super-straalmachine is nog niet gereed voor productie, en de Franse evenmin. Verschillende internationale Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen zijn er in geïnteresseerd om enkele Russische toestellen aan te schaffen, voornamelijk om een voorsprong te hebben tot de Amerikaanse en Franse machines in productie gaan.'
Ik zei: 'De Russen waren dus hier om hun nieuwe product te laten zien en misschien om een paar bestellingen mee naar huis te nemen.'
'Precies.' Hawk stond op en liep naar het raam, zodat hij me zijn rug toekeerde. Hij haalde de sigaar uit zijn mond en smeet hem in de prullenbak. Vrijwel meteen had hij een nieuwe, langere sigaar tussen zijn tanden. 'Gisterochtend vroeg is dat Russische superstraaltoestel gestolen.'
Ik staarde naar Hawks rug. 'Gestolen?'
Hij draaide zich om. 'Gekaapt. Gejat.'
'Hoe?'
Hawk liep terug naar het bureau. Hij ging zitten en boog zich over de map. 'Van mensen die we ondervraagd hebben krijgen we de indruk dat het een aantal mensen waren. Ze kwamen in twee groepen naar het toestel, de ene groep vermomd als Russische generaals en veiligheidsmensen, de andere als een Amerikaanse erewacht. Het toestel werd niet zwaar bewaakt.'
'Maar waar was iedereen dan? Waar waren de bolleboffen? De technici?'
'Op een feestje,' zei Hawk.
'Op een feestje!'
Hawk knikte. 'Er waren uitnodigingen verstuurd naar hoge bonzen van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen en naar de Russen. Er waren verschillende Amerikaanse diplomaten bij. Het feestje was zogenaamd ter ere van de bezoekende Russen.'
'Wie had hen uitgenodigd?'
Hawk wierp me een droge, onvrolijke glimlach toe. 'Niemand. De uitnodigingen waren vervalst. Iedereen verscheen op de genoemde tijd, en na enige verwarring probeerde men de zaak recht te zetten. Tegen de tijd dat de Russen de volgende ochtend op Kennedy Airport terugkwamen was hun supermachine verdwenen.'
'Heeft de radar hem niet opgevangen?'
'Het schijnt dat ze een soort anti-radarapparaat bij zich hadden. Daardoor kwam het toestel niet op het scherm.' Hawk keek me strak aan. 'De Verenigde Staten zou dat apparaat graag willen hebben.'
'Dat kan ik me voorstellen.' Ik kwam overeind, pakte een sigaret met gouden mondstuk en stak hem aan. Ik liep een paar keer heen en weer tussen het bureau en de
muur. 'Goed,' zei ik. 'Er is een vliegtuig gekaapt. Hoe kan dat Amerika last bezorgen?'
Hawk kneep zijn ogen toe. 'Wat dacht je, Carter?'
Ik bleef roerloos bij de muur staan en draaide me om naar het bureau. Het besef trof me als een slag. 'Wou u zeggen dat de Russen denken dat wij hun vliegtuig gestolen hebben?'
'Op dit moment zitten ze in de Russische ambassade, Carter, en ze zijn erg bedroefd over de Verenigde Staten. Dat op zich zou al erg genoeg zijn. Zoals je weet voeren we in Zwitserland ontwapeningsbesprekingen met de Russen.'
Ik knikte. 'En iets dergelijks kan die besprekingen kwaad doen.'
'Best mogelijk.'
Ik ging weer zitten en drukte de sigaret uit. 'Maar wie zou een Russisch vliegtuig stelen? Een ander land? Een concurrerende luchtvaartmaatschappij? Waar moeten ze met zo'n grote machine naar toe? Het zou moeilijk zijn hem verborgen te houden. En waarom? Waarom hebben ze hem gestolen?'
Hawk leunde achterover in de stoel. Hij streek weer een lucifer aan, hield hem bij de sigaar en pufte rook uit. 'Dat is jouw opdracht, Nick. Daar moet jij achter zien te komen.'
'Ik zou graag een van die uitnodigingen willen zien.' Hawk knikte. 'Daar zal ik voor zorgen. Verder nog iets?' Ik ging staan. 'Op het moment niet, meneer.'
'Hou me op de hoogte,' zei Hawk. 'En succes.' De sigaar doofde. Hij kauwde erop toen ik wegging.
In het lab van het hoofdkwartier van AXE werden drie uitnodigingskaarten vergeleken. Alles werd door deskundigen nagegaan - het drukwerk, een analyse van de gebruikte inkt, de pers waar ze op gedrukt waren. Machinefabrikanten werden benaderd en er werd een lijst opgesteld van alle drukkerijen die de pers hadden die voor de uitnodigingen was gebruikt. Vierentwintig uur later had ik het terrein kunnen beperken tot vier drukkerijen in New York. De eerste twee bleken nergens van te weten. De derde - een kleine zaak, Rene's Drukkerij - was net van eigenaar veranderd. Toen ik naar de oude eigenaar vroeg, kreeg ik de naam Rene Trey en een adres waar ze met een zekere Sally samenwoonde. Sally vertelde me dat Rene haar zaak verkocht had en nu in Florida woonde. Ze had een groot karwei onder handen gehad waar ze dag en nacht aan werkte. Gedurende die periode was ze in een beste stemming en ze had het er steeds maar over dat ze de zaak ging verkopen en dan goed in haar geld zou zitten. Ik las twee brieven die ze aan Sally had geschreven. Ze stonden vol van de pret die Rene had en niemand kon geloven dat ze zich al op negenentwintigjarige leeftijd uit zaken had kunnen terugtrekken. Ze wilde mannen leren kennen, een hoop mannen, en pret maken. De brieven waren afgestempeld in Miami.
Met een foto die ik van Sally gekregen had kon ik Rene opsporen, we waren bevriend geraakt en ik was met haar naar bed gegaan. Toen had iemand haar vermoord en ik kon weer opnieuw beginnen. Ze was een beste meid geweest. Ze had een hoop geld in handen gekregen en niet precies geweten wat ze er mee aan moest. Maar iemand had het nodig gevonden dat ze doodging. Ik moest er achter zien te komen wie die iemand was.
Hoofdstuk 3
Degeen die mijn kamer had doorzocht was een beroepsjongen. Er was niets slordigs aan de manier waarop het slot opengemaakt was, nog geen krasje op de klink. Maar niemand is volmaakt, en mijn binnendringer had een paar foutjes gemaakt. Ik begon met de klerenkast. Er hingen twee pakken en drie overhemden. Ik had de hangertjes precies vijf centimeter uit elkaar opgehangen en alle kledingstukken onder precies dezelfde hoek gedraaid. Het tweede pak was een halve centimeter verschoven. Een van de hemden hing recht in plaats van scheef.
Mijn vriend had ook een foutje gemaakt met de commode. Eer ik de middelste la dicht duwde had ik er vrijwel aan de voorkant een stukje papier ondergeschoven dat alleen door het gewicht van de la werd vastgehouden. Als iemand de la opendeed zou het stukje papier gewoon op de grond vallen, klein en onopgemerkt. Het lag nu op de grond. De la was zo zorgvuldig doorzocht dat alles precies op zijn plaats lag. Maar dat papiertje lag daar op de grond.
Ik trok mijn koffer onder het bed vandaan. Ik wist dat het stukje plakband aan de achterkant verdwenen zou zijn. Ik ging op handen en knieën liggen en keek onder het bed. Daar bengelde het korte eindje touw. Het was een eenvoudig trucje. Het enige wat je nodig had was een eindje touw en een stukje plakband. Je knoopt het touw ergens onder het bed vast en laat het afhangen. Daarna schuif je de koffer tot onder het bengelende touwtje. Met je stukje plakband plak je het uiteinde van het touw op de koffer.
Als iemand de koffer tevoorschijn trekt om hem te doorzoeken, raakt het touwtje los. Als iemand het touwtje had ontdekt en na het doorsnuffelen van de koffer weer had vastgeplakt, zou ik een rukje gevoeld hebben toen ik de koffer naar voren trok. Het geheim school er in hoe stevig je het stukje plakband aandrukte. Maar ik had geen rukje gevoeld, het touwtje bengelde los. De snuffelaar had het niet gezien.
De koffer is een typisch AXE-speeldoosje. Je opent hem, zoals alle koffers, met twee sloten. Er zit een dubbele bodem in die een uitstekende beroepsjongen met enige moeite zou kunnen vinden. Maar er zit aan de zijkant ook een luikje van tien bij twintig centimeter. Dat luikje heeft me vele malen mijn leven gered. Dat zou ook nu weer gebeuren. Ik had zo'n idee dat mijn vriend een visitekaartje had achtergelaten. Ik vergiste me niet. Toen ik het luikje opende zag ik een staaf dynamiet die met de slotjes verbonden was. Ik stak mijn hand naar binnen en maakte de staaf los. Toen opende ik de koffer en verwijderde de draden. Ik ging met de dodelijke staaf naar de badkamer en stopte hem met bedrading en al in het toilet.
Ik deed alle lichten uit, strekte me uit op het bed en stak een sigaret op. Een paar dingen met betrekking tot Rene's dood zaten me dwars. Ze had de uitnodigingskaarten voor een flink bedrag gedrukt. Ze hadden gezegd dat ze er haar mond over moest houden. Dat had ze gedaan. Ze had me niets verteld. Waarom was ze dan vermoord? Het was mogelijk dat de eerste kogel voor mij bestemd was geweest en dat ze net in de weg lag. Wie had dan mijn kamer doorzocht? Dezelfde man met het pistool met de geluiddemper? Er was hier niets dat me met AXE of met Rene in verband kon brengen. Hoe had de moordenaar geweten dat er een verband bestond?
Eén ding was zeker. Degeen die achter de kaping van het Russische vliegtuig stak hield er geen onbeduidende organisatie op na. Met de dood van Rene en het dynamiet in mijn koffer was het hen ernst. Met hoevelen waren ze? Vanaf nu zou ik erg behoedzaam moeten zijn. En toen vielen er een paar stukjes van de puzzel op hun plaats. Voor zover ik kon nagaan wist maar één persoon waar Rene was en dat ik naar haar zou toegaan. Eén persoon slechts.
De telefoon rinkelde. Ik drukte de sigaret uit en nam de hoorn op. Het was Hawk.
'Carter, hoe zit het met die Rene Trey?'
'Ze is zopas vermoord. Het ziet er naar uit dat ik voor een blinde muur sta.'
'Niet helemaal,' zei Hawk. 'We weten nu de reden van de kaping.'
'O ja? En?'
'Losgeld. De Amerikaanse ambassade in Londen heeft net een briefje met een eis tot losgeld ontvangen. Het was niet ondertekend.'
'Hoe veel?' vroeg ik.
'Honderd miljoen dollar in goud. Ze legden de nadruk op goud.'
Ik lachte. Ik kon er niets aan doen. Het begon zacht en ik dacht dat ik het zou kunnen onderdrukken, maar de stupiditeit van de zaak kreeg me te pakken en ik barstte in een schaterlach uit.
Humorloos zei Hawk: 'Zodra je klaar bent, Carter.'
Ik dwong me me te beheersen. 'Neem me niet kwalijk, meneer. Maar zo veel geld verwachten ze toch zeker niet echt?'
'Jawel. En ze hebben ons dertig dagen de tijd gegeven om een besluit te nemen. Jij gaat naar Londen. Je moet er achter komen waar dat briefje vandaan kwam.'
'Ik vertrek meteen. Maar er is één ding.'
'En dat is?'
'Ik kan me vergissen, maar Rene Trey woonde op kamers met een zekere Sally. Ik geloof dat die er op de een of andere manier bij betrokken was. Zij was de enige die brieven van Rene had ontvangen en ze wist dat ik op weg naar haar toe was. Misschien weet ze niets, maar iemand heeft degenen naar wie we zoeken verteld dat ik daar was. De man die Rene vermoord heeft is dood. Ik kreeg de kans niet hem te ondervragen. Maar ik denk dat hij achter mij aanzat en niet achter haar.'
'Goed,' zei Hawk. 'We pakken die Sally op en zullen haar ondervragen. Ik laat je horen wat we te weten komen.'
'Mooi zo.'
Een half uur later was ik net klaar met pakken toen Hawk weer opbelde. Hij vertelde me dat de politie in New York Sally drijvend in de haven had aangetroffen. Haar keel was afgesneden.
Rond het middaguur zat ik in een vliegtuig naar Londen.